Little is known about the extent to which transplant recipients face emotional problems with the receipt of a transplanted organ. The Transplant Effects Questionnaire (TxEQ) enables the quantification of these problems. This study evaluates the psychometric properties of the Dutch translation of the TxEQ (TxEQ-NL) in a group of liver transplant recipients. Confirmatory factor analyses of the TxEQ-NL revealed an adequate fit with the original version. However, four items showed factor loadings <.40. Internal consistency was acceptable (.66-.79). The small correlations between the TxEQ-NL and generic measures of psychological functioning indicated that the constructs measured are related but distinguishable. Therefore, the TxEQ-NL adds a new dimension to the measurement of psychological functioning of transplant recipients.
LINK
In dit artikel wordt de nieuwe rol van de sociale professional beschreven in relatie tot het samenwerken met vrijwilligers. Deze samenwerking is belangrijker geworden, vanwege de ingrijpende beleidswijziging van de overheid, die nu uitgaat van (meer) vrijwillige inzet op allerlei gebieden van zorg en welzijn. Als eerste wordt de maatschappelijke context besproken en de veranderende verhouding tussen de sociale professional en de vrijwilliger. Daarna wordt ingezoomd op de voorwaarden voor een goede samenwerking en de verantwoordelijkheden die de sociale professional in de zorg heeft om het werken met vrijwilligers tot een succes te maken.
DOCUMENT
In dit webinar 'Weerbare planten telen is het nieuwe normaal' van de collegereeks ‘What about Soil’ leggen we de focus op de urgentie van een gezonde bodem voor het verkrijgen van een gezond gewas. In een 1 uur durend webinar deelt Pius Floris, directeur/adviseur bij Plant Health Cure (PHC), ruim 35 jaar ervaring met het wereldwijd verbeteren van de bodemkwaliteit. Hij laat zien dat in de ‘gangbare’ manier van bodembewerking nog een wereld te winnen is.
LINK
Dit rapport bevat de eerste resultaten van een onderzoek naar de vervoerstromen voor de levering van producten en diensten aan de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam. Het onderzoek is uitgevoerd door het HvA onderzoeksprogramma Urban Technology in opdracht van Facility Services.
DOCUMENT
Eerstelijnsfysiotherapiepraktijken zijn veelal kleine ondernemingen die balanceren tussen het leveren van kwalitatief hoogstaande zorg en gezonde (financiële) bedrijfsresultaten. Het continu kunnen aanpassen van de praktijk aan veranderende vraagstukken vanuit patiënten, verwijzers en beleidsmakers blijkt een belangrijke sleutel tot succes.
DOCUMENT
Dit rapport is het eindresultaat van een 2,5 jarig RAAK MKB project met als doel om mogelijkheden te onderzoeken waardoor lokale foodbedrijven (meer) voedsel aan de zorg kunnen leveren. Er zijn diverse onderzoekslijnen gevolgd waaronder enquetes bij patienten, voedselinkopers in de zorg en aanbieders van lokaal food. Ook zijn experimenten opgezet en gevolgd. Het blijkt dat beide partijen (aanbieders en inkopers) stappen moeten ondernemen die haalbaar zijn om de economische, gezondheids- en duurzame voordelen van lokaal voedsel beter te benutten. Hier worden concrete suggesties voor gedaan.
DOCUMENT
Inaugurele rede uitgesproken op 9 mei 2019 door Dr. J.E. (Judith) van de Mortel bij de benoeming tot lector “Gezonde plant op een vitale en duurzame bodem” aan HAS Hogeschool Venlo. De krant werd uitgegeven ter ere van de inaugurele rede. Dit deed ze op een bijzondere manier: alle genodigden gingen met een denkbeeldige tijdmachine vooruit naar het jaar 2030 waar ze Judith ontmoetten. Judith keek vervolgens terug naar het jaar 2019 en stelde dat ze hoopt dat de sector in de tussenliggende jaren bereikt heeft dat alle agrarische bodems in Nederland duurzaam beheerd worden door verschillende aanpakken te combineren. Om dit te illustreren schetste ze een beeld van hoe de agrarische onderneming er in 2030 uitziet. Met het lectoraat wil ze hieraan bijdragen. De krant is dan ook geschreven alsof het 9 mei 2030 is.
MULTIFILE
The increased cultivation of highly productive C4 crop plants may contribute to a second green revolution in agriculture. However, the regulation of mineral nutrition is rather poorly understood in C4 plants. To understand the impact of C4 photosynthesis on the regulation of sulfate uptake by the root and sulfate assimilation into cysteine at the whole plant level, seedlings of the monocot C4 plant maize (Zea mays) were exposed to a non-toxic level of 1.0 µl l−1 atmospheric H2S at sulfate-sufficient and sulfate-deprived conditions. Sulfate deprivation not only affected growth and the levels of sulfur- and nitrogen-containing compounds, but it also enhanced the expression and activity of the sulfate transporters in the root and the expression and activity of APS reductase (APR) in the root and shoot. H2S exposure alleviated the establishment of sulfur deprivation symptoms and seedlings switched, at least partly, from sulfate to H2S as sulfur source. Moreover, H2S exposure resulted in a downregulation of the expression and activity of APR in both shoot and root, though it hardly affected that of the sulfate transporters in the root. These results indicate that maize seedlings respond similarly to sulfate deprivation and atmospheric H2S exposure as C3 monocots, implying that C4 photosynthesis in maize is not associated with a distinct whole plant regulation of sulfate uptake and assimilation into cysteine.
DOCUMENT
Deze publicatie beschrijft de bevindingen van een tiental studies in het primair onderwijs uitgevoerd door 50 Bedrijfskunde-, HRM- en PABO studenten binnen de Innovatiewerkplaats Anders Organiseren. Focus hierbij ligt op de kwaliteit van de onderwijsorganisatie en op de kwaliteit van arbeid om zo een bijdrage te leveren aan het omgaan met het lerarentekort.
DOCUMENT
Agrobosbouw heeft het potentieel om een fundamentele verandering in de landbouwsector teweeg te brengen. Klimaatverandering en biodiversiteitsverlies kunnen worden aangepakt en tegelijkertijd kan de wereldbevolking van hoogwaardig voedsel worden voorzien. De milieuvoordelen gaan nu ten koste van de boeren. Recentelijk is men begonnen met het integreren van bomen in het landbouwsysteem, zo ontstond het Nederlandse voedselbos, ofwel agrobosbouw. Terwijl de bomen groeien, blijven de opbrengsten laag en raken de boeren vaak in financiële nood. Voor deze groeifase moet een toegevoegde waarde voor de diensten, de huidige en komende oogst worden gecreëerd om voedselbossystemen financieel aantrekkelijk te maken. Het aantonen van financiële stabiliteit in agrobosbouw gedurende de onstabiele situatie van de gangbare landbouw in Nederland, kan de transitie in de sector ondersteunen. Dit verslag geeft een analyse en evaluatie die wordt geleid door het gebruik van het Food Innovation Model. Met dit dynamische model zijn de huidige voedselbossystemen en de behoeften van de potentiële klanten inzichtelijk gemaakt. Vervolgens zijn de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen gedefinieerd om tot innovatieve oplossingen en ontwikkelingen te komen. Op basis van de sterktes en zwaktes van vier voorbeeld boeren (interne analyse) en de omgeving van de voedselbossector in Nederland (externe analyse) zijn Innovation Opportunity’s bedacht. Aan de hand van de Opportunity’s zijn conceptideeën bedacht. Het marketing werkboek is als conceptidee uitgewerkt.
DOCUMENT