In dit rapport worden de resultaten van de Sociale Innovatie Monitor Limburg 2019 (SIML) gepresenteerd. Dit onderzoek naar sociale innovatie in Limburgse organisaties werd van januari 2019 tot mei 2019 uitgevoerd door het Lectoraat Employability van Zuyd Hogeschool en het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) Universiteit Maastricht, in samenwerking met Neimed, Sociaal-Economisch Kenniscentrum en de Limburgse Werkgevers Vereniging (LWV). Sociale innovatie wordt door het Network Social Innovation (NSI) van de Universiteit Maastricht gedefinieerd als: vernieuwingen in organisaties en nieuwe manieren van werken, die leiden tot het beter ontwikkelen en benutten van de vaardigheden van medewerkers, om daarmee de prestaties van de organisatie te verhogen of andere organisatie-, maatschappelijke-, of medewerkersdoelen te verwezenlijken. Door de monitor jaarlijks uit te zetten en in kaart te brengen hoe het sociale innovatievermogen zich ontwikkelt binnen organisaties in Limburg, hopen het Zuyd Lectoraat Employability, ROA, Neimed en de LWV een impuls te geven aan de optimalisering van diverse bedrijfsinterne en –externe sociale innovaties. In deze editie van de monitor staat het thema ‘Economie 4.0: werken aan digitale vaardigheden’ centraal.
DOCUMENT
Het lectoraat Juridische en Economische Vraagstukken binnen de Energietransitie draagt bij aan de overgang naar een duurzame samenleving gebaseerd op het gebruik van schone energiebronnen. Dat vraagt niet alleen om nieuwe technologieën, maar ook om juridische kaders en nieuwe verdienmodellen voor duurzame investeringen in de energiemarkt. Het lectoraat maakt deel uit van ENTRANCE – Centre of Expertise Energy van de Hanze. ENTRANCE – Centre of Expertise Energy draagt als lerende, praktijkgerichte kennisgemeenschap bij aan een robuuste, veerkrachtige en duurzame energievoorziening. Door middel van hoogstaand toegepast onderzoek en onderwijs stimuleren we duurzame innovaties in samenwerking met burgers, bedrijven, studenten, maatschappelijke organisaties en overheden
DOCUMENT
Beroepen worden uitgeoefend in een dynamische maatschappij, die voortdurend en snel verandert. Het mbo is met alle tentakels geworteld in de samenleving. Vraagstukken rond vereenzaming, klimaatverandering en digitale transformatie raken ons allemaal. Omdat het beroepsonderwijs flexibel wil inspelen op maatschappelijke vraagstukken, volstaan eenduidige, gestandaardiseerde opleidingen steeds minder. Sinds 2013 werkt de directie Economie van ROC Nijmegen daarom aan de ontwikkeling van leeromgevingen waarin het leren in een schoolse omgeving en het leren in de praktijk met elkaar zijn verbonden. De ervaringen in Nijmegen hebben bruikbare inzichten opgeleverd over wat er op verschillende niveaus komt kijken bij de ontwikkeling van een netwerk van leeromgevingen op de grens tussen school en werk.
DOCUMENT
Ambitie: Arnhem is een toekomstbestendige stad die duurzaam, groen, kansrijk en verbonden is. Gemeente en kennisinstellingen maken hier, in een circulaire economie, op een creatieve manier samen met maatschappelijke organisaties, ondernemers en burgers werk van: Arnhem maakt Het consortium van het CDKM-traject ‘Arnhem maakt’ bestaat uit de partners van Arnhem Studiestad: gemeente Arnhem en de kennisinstellingen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), ArtEZ, Hogeschool Van Hall Larenstein (HVHL) en Rijn IJssel. In 2019 had het consortium de ambitie om professionals op te leiden die het verschil maken bij belangrijke maatschappelijke vraagstukken. Dit heeft onder andere vorm gekregen in samenwerking in de Arnhemse wijken in bijvoorbeeld de labs en werkplaatsen van de HAN en Rijn IJssel en andere samenwerkingen op kleine schaal. Deze initiatieven brengen lerende (aankomend) professionals in contact met levensechte vragen en er wordt kennis ontwikkeld en gedeeld die voor het beantwoorden van die vragen van belang zijn. In 2023-2025 zetten we deze samenwerkingen voort, schalen op en verbinden over instellingen heen, zodat er meer studenten, docenten en onderzoekers samen leren en werken aan de vragen in de stad. De ervaringen en opbrengsten van de CDKM-projecten leren ons echter ook dat écht impact maken niet eenvoudig is: bestaande onderwijspraktijken, (machts)relaties, systemen werken soms belemmerend. Het implementeren van het samenwerken aan complexe maatschappelijke opgaven vraagt om een toekomstbestendige manier van kennisontwikkeling: multilevel, interdisciplinair en inclusief. Wij voelen als consortium de urgentie om onze krachten te bundelen voor het ontwikkelen van deze kennis en het implementeren ervan voor een sociaal, economisch en ecologisch toekomstbestendig Arnhem. Daarom ontwerpen en implementeren we in dit project een gezamenlijke kennisvisie die de samenwerking voor een toekomstbestendige stad verlegt en verankert. Het geeft een verandering van perspectief voor leren en samenwerken bij complexe maatschappelijk opgaven in en voor Arnhem.
Bij de projectaanvraag City Deal Kennis Maken LeeuwardenFryslân hanteren we de geactualiseerde Kennisagenda Fryslân 2019-2025. Leidraad hierin zijn de transitie-opgaven waar de Friese samenleving voor staat. Via de inzet van Living Labs en experimenten wil de regio oplossingen ontwikkelen en testen voor de maatschappelijke opgaven onder het motto "De stad als campus, de regio als proeftuin".
Overheden willen de transitie naar een circulaire economie versnellen. Reductie van grondstoffen- en energieverbruik, levensduurverlenging, hoogwaardige verwerkingspraktijken en een groei van tweedehands markten zijn hierbij leidend. In het Nationale plan Circulaire Economie worden consumptiegoederen, waaronder (elektrische) huishoudelijke apparatuur, als een prioritaire productketen aangemerkt vanwege de negatieve impact op mens en milieu. De verkoop van (elektrische) huishoudelijke apparaten is de afgelopen decennia sterk toegenomen, maar worden door gebruikers op grote schaal ook weer vroegtijdig afgedankt. Gevolg is een omvangrijke afvalstromen (E-waste) en een vervangingsvraag die aanzet tot nieuwe productie. Professionals in de re-use sector vragen zich af hoe zij het tij kunnen keren. Praktijkgerichte observaties bij burgers, inzamelaars en reparateurs maken duidelijk dat de vroegtijdige afdanking van huishoudelijke apparaten veroorzaakt wordt door gebrekkig onderhoud. Eenvoudig onderhoud, zoals het ontkalken of verwisselen van filters, verlengt de levensduur van apparaten en voorkomt onnodige E-waste. Gebruikers weten vaak niet hoe zij het onderhoud moeten uitvoeren, beschikken niet over onderhoudsproducten, zijn onvoldoende geïnformeerd over benodigd onderhoud of vinden het ‘te veel gedoe’. Veel producenten voelen zich niet aangesproken voor het bieden van een oplossing en volstaan met hun informatieplicht. Professionals in de re-use zien meer zorg voor langdurig productgebruik (lees: levensduurverlenging), als oplossing; maar hoe bevorderen we dat gebruikers producten beter onderhouden? Met de ambitie om onderhoud door gebruikers aan huishoudelijke apparaten te vergroten werkt in dit project een consortium van een gemeente, afvalinzamelaar, RepairCafés, de ConsumentenBond, een producent en retailers samen. In het project wordt het onderhoud van huishoudelijke apparatuur door hun gebruikers geïdentificeerd. We onderzoeken welke onderhoudsactiviteiten gebruikers uitvoeren, welke onderhoud-mindset zij hebben en welke ondersteuning hierbij nodig is. Het project richt zich op het ontwikkelen van een gevalideerde interventiemethode die gebruikers aanzet en ondersteunt in het onderhouden van hun huishoudelijke apparatuur. Voor dit doel worden verschillende onderhoudsstimulerende interventies bij gebruikers getest.