De context van een maatschappelijke uitdaging geeft inzicht in de complexiteit van het (eco-)systeem rondom de huidige probleemsituatie: de omgeving, de stakeholders (inclusief de natuur), de hoogtepunten en frustraties, de conflicten en dilemma's, en de kansen voor verandering. Waarom wordt deze co-designsessie georganiseerd? Welke problematische situatie doet zich voor? Wie (individu of groep) nam het initiatief tot actie? Is er een specifieke reden om samen deze maatschappelijke uitdaging aan te gaan? Herkent iedereen in deze sessie de problematische situatie? Waarom wel of waarom niet?
MULTIFILE
Om te kunnen leren van participatieprocessen in de praktijk en op basis daarvan een bijdrage te kunnen leveren aan het verbeteren ervan richt dit onderzoek zich op de gesprekken tussen burgers en ambtenaren en de doorwerking hiervan op participatieprocessen. Centraal staat hoe in gesprekken wordt omgegaan met verschillende perspectieven en de betekenis die participanten hieraan toekennen voor het verdere verloop van een participatieproces. De doorwerking van gesprekken wordt vanuit het perspectief van burgers onderzocht. Door de verwachtingen en ervaringen van participerende burgers te onderzoeken komt naar voren hoe de wijze waarop in gesprekken wordt omgegaan met verschillende perspectieven op een vraagstuk, in hun beleving bijdraagt aan het vinden van oplossingen en draagvlak hiervoor.
Gemeente Arnhem heeft als doel geformuleerd dat alle wijken klimaatneutraal moeten zijn voor 2050. Voor de wijk Elderveld-Noord is de uitdaging om een duurzame aardgasvrije energie-infrastructuur te ontwikkelen, bestaande woningen te verduurzamen én energielasten voor huurders gelijk te houden. Deze uitdaging is niet alleen technologisch, maar ook sociaal-maatschappelijk complex. Naast energetische verbetering en gebruik van circulaire materialen gaat het ook om een gezonde en leefbare omgeving voor een zich veranderende populatie met een eigen economische contextkenmerken. De wijk Elderveld-Noord is als proeftuin gestart om deze transitie vorm te geven vanuit technologisch perspectief. De vraag bleef: hoe kan de sociale kant van samenwerking, participatie en implementatie hierbij worden ingevuld in een dynamisch leerproces? Via een proces van vraagarticulatie met de stakeholders in deze proeftuin is de praktijkvraag ontstaan hoe een actieve ontwerpgerichte en lerende gemeenschap te realiseren, waarbij een cocreatieproces tot een integrale, succesvolle energietransitie leidt. Vanuit deze praktijkvraag is de volgende onderzoeksvraag ontstaan: Op welke wijze kan een transdisciplinaire lerende gemeenschap worden gevormd die zich richt op meervoudige waardecreatie voor het aardgasvrij maken van de Arnhemse wijk Elderveld-Noord en hoe kan dit proces leiden tot de ontwikkeling van een lerende aanpak zodat in andere wijken van Arnhem hier ook mee gewerkt kan worden? Het beoogde resultaat is transformatieve kennisontwikkeling met een lerende gemeenschap ter ondersteuning van de energietransitie in de pilotwijk Elderveld-Noord, leidend tot een participatieve lerende aanpak voor energietransitie in andere wijken: De Arnhemse Lerende Aanpak. Dat vergt een systeemgerichte, transdisciplinaire opzet. De vraag is hoe we die cocreatie vormgeven en welke lessen we daaruit leren in een transdisciplinaire aanpak van integrale wijkvernieuwing. De beoogde impact van dit onderzoek is dat lerende gemeenschappen van publiek-private samenwerkingen voor de wijkgerichte energietransitie in hoge mate zullen bijdragen aan gezonde en klimaatneutrale wijken in Arnhem en in Nederland.
Dit proefschrift onderzoekt energiereconfiguraties, metname gericht op strategieën voor de transformatievan het energiesysteem en de gebouwde omgeving.Reconfiguraties zijn onderzocht in twee situaties. Deeerste situatie beschrijft de activiteiten en ontwikkelingvan de lokale energiebeweging, een sociale bewegingdie het huidige gecentraliseerde, op fossiele brandstoffen gebaseerde energiesysteem uitdaagt en streeftnaar een lokaal en democratisch geleid systeem, gebaseerd op duurzame energie. In de tweede situatie onderzoek ik hoe historische waarden en duurzaamheidswaarden in de gebouwde omgeving kunnen conflicterenen hoe deze conflicten kunnen worden opgelost, ondermeer door het toepassen van een integraal instrumentvoor waardering. Dit is van belang omdat de sterke drukom bestaande gebouwen energiezuinig te makenpotentieel een bedreiging vormt voor de historischewaarden in onze gebouwde omgeving.
Familiebedrijven zijn cruciaal voor innovatie en economische stabiliteit in Europa, met een bijzonder grote rol in Nederland waar ze 70% van de economie vertegenwoordigen. Deze bedrijven dragen bij aan brede welvaart door hun focus op lange termijn continuïteit, stabiliteit en crisisbestendigheid. Hun betrokkenheid bij de lokale gemeenschap en duurzaamheid maakt hen vaak voorlopers op het gebied van circulaire innovaties. Het voortbestaan van familiebedrijven wordt echter bedreigd, vooral bij generatiewisselingen. Conflicten en het ontbreken van geschikte opvolgers binnen de familie kunnen leiden tot overnames door investeerders die vooral op kortetermijnwinst gericht zijn, wat negatieve gevolgen heeft voor werknemers en de lokale gemeenschap. Traditionele eigendomsstructuren zijn vaak niet geschikt om de continuïteit van familiebedrijven te waarborgen. Steward ownership (SO) biedt een alternatief waarbij stemrechten en winstrechten gescheiden zijn en de controle bij stewards ligt. Deze structuur kan familiebedrijven helpen hun unieke cultuur te behouden en de continuïteit te waarborgen, zelfs zonder opvolging binnen de familie. Sinds 2016 is het aantal steward-owned bedrijven in Nederland verdubbeld, mede dankzij de inspanningen van organisaties zoals We Are Stewards (WAS) en Purpose. Familiebedrijven tonen steeds meer interesse in SO als oplossing voor opvolgingsproblemen, waarbij de focus ligt op het behoud van bedrijfscultuur en missie. Het groenaannemers familiebedrijf MJ Smits (MJS) bevindt zich midden in de transitie naar SO en ervaart hierbij diverse uitdagingen, zoals financiële en juridische obstakels. De bestaande toolkits van WAS en Purpose zijn onvoldoende toereikend voor familiebedrijven vanwege hun unieke dynamiek en kenmerken. Dit onderzoek richt zich op het identificeren van de specifieke uitdagingen die familiebedrijven ondervinden bij de transitie naar SO en het bieden van handvaten om deze transitie te faciliteren. Dit resulteert in de volgende onderzoekvraag: Hoe kunnen we een op best practices gebaseerde toolkit ontwerpen om familiebedrijven te helpen uitdagingen te overkomen en hun transitie naar steward ownership te vergemakkelijken?