This article presents the life stories of four older women in Vienna in order to better understand the role of occupation in the course of ageing. A qualitative life-story method in the narrative tradition was used as a design of this multiple case study. The stories presented extend beyond an illness or deficit narrative and contribute to a more multifaceted narrative of the subjective experience of ageing in occupational terms in connection with identity. The women did not perceive themselves as old or sick despite problems in mobility, the presence of chronic disease and advanced age. This was associated with their engagement in occupation that was meaningful and linked to their identity. Engaging occupation is the means to continue, test, and adapt to the ageing self. Because occupation is like a litmus-test of one's identity and capacities, the women used it as a measure of change while ageing. Using Atchley's continuity theory, the attempt of the four older women to maintain a balance between adapting and struggling to continue their occupations is discussed in relation to their identity. The results expand Atchley's continuity theory by adding an occupational perspective.
Op basis van een longitudinaal onderzoek onder (oorspronkelijk)120 jongeren die vanaf 1990 regelmatig werden geinterviewd, wordt beschreven welke veranderingen zich voordoen in de zorg-werk orientaties van jonge ouders en uitstellers van ouderschap. Ook wordt geanalyseerd welke factoren deze veranderingen beinvloeden. In een theoretische inleiding wordt beschreven hoe de verschillende moderniseringsparadoxen in het leven van kinderen, vrouwen en mannen bijdragen aan het in stand houden van het zogenoemde anderhalf model waarbij mannen voltijds werken en vrouwen arbeid en zorg combineren. Op basis van gegevens uit vijf rondes van interviews onder (inmiddels) 27-31 jarige jongvolwassenen werd een indeling gemaakt in keuzebiografische en standaardbiografische ouders en uitstellers van ouderschap. Van alle groepen wordt beschreven hoe zij met hun partners onderhandelen over de zorg-arbeid verdeling en van welke vorm van kinderopvang zij gebruik (wensen) te maken. De resultaten laten zien dat jong volwassenen in Nederland vooral op een pragmatisch niveau onderhandelen. Voor jonge vrouwen blijkt het belangrijk dat hun partners bijdragen aan huishoudelijk werk en meehelpen bij de zorg voor hun kinderen gedurende de drukste uren van de dag. Maar met betrekking tot meer fundamentele vragen zoals een (her) verdeling van betaalde arbeidsuren en zorguren tussen partners en gebruik maken van verlofregelingen worden behoeften en wensen nauwelijks uitgewisseld.
The aim of this small explorative study was to get an impression of the participants’ views and understanding of the role of becoming a teacher in Swedish schools, realising the characteristic of pedagogy aimed for in the curriculum (in Lgr11 and Lgy), specifically the interaction patterns and student participation in learning processes. Main research questions addressed participants expectations of differences and challenges in the Swedish school context as compared to their experiences in Syria contexts, in specific the development of their understanding of student participation in interaction as characteristic of Swedish education and curriculum. From this, recommendations are formulated for curriculum and research for future Fast Track trajectories.
Aanleiding: De belangstelling voor gezonde en veilige voeding is groot. Bij de gezondheidseffecten van voeding spelen de darmen een cruciale rol. Verschillende soorten bedrijven hebben behoefte aan natuurgetrouwe testmodellen om de effecten van voeding op de darmen te bestuderen. Ze zijn vooral op zoek naar modellen waarvan de uitkomsten direct vertaalbaar zijn naar het doelorganisme (de mens of bijvoorbeeld het varken) en die niet gebruikmaken van kostbare en maatschappelijke beladen dierproeven. Doelstelling Het project 2-REAL-GUTS heeft als doel om twee innovatieve dierproefvrije darmmodellen geschikt te maken voor onderzoek naar voedingsconcepten en -ingrediënten. De twee darmmodellen die worden toegepast zijn darmorganoïden, minidarmorgaantjes bestaande uit stamcellen, en darmexplants bestaande uit hele stukjes darm verkregen uit relevante organismen. Beide modellen hebben potentieel heel uitgebreide toepassingsmogelijkheden en hebben ook grote voordelen ten opzichte van de huidige veelgebruikte cellijnen, omdat ze meerdere in de darm aanwezige celtypen bevatten en uit verschillende specifieke darmregio's te verkrijgen zijn. Gezamenlijk gaan de partners werken aan: 1) het aanpassen van de kweekomstandigheden zodat darmmodellen geschikt worden om de vragen van partners te beantwoorden; 2) het vaststellen van de toepassingsmogelijkheden van de darmmodellen door verschillende stoffen en producten te testen. Beoogde resultaten Kennisconferenties, publicaties en exploitatie van de modellen zullen zorgen voor het verspreiden van de opgedane kennis. Omdat het project gebruikmaakt van moderne, op de toekomst gerichte laboratoriumtechnieken (kweekmethoden met stamcellen en vitaal weefsel, moleculaire analyses en microscopie), leent het zich uitstekend om geïmplementeerd te worden in het hbo-onderwijs. Als spin-off zal het project dan ook voorzien in een specifieke, voor Nederland unieke hbo-minor op het gebied van stamcel- en aanverwante technologie (zoals organ-on-a-chiptechnologie).
The Academy for Leisure & Events has always been one of the frontrunners when it comes to the development, design and implementation of cultural tourism and creative industry business models as well as lifelong learning programmes.These programmes are attended by a variety of leisure and tourism professionals, including public authorities in leisure, culture and nature fields.The CULTURWB project addresses the need for strengthening the development of the cultural tourism industry.The experts from BUas together with the other project partners have utilised diverse research methodologies (marketing and branding, strategy business planning, digital tourism, sustainable development, strategy and action plan implementation, etc.) to develop and pilot a toolkit for Lifelong Learning courses in the field of cultural tourism and heritage. They have also designed and implemented a master’s programme in the WB countries and created an online platform for communication between stakeholders, industry leaders, managers, workforce, and academia.PartnersHochschule Heibronn, FH Joanneum Gesellschaft, World University Service - Österreichisches Komitee (WUS Austria), Dzemal Bijedic University of Mostar (UNMO), University of East Sarajevo (UES), The University of Banja Luka (UBL), University of NIS (UNI), University of Montenegro (UoM), Sarajevo Meeting of Cultures (SMOC), rovincial Institute for the Protection of Cultural Monuments (PZZZSK), Tourism Organisation of Kotor Municipality (TO Kotor)
Despite Dutch Hospitality industry’s significant economic value, employers struggle to attract and retain early career professionals at a time when tourism is forecasted to grow exponentially (Ruël, 2018). Universally, hospitality management graduates are shunning hospitality careers preferring other career paths; stimulating the Dutch Hospitality to find innovative ways of attracting and retaining early career professionals. Following calls from the Human Resource Management (HRM) community (Ehnert, 2009), we attribute this trend to personnel being depicted as rentable resources, driving profit’’ often at personal expense. For example, hotels primarily employ immigrants and students for a minimum wage suppressing salaries of local talent (Kusluvan, et al 2010, O’Relly and Pfeffer, 2010). Similarly, flattening organizational structures have eliminated management positions, placing responsibility on inexperienced shoulders, with vacancies commonly filled by pressured employees accepting unpaid overtime jeopardizing their work life balance (Davidson, et al 2010,). These HRM practices fuel attrition by exposing early career professionals to burnout (Baum et al, 2016, Goh et al, 2015, Deery and Jog, 2009). Collectively this has eroded the industry’s employer brand, now characterized by unsocial working hours, poor compensation, limited career opportunities, low professional standing, high turnover and substance abuse (Mooney et al, 2016, Gehrels and de Looij, 2011). In contrast, Sustainable HRM “enables an organizational goal achievement while simultaneously reproducing the human resource base over a long-lasting calendar time (Ehnert, 2009, p. 74).” Hence, to overcome this barrier we suggest embracing the ROC framework (Prins et al, 2014), which (R)espects internal stakeholders, embraces an (O)pen HRM approach while ensuring (C)ontinuity of economic and societal sustainability which could overcome this barrier. Accordingly, we will employ field research, narrative discourse, survey analysis and quarterly workshops with industry partners, employees, union representatives, hotel school students to develop sustainable HRM practices attracting and retaining career professionals to pursue Dutch hospitality careers.
