In een pluriforme en democratische samenleving is het leren omgaan met diversiteit en verschillen een belangrijke burgerschapscompetentie. Vanuit de contacttheorie kan worden verondersteld dat contact tussen leden van verschillende sociale groepen hier een positieve bijdrage aan levert doordat het vooroordelen en discriminatie kan verminderen. Een onderwijsomgeving met weinig diversiteit in opvattingen en sociale achtergronden beperkt daarmee de mogelijkheid om vanuit de contacttheorie positieve effecten te genereren. Het doel van dit onderzoek is om meer inzicht te krijgen in de pedagogisch-didactische handelingen van docenten Burgerschap om studenten – binnen een homogene onderwijsomgeving – te leren omgaan met verschillen. Hiertoe zijn zowel mbo-docenten als mbo-studenten geïnterviewd. Uit de resultaten blijkt dat docenten hiervoor gebruik maken van verschillende werkvormen, zoals dialogische didactiek, rollenspellen, samenwerkingsopdrachten en excursies. Deze werkvormen komen gedeeltelijk overeen met de uitgangspunten van de contacttheorie. Er kan dus worden geconcludeerd dat er diverse opties zijn om het leren omgaan met verschillen te bevorderen binnen een homogene onderwijsomgeving.
MULTIFILE
Eén van de zeven pijlers van de Vensterschool is “binnen- en buitenschoolse activiteiten”. Daarin trachten Vensterschoolpartners een aanbod te bieden dat op elkaar is afgestemd en samenhang vertoont. Dit lijkt vaak (nog) niet het geval, wat o.a. te maken heeft met het feit dat het aanbod onvoldoende in samenspraak wordt ontwikkeld. Pas wanneer de betrokkenen professionals ten diepste overtuigd zijn van de doelen van de verbinding tussen binnen- en buitenschools leren, zullen zij de voetangels en klemmen die met die verbinding gepaard gaan uit de weg willen en kunnen ruimen. De fundamentele vraag is WAAROM en vooral WAARTOE?De overwegingen en drijfveren van het project zijn: Betekenisvol leren beklijft bij kinderen beter dan puur schools leren. Talentenontwikkeling. We weten niet precies welke beroepen en functies we als maatschappij in de toekomst nodig hebben, maar we weten wel dat we mensen nodig hebben met creativiteit, die kritisch kunnen denken, samen kunnen werken en ondernemend zijn. Een school kan de volledige ‘Bildung’ van kinderen niet alleen aan. Een brede school is dan ook een school die beseft het niet alleen te kunnen.De werkgroep “binnen- en buitenschools leren” heeft als doelen geformuleerd;1. (Delen van) het buitenschoolse aanbod meer (dan nu het geval is) in samenhang te ontwikkelen met het binnenschoolse;2. (delen van) het buitenschoolse aanbod beter te laten aansluiten bij de (ontwikkelings)behoeften van de kinderen in de wijk op basis van wensen en ervaringen van professionals, ouders en kinderen zelf;3. verschillende groepen kinderen beter toe te leiden naar het naschoolse aanbod.De werkgroep heeft het volgende gerealiseerd: Een criterialijst t.b.v. de ontwikkeling van “ideale” geïntegreerde activiteiten. ‘Lente’, een geïntegreerde activiteit voor de onderbouw. Een “eigen” ruimte inrichten: een activiteit om aan te sluiten bij de leefwereld van bovenbouwkinderen. Kinderpersbureau: de activiteit is verbeterd op de activiteitenladder opgenomen en er is onderzoek gedaan naar de veronderstelde communicatie- en samenwerkingsproblemen. Een activiteit voor groep 5/6 op basis van een behoeftepeiling. Een activiteit (i.s.m. de werkgroep 10-14-jaar) waarbij kinderen aan de hand van zelf vervaardigde filmpjes bewust werden gemaakt van verschillende vormen van risicogedrag. Een korte promotiefilm over de werking van de ladder t.b.v. ouders die minder makkelijk zijn aan te spreken met schriftelijke voorlichting (via de ladder). Alle activiteiten zijn zowel wat betreft product als proces geëvalueerd en er is gekeken naar de continueringsmogelijkheden. Voor de ontwikkeling van binnen- en buitenschoolse activiteiten zijn succesfactoren geformuleerd.
DOCUMENT
Gepersonaliseerd leren is een manier van leren waarbij de student invloed heeft op wat hij of zij wil leren, op welke manier en in welke volgorde. In dit boekhoofdstuk wordt ingegaan op wat gepersonaliseerd leren binnen het Hoger Beroepsonderwijs betekent. Met behulp van een werkmodel wordt dit onderzoek verkend en de resultaten van een kwalitatief onderzoek worden beschreven. Docenten en studenten participeerden in groepsinterviews, waarin zij zijn gevraagd naar hun beelden over gepersonaliseerd leren en naar welke voorwaarden zij zien voor deze manier van leren. Met dit hoofdstuk wordt een bijdrage geleverd aan het in kaart brengen van voorwaarden voor het invoeren van gepersonaliseerd leren.
DOCUMENT
Innovatie en wendbaarheid zijn twee essentiële voorwaarden voor economische groei en welzijn. De noordelijke regio heeft veel potentie maar de benutting ervan is niet vanzelfsprekend. Het lectoraat Wendbaar Vakmanschap draagt bij aan Vital Regions, het hogeschoolbrede zwaartepunt waarmee NHL Hogeschool zich inzet voor het sociaalmaatschappelijk welzijn van de regio door praktijkgericht onderzoek te doen naar huidige en vernieuwende leerprocessen die veelal met samenwerkingspartners vorm krijgen. Het onderwijs bereidt jonge mensen voor op een actieve rol in de samenleving, economische zelfredzaamheid en een leven lang leren. Het lectoraat is ingesteld om kennis te ontwikkelen over leren, veranderen en innoveren. Het richt zich op leerprocessen die van invloed zijn op de wendbaarheid van vakmensen en professionals. Het zijn immers de wendbare professionals die innovaties aanjagen en maatschappelijke meerwaarde creëren en daarmee een cruciale rol spelen in de regionale activiteitensystemen
DOCUMENT
Deze vier artikelen uit verschillende hoeken van de HU illustreren uiteenlopende ervaringen met de koppeling tussen onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk. Uit hun verhalen blijkt dat deze verbindingen steeds meer vorm krijgen en dat de ervaringen met de HU als kennisinstelling vooral positief zin. Uitgegeven op het HU onderwijscongres 2008 als Passie & Precisie deel 02.
DOCUMENT
Leren met Toekomstscenario’s is een breed toepasbare werkvorm voor het hoger onderwijs die ontwikkeld is in het kader van een project van de Digitale Universiteit. De DU is een samenwerkingsverband van hogescholen en universiteiten dat zich richt op onderwijsvernieuwingen en transformatie van opleidingen mede door de inzet van ICT-middelen. Het project Leren met Toekomstscenario’s is een samenwerking van de Hogeschool van Amsterdam, de Vrije Universiteit Amsterdam en de Hogeschool InHolland. Doel van het project is tweeledig: het uitwerken van de scenariomethode tot een didactische werkvorm voor het hoger onderwijs en het verkennen van mogelijkheden om de methode te ondersteunen met behulp van ICT-toepassingen. Het project is gestart in februari 2005 en sluit af in oktober 2006. De methode is in die periode in verschillende pilots uitgevoerd op de Universiteit van Amsterdam, Hogeschool van Amsterdam en Fontys Hogescholen. De pilots zijn ondersteund door de website www.scenarioleren.nl en andere digitale middelen. Onderdeel A beschrijft de scenariomethode in brede zin. De methode vindt zijn oorsprong in het bedrijfsleven waar het vooral ingezet wordt als strategisch instrument. Binnen het hoger onderwijs kan de methode echter ook ingezet worden als leer- en reflectie-instrument. Onderdeel B geeft een verdieping met betrekking tot de bijdrage die de scenariomethode kan leveren aan het leren van mensen.Onderdeel C is het meest uitgebreid en bevat een stap-voor-stap handleiding voor begeleiders die de methode willen gebruiken in het hoger onderwijs. Onderdeel D beschrijft op welke wijze de methode ondersteund kan worden met ICT. De methode leent zich goed voor vormen van blended learning. Onderdelen E en F sluiten deze publicatie
DOCUMENT
In "Collectief leren in schoolorganisaties" wordt het belang van collectief leren voor schholontwikkeling en professionele ontwikkeling beschreven. De condities voor collectief leren in schoolorganisaties worden uitgebreid en modelmatig weergegeven. Tenslotte wordt collectief leren in de context van professionele leergemeenschappen geplaatst en wordt het ontwerpen en ontwikkelen van colellectief leren getypeerd als participeren in een leergemeenschap.
DOCUMENT
In 1999 is bij Fontys de duale opleiding voor het Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (Bve) van start gegaan. In het artikel Duaal opleiden samen met ROC s: drie jaar maatwerk-ervaring (P.L.van der Plas, 2002) wordt deze opleiding nader toegelicht. In het onderwijsmodel vormt de opleiding tot onderwijsassistent de eerste fase. Bij het ontwerp van de opleiding is gekozen voor een nieuwe opleidingsmethode, producerend leren, die het leren op de werkplek verbindt aan het leren op de opleiding. Bij de start van de opleiding in september 1999 was het concept van producerend leren globaal uitgewerkt. In het drie-wekelijkse overleg van opleiders kwam de invulling van producerend leren in de praktijk veelvuldig aan bod. De projectleiding heeft besloten flankerend onderzoek te laten verrichten naar de vraag Wat is producerend leren voor dit duale opleidingstraject, hoe wordt het ingevuld en hoe zou het moeten worden ingevuld volgens de participanten? Participanten bij producerend leren zijn de duale studenten, ROC-coaches en Fontys-opleiders. In dit artikel wordt eerst ingegaan op de keuze voor producerend leren als opleidingsmethode. Vervolgens worden de onderzoeksaanpak toegelicht en de voornaamste onderzoeksresultaten gepresenteerd. Afsluitend wordt gekeken naar de invulling van producerend leren elders in het onderwijs alsmede naar de vraag of producerend leren een rol kan spelen voor het inrichten van de werkplek als krachtige leeromgeving.
DOCUMENT
Dit boek is een brede collectie teksten over eigentijds fascisme, geschreven door het Nederlandse theoriecollectief Bilwet in de periode 1983-1994. De map bevat onder andere een lezing over wolven, zes kleurplaten met Kuifje en Hitler, een analyse van getuigenissen van SS’ers, mijmeringen in Berlijn en een ambulant-wetenschappelijk artikel over filosofenmode. De Bilwet fascismemap, indertijd gemaakt voor scholingsdoeleinden in de kraakbeweging, werd niet eerder uitgegeven. Waarom dan nu toch wel? Vijfendertig jaar oude fascismeanalyses zijn niet zomaar toepasbaar op de huidige maatschappij. Maar in de antifascistische discussies, die in links-progressieve kringen nog niet zo lang geleden gemeengoed waren, liggen belangrijke lessen voor het heden. Hoe zag dat antifascistisch discours eruit? Wat was de relatie tussen klasse- en seksestrijd? Hoe vond de kennisoverdracht tussen de generaties toen plaats en hoe verloopt die nu? De Bilwet fascismemap geeft inzicht in deze vragen en daarmee een inkijk in de geschiedenis van wat ook wel de niet-fascistische, feministische mannenbeweging genoemd kan worden.
MULTIFILE
In bilingual streams in the Netherlands, school subjects are taught in an additional language so that pupils learn both subject content and the target language by using language meaningfully. Teachers of English in bilingual streams (TEBs) are often expected to collaborate with subject teacher colleagues (STs). In addition, they teach separate language lessons. This provides TEBs with specific challenges. This article reports on a focus group (FG) study exploring the extent to which the ideals of stakeholders in bilingual schools in the Netherlands reflect the literature on this topic, using a frame of reference developed for this purpose (Dale, Oostdam & Verspoor, 2017). Five FGs were held with TEBs and STs from Dutch schools in the network for bilingual education and with members of the network’s quality assurance panels. Each FG consisted of between three and six participants with a similar role in bilingual education; audit panel chairpersons, audit panel secretaries and STs and TEBs from different schools. Participants were asked to discuss what an ideal English teacher would do in English lessons and in cooperation with subject colleagues. Data consists of five transcripts of the FG discussions. On the basis of inductive and deductive analyses (using MaxQDA), the ideals of stakeholders are positioned in the framework to explore to what extent different types of stakeholders have complementary or conflicting views. The findings suggest that stakeholders need to develop more shared understandings and a shared language to allow TEBs to realise their ambitions. References Dale, L., Oostdam, R., & Verspoor, M. (2017). Searching for identity and focus: Towards an analytical framework for language teachers in bilingual education. International Journal of Bilingual Education and Bilingualism, doi:10.1080/13670050.2017.1383351
MULTIFILE