Dit whitepaper heeft tot doel om concrete handvatten te bieden om leerwerktrajecten voor statushouders duurzaam in te bedden en opschaling mogelijk te maken, waardoor de moeizame arbeidsparticipatie van statushouders effectiever geadresseerd kan worden. We pleiten hierbij niet voor het (uitsluitend) corrigeren van bestaande knelpunten, maar gaan uit van een missie-gedreven aanpak, waarbij publieke, private, en maatschappelijke partijen gezamenlijk naar een ambitieus doel toewerken. Centraal hierbij staan de vragen: ‘wat willen we uiteindelijk bereiken?’ en ‘wat is daar voor nodig?’
DOCUMENT
Voor vluchtelingen met een verblijfsvergunning is het uitdagend om toegang te vinden tot de Nederlandse arbeidsmarkt. Veel werkgevers worstelen op hun beurt om voldoende gekwalificeerde werknemers te vinden. Het vraagt vaak extra inspanningen van statushouders én werkgevers om een duurzame match te maken. Leerwerktrajecten voor statushouders kunnen hierin uitkomst bieden, maar dit zijn vaak complexe en kostbare trajecten, waarbij veel verschillende partijen betrokken zijn. Het lectoraat Organiseren van Waardig Werk ontwikkelde samen met Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF, VluchtelingenWerk Nederland en Adviesbureau Berenschot een Canvas om effectiever leerwerktrajecten in tekortsectoren op de arbeidsmarkt te ontwerpen. Dit helpt diverse samenwerkingspartners stapsgewijs met het verduurzamen en opschalen van leerwerktrajecten.
DOCUMENT
De huidige spanning op de arbeidsmarkt is ongekend groot. Sinds eind 2021 zijn er meer vacatures dan werklozen. Volgens de meest recente cijfers van het CBS waren er in het vierde kwartaal van 2022 maar liefst 123 vacatures per 100 werklozen. De grote vraag naar arbeidskrachten beperkt zich inmiddels ook niet langer tot enkele sectoren. Cijfers van het UWV laten zien dat er ondertussen in vrijwel alle sectoren sprake is van grote tekorten. Tegelijkertijd is er nog steeds een aanzienlijke groep mensen die, om uiteenlopende redenen, (nog) niet deelnemen aan het arbeidsproces, waaronder ook veel statushouders. Dit artikel is in samenwerking met UAF en VluchtelingenWerk Nederland tot stand gekomen.
LINK
Het VMBO is volop in ontwikkeling. De aansluiting met het MBO moet worden verbeterd en het vroegtijdige schoolverlaten moet worden tegengegaan. Er is onder andere sprake van nieuwe leerwegen, nieuwe examenprogramma’s, leerwerktrajecten, werkpleksimulaties, een nieuwe zorgstructuur, didactische vernieuwing en herbezinning op de inrichting van de basisvorming. Het gaat om een omvangrijke en complexe operatie, die een groot beroep doet op het beleidsvoerend vermogen van scholen en die gepaard gaat met veel interessante innovaties die grote gevolgen hebben voor het werk van leraren. Het is opvallend en tegelijkertijd zorgwekkend dat de lerarenopleidingen nauwelijks direct bij deze ontwikkelingen betrokken zijn. Daardoor ontstaat er een steeds groter wordende kloof tussen de lerarenopleiding en het VMBO-veld. In dit artikel geven we eerst een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen in het VMBO. Daarna gaan we in op de stappen die binnen de Fontys Hogescholen zijn gezet om de kloof te overbruggen.
DOCUMENT
Nederland staat voor een grote woningbouwopgave. Volgens cijfers van het CBS moeten er tot 2030 een miljoen woningen gebouwd worden in Nederland. De vraag naar nieuwe woningen concentreert zich met name in de stedelijke gebieden. Den Haag wil binnenstedelijk het aantal woningen verdubbelen in het zogenaamde Central Innovation District. Volgens de huidige plannen komen in het CID de komende jaren 20.500 woningen bij voor 40.000 nieuwe inwoners. Ten aanzien van stedenbouw kiest de gemeente Den Haag ervoor om het CID te ontwikkelen tot een centrummilieu: een gebied met een hoge concentratie van wonen, werken en andere voorzieningen. De functiemenging wordt onder andere ingevuld door middel van hoge bouw en hoogbouw waarbij de plint een belangrijke rol vervult. Maar hoe kan de buitenruimte van het CID zo worden ingericht dat het bijdraagt aan de kwaliteit van leven van de bewoners? In antwoord op deze vraag zijn in het afgelopen jaar een drietal expertmeeting georganiseerd vanuit De Haagse Hogeschool in samenwerking met de gemeente Den Haag. Deze expertmeetings vonden plaats in november 2020, januari 2021 en maart 2021. Hierbij wordt gefocust op drie thema’s, namelijk sociale eenzaamheid & architectuur, gezondheid & de openbare ruimte en stedelijke vernieuwing en ongelijkheid. De expertmeetings vonden alle drie online plaats.
DOCUMENT
Met dit onderzoek wordt beoogd studenten en docenten dusdanig toe te rusten met kennis en vaardigheden om stagediscriminatie tegen te gaan, opdat er in de toekomst minder sprake zal zijn van stagediscriminatie. En dat docenten en studenten gezamenlijk handvatten ontwikkelen om dit te realiseren.
MULTIFILE
Zes lectoren van Hogeschool Utrecht schreven elk een essay over de ontwikkeling van de beroepspraktijk in hun werkveld. Daaraan gekoppeld hebben wij talentvolle hbo-professionals uit datzelfde vakgebied geïnterviewd over de vraag wat zij geleerd hebben op de hogeschool, hoe ze dat in de praktijk toepassen en wat zij nu verder in de praktijk leren. De zes auteurs zijn: Piet Bakker, lector Crossmedia Content, Elly de Bruijn, lector Beroepsonderwijs, Lia van Doorn, lector Innovatieve Maatschappelijke Dienstverlening, Erik Puik, lector Microsysteemtechnologie/Embedded Systems, Hein Roelfsema, lector International Business and Innovation en Marieke Schuurmans, lector Verpleegkundige en Paramedische Zorg voor Mensen met Chronische Aandoeningen.
DOCUMENT
Openbare les. De betekenis van werk is voor mensen verschillend, maar naast economische zelfstandigheid kan werk bijdragen aan persoonlijke voldoening en ontwikkeling, sociale verbinding en welzijn (Duffy e.a. 2016). Werklozen zijn over veel aspecten in hun leven vaak negatiever dan mensen met een betaalde baan (Van Echtelt 2010). Ook vanuit de overheid wordt een steeds grotere nadruk gelegd op betaald werk om de kosten van het sociale zekerheidsstelsel betaalbaar te houden. Betaald werk is echter lang geen automatisch gegeven meer. Enerzijds is er een diverse groep Nederlanders die nauwelijks toegang heeft tot de arbeidsmarkt (Van Echtelt e.a. 2019). Anderzijds ervaren mensen met een vaste of flexibele betaalde baan werk ook lang niet altijd als betekenisvol en steeds vaker als stressgevend (TNO 2019; WRR 2020).
DOCUMENT
Hoofdstuk 4 van 'Domeinbeschrijvingen Werken in (semi)gedwongen kader'. Verkenning van het domein ‘Maatschappelijke opvang’: Een beschrijving van enkele kenmerken van de sector ‘Maatschappelijke opvang’, ten behoeve van het onderzoek ‘Meerwaarde gebruik alliantiemonitor in (semi) gedwongen kader’. Het Kenniscentrum voor Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht ontwikkelde voor verschillende domeinen binnen het werkveld gedwongen kader de ‘alliantiemonitor in (semi)gedwongen kader’. Dit instrument biedt professionals en cliënten een handvat om te spreken over hun beleving van de onderlinge doelgerichte samenwerking, met als doel deze samenwerking te verbeteren. In het vervolgonderzoek ‘Meerwaarde gebruik alliantiemonitor in (semi) gedwongen kader’ wordt bij cliënten en professionals nagegaan hoe zij het werken met de Alliantiemonitor Gedwongen Kader ervaren en of het gebruik hiervan bij kan dragen aan een beter verloop van het traject. Het gebruik van de monitor wordt getoetst bij cliënten en professionals in de reclassering, de jeugdbescherming, de arbeidstoeleiding en de woonbegeleiding. Om de verschillen en overeenkomsten in de verschillende contexten beter te begrijpen is eerst een beknopte verkenning gedaan van de domeinen waarin het onderzoek plaatsvindt. Dit zijn: reclassering, jeugdbescherming, arbeidsintegratie, maatschappelijke opvang, schuldhulpverlening en reclassering België – Vlaamse Justitiehuizen. De opbouw van de tekst per sector is als volgt. Eerst is er een algemene beschrijving van de sector, waarin onder meer de omvang en de grootste opgaven aan bod komen. Daarna volgt een beschrijving van de organisaties binnen de sector waar de ontwikkeling van de alliantiemonitor zal plaatsvinden, hoe deze organisaties werken, en wat de kenmerken zijn van de huidige samenwerking tussen professional en cliënt. Bijvoorbeeld: hoe vaak zien ze elkaar, welke regels zijn van toepassing op de samenwerking en welke discretionaire ruimte heeft de professional in de begeleiding?
DOCUMENT
Het Kenniscentrum voor Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht ontwikkelde voor verschillende domeinen binnen het werkveld gedwongen kader de ‘alliantiemonitor in (semi)gedwongen kader’. Dit instrument biedt professionals en cliënten een handvat om te spreken over hun beleving van de onderlinge doelgerichte samenwerking, met als doel deze samenwerking te verbeteren. In het vervolgonderzoek ‘Meerwaarde gebruik alliantiemonitor in (semi) gedwongen kader’ wordt bij cliënten en professionals nagegaan hoe zij het werken met de Alliantiemonitor Gedwongen Kader ervaren en of het gebruik hiervan bij kan dragen aan een beter verloop van het traject. Het gebruik van de monitor wordt getoetst bij cliënten en professionals in de reclassering, de jeugdbescherming, de arbeidstoeleiding en de woonbegeleiding. Om de verschillen en overeenkomsten in de verschillende contexten beter te begrijpen is eerst een beknopte verkenning gedaan van de domeinen waarin het onderzoek plaatsvindt. Dit zijn: reclassering, jeugdbescherming, arbeidsintegratie, maatschappelijke opvang, schuldhulpverlening en reclassering België – Vlaamse Justitiehuizen. De opbouw van de tekst per sector is als volgt. Eerst is er een algemene beschrijving van de sector, waarin onder meer de omvang en de grootste opgaven aan bod komen. Daarna volgt een beschrijving van de organisaties binnen de sector waar de ontwikkeling van de alliantiemonitor zal plaatsvinden, hoe deze organisaties werken, en wat de kenmerken zijn van de huidige samenwerking tussen professional en cliënt. Bijvoorbeeld: hoe vaak zien ze elkaar, welke regels zijn van toepassing op de samenwerking en welke discretionaire ruimte heeft de professional in de begeleiding?
DOCUMENT