Het project ‘Meedoen en erbij horen’ past uitstekend bij de kennisagenda van het kUS. Het project richtte zich op de maatschappelijke participatie van jongeren met een licht verstandelijke beperking. Het project kon gerealiseerd worden dankzij een subsidie uit de Startimpuls JOIN, een onderdeel van de route Veerkrachtige en Zinvolle Samenlevingen van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA). De problematiek van deze jongeren wordt dikwijls onderschat. Hierdoor ontbreekt het soms aan adequate ondersteuning bij hun persoonlijke ontwikkeling. Participatie in school, werk en sociaal contact stagneert, wat gepaard kan gaan met schooluitval, gedragsproblemen en verslaving. En daardoor dreigend sociaal isolement.
Het project Wijk en Participatie – destijds Wijk en Psychiatrie genaamd- (WeP) startte in het voorjaar van 2005. De doelstelling van het project was het bevorderen van deelname van mensen met een psychiatrische achtergrond, inmiddels een bredere groep mensen in kwetsbare posities, aan het maatschappelijke leven. WeP wil daarmee de eenzaamheid van mensen in kwetsbare posities, doorbreken dan wel tegengaan. Dit wil men bewerkstelligen door de deelname van deze groep aan activiteiten in de wijk en in het wijkcentrum of wijkvoorzieningen te bevorderen. WeP werd naar verschillende wijken en doelgroepen getransformeerd en er ontvouwde zich een methode die ook als zodanig werd opgenomen in de databank Effectieve Sociale Interventies van Movisie. De invoering van de Wmo vraagt van professionals en professionele zorg- en welzijnsorganisatie een andere manier van werken. De praktijk is zich mede onder druk van nieuwe wet en regelgeving en nieuw beleid continu aan het ontwikkelen. Volgens Kooiman, et al (red), (2015, p. 5) brengt deze tijd van transitie en transformatie per definitie veel verwarring met zich mee voor betrokkenen die werken en leren in een onzekere context waarin veel tegenstellingen spelen. Er zijn geen pasklare antwoorden en oplossingen voor de vragen die hierdoor ontstaan, maar deze moeten in co-creatie en al doende ontdekt worden. Dit vraagt burgerkracht, b) beroepskracht, c) organisatiekracht, d) ondernemerskracht en e) leerkracht. Op basis van ervaringen uit het verleden lijkt de werkwijze WeP in meer of mindere mate deze krachten te benutten. Hoe dit ten aanzien van de laatste ontwikkelingen gebeurt, namelijk de verbreding van de werkwijze naar ‘nieuwe’ doelgroepen, mensen met een (licht) verstandelijke beperking en ouderen, komt in dit onderzoek naar voren.
Stress is increasingly being recognized as one of the main factors that is negatively affecting our health, and therefore there is a need to regulate daily stress and prevent long-term stress. This need seems particularly important for adults with mild intellectual disabilities (MID) who have been shown to have more difficulties coping with stress than adults without intellectual disabilities. Hence, the development of music therapy interventions for stress reduction, particularly within populations where needs may be greater, is becoming increasingly important. In order to gain more insight into the practice-based knowledge on how music therapists lower stress levels of their patients with MID during music therapy sessions, we conducted focus group interviews with music therapists working with adults with MID (N = 13) from different countries and clinical institutions in Europe. Results provide an overview of the most-used interventions for stress reduction within and outside of music. Data-analysis resulted in the further specification of therapeutic goals, intervention techniques, the use of musical instruments, and related therapeutic change factors. The main findings indicate that music therapists used little to no receptive (e.g., music listening) interventions for stress reduction, but preferred to use active interventions, which were mainly based on musical improvisation. Results show that three therapy goals for stress relief could be distinguished. The goal of “synchronizing” can be seen as a sub goal because it often precedes working on the other two goals of “tension release” or “direct relaxation,” which can also be seen as two ways of reaching stress reduction in adults with MID through music therapy interventions. Furthermore, the tempo and the dynamics of the music are considered as the most important musical components to reduce stress in adults with MID. Practical implications for stress-reducing music therapy interventions for adults with MID are discussed as well as recommendations for future research.
Een substantiële groep jongeren en jongvolwassenen ondervindt ernstige problemen vanwege hun licht verstandelijke beperking (LVB). Naast een laag IQ en beperkt aanpassingsvermogen betekent het hebben van een LVB vaak ook dat er op andere leefgebieden beperkingen zijn. Beperkte impulscontrole is een centraal kenmerk van LVB, en vandaaruit – in combinatie met andere factoren – ontwikkelen zich problemen zoals verslaving of agressief gedrag. Dit heeft gevolgen voor de veiligheid van cliënten en medewerkers in de residentiele (jeugd)zorg en het heeft daarnaast een negatief effect op de behandeling en participatie in de maatschappij. Met name de gevoeligheid van deze jongeren en jongvolwassenen voor sociale druk (peer pressure) draagt bij aan deze problematiek. Beschikbare trainingen en therapieën gericht op het vergroten van sociale weerbaarheid tegen peer pressure sluiten vaak onvoldoende aan op de beleving, motivatie, leermethoden en informatieverwerking van jongeren en jongvolwassenen met een LVB en hebben daardoor niet altijd het gewenste resultaat. Daarnaast laat de generalisatie van het geleerde naar het dagelijks leven vaak te wensen over. De residentiële jeugdzorg ziet de samenwerking met de creatieve industrie als noodzakelijk om innovatieve therapeutische interventies te ontwikkelen die beter aansluiten op de beperkingen van deze doelgroep. Dit project zet daarvoor een eerste stap om Virtual Reality (VR) in te zetten om weerbaarheid tegen peer pressure bij jongeren/jongvolwassenen te verbeteren en uiteindelijk een effectieve behandelmethode te ontwikkelen. Doel van het project is tweeledig: enerzijds een participatief ontwerptraject voor een VR-film die ingezet kan worden binnen de bestaande behandeling, gebaseerd op wensen, ervaringen en input van de doelgroep; ook een kleinschalige evaluatie van de haalbaarheid van de VR-film als therapeutisch interventiemiddel maakt deel uit van dit project. De VR-film en de pilot dienen als onderbouwing voor de aanvraag van verdere onderzoeksgelden. Anderzijds dient dit project als verkenning van de mogelijkheden voor samenwerking in ontwerpend onderzoek in een nieuw netwerk, waarvan de kern bestaat uit de Hogeschool Utrecht, Pluryn / Intermetzo, en ontwerpbureau Coolminds.
Navable is een digitaal navigatiehulpmiddel voor mensen met een lichte tot matige verstandelijke beperking, zowel zelfstandig als woonachtig bij een zorginstelling. Het biedt een unieke oplossing om de druk op begeleiders in deze zorg te verlagen en de zelfstandigheid van de drager te verhogen. Het gebruikt herinnering, geruststelling en contextuele begeleiding om navigatie toegankelijk te maken voor deze uitdagende doelgroep. De onderneming Navable Systems onderzoekt daarom in samenwerking met het lectoraat User-Centered Design hoe digitaal te ontwerpen voor verstandelijke beperkingen. Het doel is om iteratief en praktijkgericht te ontwikkelen en evalueren om een sterke basis te leggen voor verdere ontwikkeling.
Navable is een digitaal navigatiehulpmiddel voor mensen met een lichte tot matige verstandelijke beperking, zowel zelfstandig als woonachtig bij een zorginstelling. Het biedt een unieke oplossing om de druk op begeleiders in deze zorg te verlagen en de zelfstandigheid van de drager te verhogen. Het gebruikt herinnering, geruststelling en contextuele begeleiding om navigatie toegankelijk te maken voor deze uitdagende doelgroep. De onderneming Navable Systems onderzoekt daarom in samenwerking met het lectoraat User-Centered Design hoe digitaal te ontwerpen voor verstandelijke beperkingen. Het doel is om iteratief en praktijkgericht te ontwikkelen en evalueren om een sterke basis te leggen voor verdere ontwikkeling.