Afgelopen jaar zijn 150 leraren betrokken geweest bij de ontwikkeling van een nieuw curriculum voor het basis- en voorgezet onderwijs. Deze leraren hebben niet alleen een nieuw curriculum ontwikkeld, maar hebben ook een intensief leertraject ondergaan. Curriculum.nu heeft daarmee dus ook 150 curriculum-experts opgeleverd. Het is nu zaak dat scholen de expertise die deze mensen ontwikkeld hebben ook gaan gebruiken en inzetten.
LINK
Beroepsloopbanen van mensen zijn aan het veranderen: 40 jaar werken in dezelfde functie of voor dezelfde werkgever is niet meer van deze tijd (Semeijn, 2017; Sullivan & Baruch, 2009). In onze huidige maatschappij is persoonlijke ontplooiing en ontwikkeling steeds belangrijker aan het worden en willen mensen graag een baan die uitdagend is en past bij hun talenten. Het veranderen van baan of werkgever biedt vaak de mogelijkheden om tegemoet te komen aan die behoeften. De verwachting is dat werkenden in de nabije toekomst vaker van baan, functie of zelfs beroep zullen veranderen en dat het ook vaker zal voorkomen dat mensen in meerdere gebieden tegelijkertijd werkzaam zijn en bijvoorbeeld twee functies combineren (Semeijn, 2017). Kortom, loopbanen nemen steeds meer ‘hybride’ vormen aan (Sullivan & Baruch, 2009).
DOCUMENT
Het onderwijs aan de hogescholen is van oudsher vooral georiënteerd op de eisen die de professionele beroepspraktijk stelt. De entree van de lectoraten binnen het HBO in 2001 om de kennisfunctie van de hogescholen een extra impuls te geven, heeft aan deze oriëntatie niets veranderd1. ‘Professionalisering’ was kort gezegd de opdracht die de lectoren meekregen. Die professionalisering hield in het versterken van de externe oriëntatie binnen het hbo, de vernieuwing van het curriculum, de professionalisering van docenten en de versterking van de kenniscirculatie en kennisontwikkeling. Dit alles echter met in het achterhoofd de beroepspraktijk.
DOCUMENT
Hogescholen staan voor een grote uitdaging. Volgens de Referentieraming 2010 van het ministerie van OCW zal het aantal HBO studenten de komende jaren fors groeien. Dit gaat gepaard met een toename in vraag naar arbeid (docenten). Daarnaast moet een vervanging van arbeid gerealiseerd worden als gevolg van de uitstroom van oudere werknemers uit het HBO (Zestor, 2009). Bovendien maken hogescholen een transitie door van onderwijsorganisatie naar een kennisorganisatie. Dit alles heeft grote gevolgen voor het HRM-beleid van de komende jaren. Een van de grootste uitdagingen is het opbouwen van een personeelsbestand met voldoende gekwalificeerde medewerkers. In dit kader heeft het lectoraat Organisatieconfiguraties en Arbeidsrelaties van de HU in samenwerking met Bureau Talent (het loopbaan - en professionaliseringsbureau van de Hogeschool Utrecht) een inventariserend kwalitatief onderzoek uitgevoerd onder docenten in de leeftijd van 45 jaar en ouder.
DOCUMENT
De focus van dit project was het ontwikkelen van een lerende omgeving binnen het tuinbouwcluster van Greenport West Holland. Met het actieonderzoek werd de kennisstroom verrijkt en is een aanpak ontwikkeld waarmee ook andere bedrijven binnen de sector aan de slag kunnen om een leercultuur te ontwikkelen.
DOCUMENT
hoofdstuk 5 in HRM Heden en Morgen In dit hoofdstuk presenteren we de wetenschappelijke en professionele stand van zaken op het gebied van gezondheid en vitaliteit, om hier vervolgens enkele conclusies aan te verbinden die organisaties en professionals op dit gebied verder zouden kunnen helpen. Hiertoe definiëren we – na een meer algemene beschrijving van de maatschappelijke context van en ontwikkelingen rond dit thema – eerst de algemene begrippen gezondheid en vitaliteit, waarna verschillende perspectieven op gezondheidsbeleid worden gepresenteerd. …
DOCUMENT
Een derde van het totale personeelsbestand van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) bestaat uit ondersteunend beheerspersoneel (OBP). Dit betekent dat ruim 1.200 mensen binnen onze universiteit een belangrijke taak vervullen ondersteunend aan het primaire proces van onze universiteit: onderwijs, onderzoek en kennisvalorisatie. Een deel van het OBP werkt binnen de faculteiten, een andere deel binnen de centrale diensten van de TU/e. Ondanks het feit dat OBP’ers een groot deel van ons personeelbestand vormen, is het loopbaanbeleid voor deze groep nog niet zover ontwikkeld als voor het wetenschappelijk personeel (WP). In 2009 besloten we als College van Bestuur hier verandering in te brengen. We realiseerden ons dat dit voor deze groep medewerkers, met een grote diversiteit aan functies en niveaus, moeilijker zou zijn dan voor het wetenschappelijk personeel
DOCUMENT
In november hebben de Kritische Vrienden van de Lerarenagenda een advies uitgebracht aan de bewindslieden van OCW over ontwikkelmogelijkheden en loopbaanpaden voor leraren. De kritische vrienden is een groep leraren, schoolleiders en lerarenopleiders die door de minister en staatssecretaris is ingesteld met als doel om de ontwikkeling en implementatie van de Lerarenagenda 2013-2020 kritisch te volgen. In het nieuwste advies gaan Marco Snoek en de andere leden van de Kritische Vrienden in op het belang van een samenhangende visie op ontwikkeling en loopbaanpaden van leraren, waarbij het perspectief van de leraar, ondersteuningsstructuren, loopbaanstructuren, competentiestructuren en lokale schoolculturen en –structuren in samenhang bekeken worden. Tevens schetsen de Kritische Vrienden drie modellen voor loopbaanpaden van leraren: Een model waarbij het individuele ondernemerschap van een leraar centraal staat Een model waarin sprake is van gestructureerde loopbaanpaden gekoppeld aan gerichte scholingstrajecten die daar op aansluiten (vergelijkbaar met het model in Singapore, zie het rapport van Louise Elffers hierover: Versterking van de loopbaanladder van leraren: wat kunnen we leren van Singapore? ) Een model waarbij teams centraal staan en waar binnen teams afspraken gemaakt worden wie voor welke periode een bepaalde rol op zich neemt. Dit laatste model heeft de voorkeur van de Kritische Vrienden omdat het minder statisch en meer flexibel is dan de bestaande loopbaanpaden via de functiemix. Het advies sluit nauw aan bij een rapport vanuit de Europese Commissie over de ontwikkeling van leraren: ‘Shaping career-long perspectives on teaching’
DOCUMENT
In deze bijdrage schetsen we een beroepsbeeld voor de leraar als handvat voor loopbaan- en ontwikkelpaden. Dit beroepsbeeld is afgelopen maanden ontwikkeld door een groep experts en besproken met leraren, schoolleiders en opleiders. Aanleiding voor het opstellen van het beroepsbeeld is tweeledig. Enerzijds wordt in de maatschappelijke beeldvorming het beroep van leraar als weinig aantrekkelijk gezien door het ontbreken van duidelijke loopbaanpaden. Anderzijds ontbreekt het aan een gedeeld referentiekader, dat als handvat kan dienen voor het ontwikkelen van loopbaanpaden.Het beroepsbeeld dat we in dit hoofdstuk presenteren, schetst een breder en meer ontwikkelingsgericht beeld van het leraarschap. Het kan bijdragen aan de ontwikkeling van een gemeenschappelijke taal en een gedeeld beeld voor scholen, leraren, lerarenopleidingen en overheid om loopbaan- en ontwikkelmogelijkheden voor leraren te identificeren.
DOCUMENT
In deze notitie willen wij met betrekking tot het werken op oudere leeftijd in relatie tot het wetsvoorstel over de verhoging van de AOW-leeftijd een aantal conclusies trekken
DOCUMENT