In de loop van de vorige eeuw is de sportwereld ingrijpend veranderd. Vaneen lokale liefhebberij van enkele welgestelden groeide sport uit tot eensteeds commerciëler georganiseerde en wereldwijd verspreidevrijetijdsindustrie. In het verlengde hiervan nam de maatschappelijke ensociaal-economische impact van het verschijnsel sport zienderogen toe.Alleen al in ons land waren er anno 2007 ruim 118.000 fte betaalde en zo’nanderhalf miljoen vrijwillige werkers actief in de bedrijfstak sport. Rondomhet faciliteren van sportbeoefening en de productie en marketing vansportgerelateerde producten en diensten verrichtte een groeiend aantalondernemers, beleidsfunctionarissen en leidinggevende managersprofessioneel werk. Onder de noemer sportmanagement ontwikkelde zichde afgelopen decennia in het veranderende sportlandschap langzaam maarzeker een nieuw beroepsdomein.Binnen het domein sportmanagement zijn in deze studie op basis vanliteratuuronderzoek vier soorten beroepspraktijken onderscheiden: twee opAnglo-Amerikaanse en twee op Rijnlands-Europese leest geschoeidemanagementpraktijken. In die praktijken creëren verschillende sportorganisatieswaarde voor uiteenlopende belanghebbenden. Van eengemeenschappelijke beroepsidentiteit is vooralsnog geen sprake.
Vanuit het lectoraat oefentherapie van de Faculteit Gezondheid van de Hogeschool van Amsterdam werd 1 april 2017 gestart met een tweejarig onderzoeksproject, dat als doel heeft om een beweeggame te ontwikkelen waarmee oefen- en fysiotherapeuten kinderen van 8-12 jaar met milde tot ernstige astma stimuleren tot meer beweging: het SIMBA project. Simba staat metaforisch voor het kind met astma dat belemmerende factoren ervaart om dagelijks fysiek actief te zijn en plezier te hebben in bewegen, maar die wel graag zou willen. In de film “The Lion King” staat SIMBA voor het kleine welpje dat allerlei drempels tegenkomt in zijn leven en tegelijkertijd plezier wilhebben. Door alle uitdagingen, maar ook door steun van zijn omgeving groeit hij uit tot een ware Leeuwenkoning met een eigen koninkrijk. Wanneer het kind op een speelse manier wordt uitgedaagd om in het dagelijks leven fysiek actief te zijn en hier ook plezier en zelfvertrouwen in krijgt, kan het uiteindelijk uitgroeien tot een zelfstandig individu. In dit project wordt samen met kinderen, ouders en kindertherapeuten geïnventariseerd wat kinderen belemmert om te gaan bewegen, maar wordt ook achterhaald wat bevordert dat ze plezier hebben. Vanuit die inzichten zal er een beweeggame ontwikkeld worden met als doel vergroten van plezier in dagelijks (meer) bewegen.