Inaugurele rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van lector aan Hogeschool van Hall Larenstein, 16 juni 2023. Rivieren en beken zijn een gemeenschappelijk, gedeeld goed (in het Engels: common property). De grote rivieren stonden via transport van sediment aan de oorsprong van ons Deltaland en zijn een manifestatie van een belangrijk gedeeld proces: de waterkringloop (Fig. 1). De biogeochemische processen binnen diehydrologische kringloop zorgen voor ons belangrijkste gemeenschappelijk goed: zoet water. Oppervlaktewater – zoals zeewater – verdampt, en wordt door de wind in de vorm van wolken landinwaarts gebracht. Daar valthet als neerslag en zakt in de aarde, wordt gebruikt door planten, verdampt of stroomt vanuit een groter of kleiner stroomgebied via beken en rivieren terug naar zee. Het is daarbij van levensbelang voor ons allen: mensen, dieren en planten. Wij gebruiken rivieren en beken voor ons drinkwater, omvoedsel te verzamelen, als transportader, als riool, als natuurlijke hulpbron inagrarische en industriële productie, voor energieproductie (zowel waterkracht als koeling), als aantrekkelijke woonplaats en voor recreatie. Maar ook wilde dieren en planten gebruiken het als drinkwater,transportader, om voedsel te verzamelen en als leefomgeving. Daarnaast genieten we van de schoonheid van rivieren en beken en biedt het onsinspiratie. Een goed beheer van (het stroomgebied van) beken en rivieren is daarom een gemeenschappelijk belang, waarbij het cruciaal is om de draagkracht van onze watersystemen te kennen en ze niet te overschrijden. Soms moeten we daarvoor terug of verder kijken: naar hoe het vroegerwas, hoe onze buren het doen, of hoe het zou kunnen. In deze rede wordt geschetst hoe er met natuur-gebaseerd rivierbeheer op zoek wordt gegaan naar grote gemene delers: maatregelen waar velen baat bij hebben en waar de belangen ook samenvallen, terwijl we binnen de systeemgrenzen blijven en de draagkracht niet wordt overschreden.
MULTIFILE
Door de beperkte ruimte in Nederland zijn er steeds meer interacties tussen mensen, planten en dieren. Deze interacties kunnen voor overlast zorgen, maar naast overlast kan de perceptie van mensen ook door andere factoren worden beïnvloed. Om te onderzoeken welke factoren dit zijn werd in opdracht van de Vlinderstichting een enquêteonderzoek uitgevoerd.
MULTIFILE
Fruit en landschap, dan denk je misschien aan de Betuwe, waar fruitteeltbedrijven zich aaneenrijgen. Van oudsher was het rivierenlandschap rijk aan fruit en noten, en dan vooral op de hogere gronden, dichtbij de dijk, zodat menig boerderij en dijkhuis weelderig door fruit- en notenbomen omringd was. Naast de commerciële fruitteelt en de fruitbomen op privégrond zijn vruchtbomen ook vaak te vinden in de openbare ruimte van steden en dorpen. Gemeentes planten fruit aan, of nemen oude fruitbomen op in het openbaar groen. En tenslotte zien we allerlei groepen, clubs, verenigingen die initiatief nemen om fruit aan te planten, openbaar of niet openbaar. In sommige gemeentes, zoals bijvoorbeeld Culemborg, vind je dat allemaal naast elkaar. De professionele fruitteler laten we hier verder buiten beschouwing, maar voor alle andere vormen van vruchtbomen geldt eigenlijk dat de bomen, de eigenaren, de beheerders en de gebruikers wel gebaat zijn bij een steuntje in de rug vanuit de betrokken gemeente, of het nu gaat om dat wat er is in stand te houden, of nieuw fruit aan te planten. Ook een kritische blik op het eigen gemeentelijke vruchtbomenbeleid hoort daarbij. Daar wil deze handreiking aan bijdragen.
MULTIFILE