Video was used in a variety of formats during a third year elective Inholland course ‘Levensbeschouwing’ at the Faculty Onderwijs en Innovatie (education and innovation) in Amstelveen. From April to June (2017), 30 part-time and full-time students on the Tweedegraads Leraren Opleiding chose to follow the course for the ten week study period. Students used a variety of video formats to support and enhance their learning process. This research evaluates how the didactic embedding of video supported the teaching and learning on the course. The objective of the research was to gain insight into the ways in which video supports the learning and teaching process in the course and into the perceived practicality and effectiveness of this video support. The research examined how video was integrated into the course structure, how students and lecturers perceived the practicality of the use of video, and whether they considered it effective. The conversational framework of Laurillard (2002), was used as a framework in which to examine the interaction between students and teachers at the conceptual and application level. An overview was made of the different forms of videos used during the course (both teacher and student generated), how they were viewed and the value of them to the students. A survey was collected on the last day of the course in which students could share feedback on the ways in which video had contributed to their learning process. At the end of the course, a group interview was held with six student representatives (one from each group) and with the lecturers on the course to collect additional qualitative feedback on how video contributed to the learning process.
DOCUMENT
The research examined the ways in which Student Generated Video supported the learning process on the course ‘Levensbeschouwing’ (Life Philosophy) on the third year on the teacher training course at Inholland in Amsterdam. The central question examined was: In which ways does the student generated video on the Inholland course ‘Life Philosophy’ contribute to students gaining insight, developing deeper knowledge, and achieving the course learning goals? The 30 students on the course participated in the research. During the course, they were involved in creating three video interviews per project group that examined the question of life philosophy from the perspective of personal life, life philosophy traditions and school life. Video production was segmented into four phases; pre-production, production, post-production and reflection. At each phase, students answered short open questions online, and on the final day completed a survey. A group of seven students participated in a group interview on the final day.
DOCUMENT
Signalen genoeg die wijzen op de behoefte aan een herbezinning op de betekenis van levensbeschouwing in de opleidingen en het werkveld van het Social Work. Onderzoeksvraag Om deze herbezinning gestalte te geven is binnen het lectoraat Sociaal Beleid, Innovatie en Beroepsontwikkeling de onderzoeksgroep Levensbeschouwing en Diversiteit opgericht. Ter oriëntatie op het onderwerp hebben wij, als leden van deze onderzoeksgroep, in 2008-2009 een pilotonderzoek uitgevoerd. In deze pilot stond de volgende vraag centraal: Welke rol speelt levensbeschouwing in de beroepspraktijk van de sociale professional? Daarnaast stelden we onszelf de volgende deelvragen: - Op welke manier speelt de eigen levensbeschouwing van de social worker een rol in zijn professionele handelen? - Welk beleid voeren organisaties ten aanzien van levensbeschouwing en welke invloed heeft dat op de praktijk van de social worker? - Op welke manier speelt de levensbeschouwing van de cliënt/doelgroep een rol in de beroepspraktijk? - Is er behoefte aan toerusting op het gebied van levensbeschouwing en zo ja, welke?
DOCUMENT
Verslag van een pilotonderzoek in 2008-2009, uitgevoerd door de onderzoeksgroep Levensbeschouwing en Diversiteit “Gemeentelijk jongerenwerk gekaapt door christenen”1. Deze kop verwijst naar het werk van Youth for Christ in een Amsterdamse wijk. Deze organisatie, die landelijk succesvol is in het jongerenwerk, kwam vorig jaar als beste naar voren in een aanbestedingsprocedure van het Amsterdamse stadsdeel De Baarsjes. Op basis daarvan kregen zij de opdracht om al het jongerenwerk in deze multiculturele wijk uit te voeren. Voorwaarden waren dat ze niet zouden evangeliseren en ook personeel buiten de eigen kring zouden werven. Toen bleek dat ze alleen een personeelsadvertentie hadden geplaatst op de eigen website, brak er een heftige discussie los. Uiteindelijk heeft Youth for Christ deze fout erkend en hersteld. Dit voorbeeld is een concrete illustratie van de actuele en soms gevoelige relatie tussen levensbeschouwing en Social Work.
DOCUMENT
Helaas is van deze publicatie geen samenvatting beschikbaar
DOCUMENT
Morele vorming kan een niet-beoogd gevolg zijn van onderwijs. Maar het kan ook nadrukkelijk wél beoogd worden en doel zijn van het onderwijsproces. Daarover gaat dit artikel. We beginnen met de verduidelijking van de relatie tussen morele vorming en Bildung (par. 2). Vervolgens behandelen we drie verschillende vormen van doelbewuste morele beïnvloeding in het onderwijs: morele vorming als vak, de voorbeeldfunctie van de docent en een positieve schoolcultuur (par. 3). Morele vorming als vak betreft de vorming in waarden en normen van de leerling. Daarbij kunnen verschillende accenten worden gelegd: waardenoverdracht, waardenverheldering en waardencommunica¬tie. Deze accenten worden toegelicht en we geven aan in welke leeftijdsgroep het zwaartepunt zou kunnen liggen in het onderwijs (par. 4). We ronden dit artikel met de vijf elementen van een moreel proces: morele gevoeligheid, morele analyse, moreel oordeel, morele motivatie en moreel handelen. Daarbij laten we zien hoe morele vorming in het onderwijs kan interveniëren om de competenties van de leerling met betrekking tot deze vijf elementen te versterken (par. 5).
DOCUMENT
Morele vorming kan een niet-beoogd gevolg zijn van onderwijs. Maar het kan ook nadrukkelijk wél beoogd worden en doel zijn van het onderwijsproces. Daarover gaat dit artikel. We beginnen met de verduidelijking van de relatie tussen morele vorming en Bildung (par. 2). Vervolgens behandelen we drie verschillende vormen van doelbewuste morele beïnvloeding in het onderwijs: morele vorming als vak, de voorbeeldfunctie van de docent en een positieve schoolcultuur (par. 3). Morele vorming als vak betreft de vorming in waarden en normen van de leerling. Daarbij kunnen verschillende accenten worden gelegd: waardenoverdracht, waardenverheldering en waardencommunica¬tie. Deze accenten worden toegelicht en we geven aan in welke leeftijdsgroep het zwaartepunt zou kunnen liggen in het onderwijs (par. 4). We ronden dit artikel met de vijf elementen van een moreel proces: morele gevoeligheid, morele analyse, moreel oordeel, morele motivatie en moreel handelen. Daarbij laten we zien hoe morele vorming in het onderwijs kan interveniëren om de competenties van de leerling met betrekking tot deze vijf elementen te versterken (par. 5).
DOCUMENT
In dit onderzoek in het kader van de kenniskring ‘Surfen naar Zin’ van het lectoraat Praktische Theologie van de Fontys Hogeschool Theologie Levensbeschouwing in samenwerking met de Fontys Pabo’s is een verkenning verricht naar doeloriëntaties van Pabo-studenten. De ‘jeugd van tegenwoordig’ waar Pabo-studenten nog recentelijk deel van uitmaakten heeft een andere oriëntatie op religie en levensbeschouwelijkheid dan zo’n dertig jaar geleden. Op basis van de theoretische concepten over religieus leren van Grimmitt is onderzocht welke doelen studenten voor zichzelf en het levensbeschouwelijke onderwijs hanteren. Immers oriëntaties van studenten zijn beïnvloedend voor de wijze waarop ze levensbeschouwing aan basisschoolkinderen onderwijzen. Inzicht in de voorkeursdoeloriëntatie zou kunnen leiden tot verhoging van de expertise en innovatie van het huidige Pabo curriculum op dit gebied. De volgende indeling van doeloriëntaties is gehanteerd: het monoreligieuze model - learning in religion - , het multireligieuze model - learning about religion - en het interreligieuze model - learning from religion -. Met behulp van een schriftelijke vragenlijst zijn 120 studenten bevraagd op hun oriëntaties. Het blijkt dat de onderzoeksgroep een voorkeur heeft voor het model van ‘learning about religion’ In hoeverre dit beïnvloed wordt door persoonskenmerken, culturele diversiteit, relaties tussen religies, vindplaatsen, perspectieven en alternatieven in religieus beleven is niet significant gebleken. Naar aanleiding van dit onderzoek wordt gepleit voor een aanpassing van het curriculum van de Pabo in de richting van het ‘learning about religion’ model en voor verder onderzoek naar de doeloriëntatie van leerkrachten, ouders en kinderen in de basisschool.
DOCUMENT
Educatieve methode voor het vak Levensbeschouwing met levensbeschouwing en communcatie, jodendom, natuur en milieu, popmuziek, islam, seksualiteit en ethiek.
DOCUMENT
Deze publicatie beschrijft het proces van praktijkgericht onderzoek zoals dat is verricht in de studiejaren 2010-2012 in het kader van het lectoraat 'Onderwijs en Levensbeschouwing' van Hogeschool Inholland. Het overkoepelende thema van het lectoraat 'Onderwijs en Levensbeschouwing' is 'samen leren werken en leven'. De kenniskring van het lectoraat richt zich in deze publicatie onder meer op de rol van levensbeschouwing in de studievoortgang van de student, het Meesterschap van de docent en de identiteit van de (onderwijs-) instelling waarbinnen het leerproces plaatsvindt. Daarnaast presenteren de promovendi van het lectoraat hun onderzoek(sopzet). Met deze onderzoeksactiviteiten levert het lectoraat een bijdrage aan de kwaliteitsverbetering van het Inhollandse hbo-proof onderwijs aan studenten/aankomende normatieve professionals voor diverse beroepenvelden in de Nederlandse multiculturele samenleving.
LINK