Lerarenopleider zijn is een beroep. Veel opleiders zijn zich daar sterk van bewust, voor anderen geldt dat nog wat minder. Binnen de Fontys Lerarenopleiding Tilburg willen we dat alle opleiders zich ook bewust zijn van hun rol als opleider. Drie jaar geleden is een inductietraject ontwikkeld voor beginnende opleiders om hen te begeleiden in hun ingroei in het beroep en in de organisatie. Het traject helpt beginnende opleiders bij het leggen van een basis gelegd voor ontwikkeling in de beroepsrol. Voor de zittende opleiders bestond zoiets niet. Daarom is in 2012 een pilot opgezet om zittende opleiders bewust te maken van hun rol als opleider. In de pilot is de jaarlijkse gesprekscyclus met ontwikkel- en beoordelingsgesprekken aangegrepen om het gesprek over de beroepsrol te entameren met gebruikmaking van de beroepsstandaard. De pilot is geëvalueerd en de positieve ervaringen van zowel opleiders als teamleiders hebben ertoe geleid dat de werkwijze nu is ingevoerd in het personeelsbeleid. In deze praktijkpresentatie bespreken we onze ervaringen (opzet en evaluatie) met de pilot en willen we met de deelnemers van gedachten wisselen over mogelijkheden om de bewustwording van en professionalisering in de rol als opleider te versterken en (in beleid) te borgen.
De lerarenopleidingen voor het voortgezet onderwijs zijn in Nederland gekoppeld aan een specifiek vakgebied. Met een nieuwe brede pedagogische lerarenopleiding biedt de Hogeschool van Amsterdam een route naar het leraarschap voor mensen die leraar willen worden zonder daarbij aan de start al een specifiek vak voor ogen te hebben. De aanname is hierbij dat er een doelgroep bestaat van studenten die voornamelijk gemotiveerd is voor generieke aspecten van het leraarschap. Het onderzoek waarover gerapporteerd wordt in dit artikel vergelijkt de motieven van eerstejaars voltijdstudenten van de brede pedagogische lerarenopleiding met die van andere tweedegraads lerarenopleidingen met behulp van de FIT-choice vragenlijst. Uit de analyses komt naar voren dat studenten van de brede pedagogische opleiding meer belang hechten aan het werken met adolescenten, de intrinsieke waarde van het beroep, en het bijdragen aan kansengelijkheid. Daarnaast scoren deze studenten hoger op ingeschatte bekwaamheid als leraar en weegt salaris minder mee als motief. Uit een tweetraps clusteranalyse bleek bovendien dat de brede pedagogische opleiding relatief veel studenten aantrekt behorende tot het intrinsiek gemotiveerde profiel dat volgens eerdere onderzoeken een voorspeller is voor behoud voor het leraarschap. De resultaten wijzen erop dat een generieke route naar het leraarschap inderdaad een andere doelgroep aanspreekt.
Leraarschap van vandaag is veelzijdig en veelvormig. Expeditie Lerarenagenda onderzoekt hoe leraren, teams, scholen, opleidingen en beleid navigeren naar het toekomstig leraarschap van morgen. Adaptief vermogen staat in het onderzoek centraal. Ga mee op expeditie en ontdek hoe het adaptief vermogen van onderwijspersoneel, scholen, opleidingen en beleid versterkt kan worden.Doel De opdracht aan het team is onderzoek te doen naar de professionele kwaliteit van de leraar van vandaag en morgen. We zien leraarschap als een systeem van individuen en organisaties waarbij we de zeven thema’s van de Lerarenagenda 2013-2020 van de overheid (www.delerarenagenda.nl) met elkaar verbinden. Ons onderzoek is innovatief, doorkruist grenzen en zoekt onverwachte verbanden. Resultaten Dit onderzoek loopt. Na afloop vind je hier een samenvatting van de resultaten. Looptijd 01 april 2020 - 01 april 2024 Aanpak We bestuderen adaptief vermogen in de context van drie actuele vraagstukken: Jaar 1: Veranderend beroepsbeeld Jaar 2: Curriculumontwikkeling Jaar 3: Groeiende kansongelijkheid We werken met zeven bouwstenen die zijn gericht op het krijgen van overzicht (wat gebeurt er al?), inzicht (hoe en wat werkt?) en vooruitzicht (werkt het overal?). Elke bouwsteen kijkt op een eigen manier naar het vraagstuk. Samenwerking met kennispartners Het expeditieteam bestaat uit: Ditte Lockhorst, senior projectleider bij Oberon Patricia Brouwer, hogeschoolhoofddocent aan de Hogeschool Utrecht Monika Louws, universitair docent aan de Universiteit Utrecht Marieke van der Pers, postdoctoraal onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen en Wageningen Universiteit Bregje de Vries, lerarenopleider en onderzoeker bij de Vrije Universiteit Amsterdam Wouter Schenke, senior onderzoeker bij het Kohnstamm Instituut Amber Walraven, universitair docent aan de universitaire lerarenopleiding aan de Radboud Universiteit Nijmegen Links Website Expeditie Lerarenagenda Website TeacherTappNL
In de lerarenopleiding wordt aandacht besteed aan het ontwikkelen van pedagogisch handelen waarbij aangesloten wordt bij de ‘bekwaamheidseisen voor leraren basisonderwijs’. Het gaat dan om de ontwikkeling van pedagogische kennis en kunde en het stimuleren van bewustwording van het eigen handelen. Het expliciteren van het pedagogisch handelen van leraren is vaak nog lastig en blijft impliciet. Aanstaande leraren lijken zich wel bewust van het belang van hun pedagogische opdracht, maar kunnen hun pedagogisch handelen soms lastig verwoorden, onderbouwen of expliciteren. Zo ook bij het creëren van een oefenplaats voor burgerschapsvorming. Het ontbreekt hen aan taal om situaties te herkennen en hun pedagogisch handelen te duiden, terwijl ze er wel degelijk vorm aan geven. Dit onderzoeksproject heeft als doel om (aanstaande) leraren te ondersteunen bij het expliciteren van hun pedagogische opdracht bij het creëren van een oefenplaats voor burgerschapsvorming. Met behulp van de centrale vraag: “Op welke wijze kunnen alledaagse ervaringen – gericht op pedagogisch handelen bij het creëren van een oefenplaats voor burgerschapsvorming – benut worden om het handelen van (aanstaande) leraren te verstevigen?” wil de postdoc inzicht creëren in: - de manieren om alledaagse pedagogische ervaringen tot uitdrukking te brengen; en - de manier waarop deze ervaringen gebruikt kunnen worden om (aanstaande) leraren te ondersteunen bij de bewustwording van hun pedagogisch handelen en het zodoende te verstevigen. Het startpunt voor bewustwording is het expliciteren van alledaagse pedagogische ervaringen, zogenaamde lived experiences. Deze zijn de basis voor reflectie, dialoog met anderen en daarmee bewustwording. Het delen van verhalen over praktijkervaringen wordt gezien als een belangrijk startpunt bij het ontwikkelen van pedagogisch handelen . Bovenstaande sluit aan bij het instellingsplan 2017-2022 genaamd ‘Le(ra)ren met Lef’ en het onderzoeksprofiel van het onderzoekscentrum. De hbo-postdoc besteedt 50% van haar tijd aan onderzoek, de andere 50% wordt besteed aan het geven van onderwijs.
Het project BLIP heeft een methodiek opgeleverd (WISH) die is ontwikkeld voor en haar bruikbaarheid heeft bewezen in het middelbaar beroepsonderwijs (zie http://www.han.nl/onderzoek/werkveld/projecten/blip/). In het project is de methode ook overgedragen aan leraren in opleiding zodat zij deze ook in hun onderwijspraktijk in het middelbaar beroepsonderwijs kunnen gebruiken. De lerarenopleiders van de HAN stelden daarna ook de vraag of de WISH methode ook niet bruikbaar zou zijn voor hun eigen studenten in het kader van voorbereiding op de stage. De methode, zo is de veronderstelling, zou dus breder gebruikt kunnen worden. We zijn voornemens de methode ook als stagevoorbereiding aan te bieden aan de lerarenopleidingen. In eerste instantie aan de faculteit educatie binnen de HAN. Als lijkt dat dit goed werkt dan verbreden we dit ook naar de andere lerarenopleidingen. Gedacht wordt aan studenten die stage lopen bij opleidingsscholen in het po en vo. Voor dat dit mogelijk is moet de methode echter wel aan de hbo context worden aangepast. Naast de inzet van de WISH methode voor mbo studenten kunnen we op deze wijze de WISH methode ook bruikbaar maken voor hbo studenten.