Diversiteit is een gegeven, in iedere groep verschillen leerlingen of studenten van elkaar. Op gebied van hun culturele en/of sociaal-economische achtergrond, maar ook wat betreft hun capaciteiten, motivatie en leerstijl. Ook interesses verschillen en de mate van zelfsturing. Diversiteit is er in iedere groep. Waarderen kun je interpreteren als ‘appreciëren of op prijs stellen’. Het betekent echter ook ‘inschatten of evalueren’. Niet iedereen waardeert diversiteit in de eerste zin van het woord; het is dan ook een enorme uitdaging om goed af te stemmen op diversiteit. In deze tijd van Passend Onderwijs en het M-decreet wordt dit in het onderwijs echter wel van je verwacht. Niet alleen door de overheid, maar ook door de school zelf. In vrijwel iedere visie en missie ligt de nadruk op talentontwikkeling, eigenaarschap, gepersonaliseerd leren of een andere term die verwijst naar het ondersteunen van de ontwikkeling van individuele leerlingen. Hoe jij als onderwijsprofessional diversiteit waardeert, in de tweede zin van het woord, heeft veel invloed op jouw handelen, op wat je uitstraalt en op de ontwikkeling van de leerlingen die jij lesgeeft. Daar gaat dit themanummer over. Waarderen van diversiteit gaat in de kern om jezelf kennen en de ander te willen leren kennen. Je eigen opvattingen, houding en verwachtingen, die je gedurende je leven hebt gevormd, bepalen hoe je kijkt naar diversiteit tussen leerlingen en naar jouw rol als professional. Kun je open en onbevooroordeeld naar leerlingen en hun ouders kijken en proberen te begrijpen hoe een ander naar dingen kijkt, denkt en leert?
In een tijd waarin ruimte in de stad steeds schaarser wordt, neemt de druk op ruimte voor werk toe. Ondernemers vanuit 6 praktijkvoorbeelden stellen ruimte voor werk wel veilig door als collectief te opereren. Door het vast stellen van hun (betaalbare) ruimte voor werk, kunnen collectieve toegevoegde waarde voor gebiedsontwikkeling in stedelijke omgevingen opbrengen. Als we dit tot een maatschappelijke investeringsmodel zouden kunnen vertalen, dan zouden ondernemers 1. de positie en relevantie van MKB in de stad helderder legitimiseren 2. onrendabele toppen haalbaarder maken (te verdelen onder de baat-hebbenden) 3. MKB collectieven een vaste rol in gebiedsontwikkeling bieden 4. Beter benutten van vastgoed, faciliteiten en infra's (verdichten/stapelen/clusteren) 5. Last mile van circulaire ketens vanuit de stad en urban-mining bevorderen.In dit whitepaper beschrijven we drie specifieke randvoorwaarden die bijdragen aan opschaling van ondernemerscollectieven: 1) het meten van hun impact op gebouw-, gebieds-en stadsniveau, 2) het omarmen van nieuwe samenwerkingsvormen en 3) het ontwikkelen van een lange termijnvisie op werkruimte in de stad. Het perspectief van de ondernemer staat centraal. Maar er is ook aandacht voor de rol van de overheid, de noodzakelijke beleidsmatige steun en het instrumentarium om opschaling mogelijk te maken.
Dit boek beschrijft hoe beleidsmedewerkers en bestuurders van gemeenten en non-profitorganisaties kunnen bijdragen aan een sociaal domein dat de krachten van mensen beter benut. Het thema is outreachend werken: het vergroten van de kansen op preventie, herstel, sociale stijging en zelfredzaamheid van specifieke groepen mensen in zorgwekkende omstandigheden. Het onderzoek beschrijft vijf beloftevolle outreachende praktijken met/voor mensen in kwetsbare omstandigheden. De auteurs beschrijven de transitie van systeem- naar leefwereld, van top-down naar bottom-up aansturing van de sociale sector, van deductief naar inductief leren en ontwikkelen.