In oktober 2019 vond een Europese werkconferentie over loopbaanontwikkeling van leraren plaats op Cyprus.Een kleine groep vertegenwoordigers uit 10 Europese lidstaten en twee stakeholder organisaties (de vakbondskoepel ETUCE en de Europese vereniging voor lerarenopleidingen ATEE) wisselden aanpakken en loopbaanmogelijkheden in verschillende landen uit. Op basis van die uitwisseling ontstonden beelden over beleid en infrastructuren die ondersteunend kunnen zijn voor loopbaanontwikkeling van leraren.De Nederlandse deelname bestond uit Marco Snoek (lector HvA) en Sharon Olsthoorn (directie voorgezet onderwijs, ministerie van OCW). In dit rapport doen zij verslag van de werkconferentie en wat het voor de Nederlandse context oplevert.
Leerlingen in het beroepsonderwijs staan voor de taak ergens goed in te worden en hun scholen moeten hen daarbij helpen. Vanuit het lectoraat Didactiek van het beroepsonderwijs wordt gezocht naar antwoorden op vragen m.b.t. processen van competentie- en arbeidsidentiteitsontwikkeling bij leerlingen, processen van competentieontwikkeling en kenmerken van krachtige en competentiegerichte leeromgevingen.
Een gezonde onderwijsarbeidsmarkt vraagt om een aantrekkelijk(er) carrièreperspectief voor leraren, en dus om een visie én om concrete ideeën die bruikbaar zijn in de context van het Nederlandse (voortgezet) onderwijs. In dit rapport doen we verslag van twee deelstudies naar loopbaanmogelijkheden voor leraren in het voortgezet onderwijs. In de eerste deelstudie is een inventarisatie uitgevoerd van de verschillende rollen die leraren vervullen in het voortgezet onderwijs in combinatie met hun kerntaak, het lesgeven. De tweede deelstudie bevat een inventarisatie van loopbaanopbouw en beleid in enkele andere sectoren (verpleging en politie) en landen (Polen, Slowakije en Europa in het algemeen). In beide deelstudies gaan we in op zowel de verticale als de horizontale groeimogelijkheden in de lerarenloopbaan.
In Brainportregio Eindhoven worden de komende jaren meer dan 70.000 extra arbeidsplaatsen verwacht, waarvan een groot deel in de techniek. Hiervoor zullen fors meer mensen moeten worden opgeleid volgens de laatste inzichten uit de praktijk. Dit kan echter alleen met voldoende docenten die over deze praktijkervaring beschikken. Hybride professionals worden in verschillende strategische agenda’s aangedragen als mogelijke oplossing voor dit vraagstuk. Hybride professionals combineren hun huidige baan binnen een organisatie met werken in het onderwijs. Zij blijven daarmee voor een groot deel verbonden aan hun huidige werkgever en kunnen een belangrijke brug vormen tussen onderwijs en werkveld. In eerdere onderzoeksprojecten is inzicht verkregen in succesfactoren en knelpunten om als professional of werkgever te starten met het hybride docentschap. Er is echter nog weinig inzicht in hoe je het hybride docentschap duurzaam kunt bestendigen in de loopbanen van professionals, in de betrokken (onderwijs)organisaties en in de regio. De doelstelling van dit Professional Doctorate traject is om interventies te ontwikkelen, testen en implementeren zodat hybride professionals: 1) Gelukkig, gezond en productief banen kunnen blijven combineren 2) Ingebed zijn in de structuur en cultuur van (onderwijs)organisaties en bijdragen aan de (strategische) doelstellingen. 3) Bijdragen aan de sterkere verbindingen tussen (onderwijs)organisaties in de regio Om deze doelen te bereiken worden leergemeenschappen opgericht met hybride professionals leidingevenden, HRM’ers en HRD’ers binnen en buiten het onderwijs. Samen met hen wordt bepaald welke interventies worden ontwikkeld en waaraan deze moeten voldoen. Deze interventies worden vervolgens geïmplementeerd in de onderwijsinstellingen en bedrijven. De impact die hiermee wordt beoogd is dat hybride professionals van duurzame meerwaarde zijn voor de Brainportregio door bij te dragen aan een nauwe aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Daarnaast kan het flexibel inzetten van personeel in organisaties binnen en/of buiten het onderwijs de druk op de arbeidsmarkttekorten verlichten.
De AHK ontwikkelt zich van een onderwijsinstelling naar een kennisinstelling voor onderwijs en onderzoek en heeft onderzoek benoemd als een belangrijk speerpunt. Met de Impuls2020 middelen wil de AHK de onderzoeksinfrastructuur en –cultuur versterken door te investeren in het recent opgerichte Research Centre AHK. Het Research Centre AHK komt voort uit ambitie van AHK om coördinatie, beleidsvorming, advies en ondersteuning rond onderzoek te versterken met en voor alle lectoraten en andere betrokkenen aan de AHK. Met de recent vastgestelde Strategische Agenda Onderzoek AHK 2020-2025 kiest de AHK tevens voor een brede externe strategie en meer samenwerking tussen lectoraten rond een gezamenlijk onderzoeksprofiel. Doel daarbij is onder andere meer massa en focus. Versterken van het netwerk rond onderzoek extern -met onder andere kennisinstellingen, maatschappelijke partners - en intern -in en met het eigen onderwijs- is daarbij een belangrijk speerpunt. De Impuls2020 middelen hebben een aanjagende werking op de uitvoering van projecten voortkomend uit de Strategische Agenda Onderzoek. Het gaat dan om projecten rond relevante thema’s, zoals ‘loopbanen voor onderzoekers binnen de AHK’, ‘datamanagement’ en ‘de derde cyclus/doorlopende leerlijnen’. Ook wil de AHK de middelen benutten voor het versterken van samenwerken in KUO verband. En voor het verkennen en voorbereiden van deelname aan een SPRONG in samenwerking met andere kennisinstellingen en maatschappelijke partners. De AHK wil hierin samen optrekken met de HKU en geeft dit vorm door het voornemen tot het gezamenlijk financieren van een verkenner van raakvlakken en concrete kansen rond SPRONG en eventuele andere subsidiemogelijkheden als RAAK en Europese regelingen. De AHK wil koersen op het realiseren van een kansrijke SPRONG (ronde 2 voorjaar 2022).