We hebben tijdens dit onderzoek gezien dat professionals die direct met jongeren werken goed zijn in het aansluiten bij hun leefwereld. Ze doen als het ware een pedagogische dans met jongeren, waarbij ze hen zoveel mogelijk ‘in the lead’ laten, maar soms ook een andere kant op bewegen wanneer dat nodig is, terwijl ze wel in ‘close contact’ met jongeren blijven. Professionals die op school, in de wijk en online dagelijks met jongeren werken zijn goed in improviseren en afstemmen, om zo samen met elke jongere een eigen, passend ritme te vinden. Zij kunnen deze pedagogische dans echter niet uitvoeren zonder vertrouwen en steun van managers en teamleiders binnen hun eigen organisatie, en zonder passende opdrachten en faciliterende kaders van beleidsmakers. Het swingt pas echt, als ook deze twee partijen bij de pedagogische dans tussen jongeren en professionals betrokken zijn. Met andere woorden: dansen doe je met zijn vieren. In deze publicatie delen we onze ‘danslessen’ voor uitvoerend professionals, teamleiders/managers en beleidsmakers in het onderwijs en het sociaal domein. We beschrijven hoe zij elk op hun eigen manier eraan kunnen bijdragen dat jongeren met plezier, energie en vertrouwen de toekomst in dansen. Dit onderzoek is uitgevoerd door onderzoekers van het lectoraat Jeugd en Samenleving van Hogeschool Inholland, perMens en het Verwey-Jonker Instituut, in het kader van de Kenniswerkplaats Jeugd KeTJAA in Amsterdam-Amstelland. KeTJAA is een van de twaalf Regionale Kenniswerkplaatsen Jeugd en wordt gefinancierd door ZonMw en de gemeente Amsterdam. Auteurs: Marjolijn Distelbrink, Femke Kaulingfreks, Kelly Matthijsen, Evelien Nijland, Sophie Vermaning en Donya Yassine
DOCUMENT
De ouderenzorg in Nederland maakt al enkele jaren een ingrijpende transitie door als gevolg van de vergrijzing en de financiële crisis (SER, 2008; Helderman e.a. 2013; Van Dalen e.a. 2010; Sociaal Cultureel Planbureau, 2013). Er is door zorgorganisaties hard gewerkt aan vernieuwing en verande¬ring. De veranderaanpak van zorgorganisaties verschillen echter sterk van elkaar, met als uitersten van bovenaf gestuurd volgens vastomlijnde plannen, tot van onderop laten ontstaan. Over het vraagstuk welke aanpak nu het meest succesvol is, wordt een levendige discussie gevoerd in de literatuur over organisatieverandering (o.a. Beer & Nohria, 2000; Boonstra, 2010; Kolind & BØtter, 2014). Het is de vraag of een organisatie überhaupt in staat is om zichzelf te veranderen in de gewenste richting. Daar¬naast hebben de meeste zorgorganisaties doorgaans in meer of mindere mate eigenschappen van een bureaucratisch systeem. Kan een bureaucratische organisatie transformeren tot een cliëntgerichte or¬ganisatie? Alles in een bureaucratisch systeem is er juist op gericht om dit systeem in stand te houden. Fruytier (1994) duidt dit ook wel als de paradox van de Baron van Münchhausen (Fruytier, 1994). Het Experiment sociale innovatie, ontwikkeld door BrabantZorg, brancheorganisatie ActiZ en de HU1 was één van de veranderinitiatieven dat als doel had om het bureaucratische systeem te doorbreken en meer regelruimte te creëren voor medewerkers. Bij de veranderaanpak was bewust gekozen voor een bottom-up aanpak. BrabantZorg heeft na het experiment samen met de HU de aanpak doorontwik¬keld en opgeschaald. Heeft deze veranderaanpak gewerkt, en belangrijker nog, ook beklijfd? Met an¬dere woorden, is de Baron in staat geweest om na enige hulp op eigen kracht aan de kant te komen, en ook om de vaste grond onder zijn voeten te houden?
DOCUMENT
In dit rapport wordt verslag gedaan van de bevindingen uit deelproject 2: een onderzoek naar de metamethodiek wraparound care bij drie instellingen voor verslavingsreclassering. Het onderzoek is begeleid door Jo Hermanns, Anneke Menger en Rene Butter. Luisteren naar de cliënt, de cliënt serieus nemen en de continuïteit van zijn begeleiding waarborgen; belangrijke elementen van een goed reclasseringstraject. Maar hoe doe je dit bij een doelgroep die middelen gebruikt en veelal ook psychiatrische problemen heeft? Dit onderzoeksrapport maakt duidelijk dat wraparound care toegevoegde waarde heeft voor reclasseringswerkers. Het onderzoek richt zich op het verbeteren van de samenhang en continuïteit in de justitieketen, wat voor deze kwetsbare doelgroep erg belangrijk is. Vaak krijgen cliënten in de praktijk te maken met verschillende partijen die allemaal een klein stukje van de problemen proberen op te lossen. Het komt voor dat de verschillende partijen niet van elkaar weten wat ze doen, soms zelfs met tegenstrijdige behandelingen en adviezen tot gevolg. De cliënt raakt hiervan in de war en weet niet meer naar welke hulpverlener hij moet luisteren. Met uiteindelijk een minder effectieve aanpak tot gevolg. Wraparound care vormt een team om een cliënt heen, waar die cliënt zelf ook deel van uitmaakt. Alle betrokken partijen weten van elkaar wat ze doen. Ze verdelen de taken en verantwoordelijkheden. Er wordt gewerkt vanuit de eigen kracht van de cliënt. Dit sluit naadloos aan bij de specifieke aanpak van de verslavingsreclassering, waarin de visie van de cliënt ook belangrijk is. Als een cliënt zelf verantwoording neemt voor het reclasseringstraject, daalt de kans op herhalingscriminaliteit fors. En dat is juist waar de verslavingsreclassering voor staat: het strafrecht effectiever maken.
DOCUMENT
Gepersonaliseerd leren is een vorm van leren waarin de student centraal staat. Het biedt kansen het onderwijs te flexibiliseren, meer gedifferentieerd te werken en meer maatwerk te leveren. Deze manier van leren is zowel voor de student als de docent, maar ook voor de organisatie van het onderwijs, een uitdaging. Dit artikel verkent het onderwerp ‘gepersonaliseerd leren’ met behulp van een werkmodel. Vervolgens wordt een praktijksituatie beschreven waarin sprake was van gepersonaliseerd leren. Studenten en docenten van de opleiding Sportmanagement hebben binnen een derdejaars module over ondernemen, ervaring opgedaan met gepersonaliseerd leren. Er wordt ingegaan op hoe dit soort leren er uitziet, wat het vraagt van student, docent en organisatie, en op de ervaringen van studenten en docenten.
DOCUMENT
Onder de noemer Ruim baan voor betekenisvol maatwerk (ook wel ‘Ruim baan’ genoemd) zit de volwassenenreclassering1 midden in een veranderingsproces naar meer ruimte voor maatwerk. ‘Ruim baan’ bij de reclassering sluit aan bij veranderingen bij het openbaar ministerie (OM), de belangrijkste aanvrager van reclasseringsadviezen. Er wordt door het OM vaker ingezet op een contextgerichte, integrale aanpak. Dit betekent dat er niet alleen sprake is van een strafrechtelijke aanpak, maar dat er in bepaalde gevallen ook aansluiting is met een bestuurlijke aanpak of afstemming met zorg of hulp. Er is meer aandacht voor maatwerk en flexibiliteit (Spiegels en vensters, december 2016). Dit betekent ook een verandering in de vraag aan de reclassering.
DOCUMENT
Diversiteit is een gegeven, in iedere groep verschillen leerlingen of studenten van elkaar. Op gebied van hun culturele en/of sociaal-economische achtergrond, maar ook wat betreft hun capaciteiten, motivatie en leerstijl. Ook interesses verschillen en de mate van zelfsturing. Diversiteit is er in iedere groep. Waarderen kun je interpreteren als ‘appreciëren of op prijs stellen’. Het betekent echter ook ‘inschatten of evalueren’. Niet iedereen waardeert diversiteit in de eerste zin van het woord; het is dan ook een enorme uitdaging om goed af te stemmen op diversiteit. In deze tijd van Passend Onderwijs en het M-decreet wordt dit in het onderwijs echter wel van je verwacht. Niet alleen door de overheid, maar ook door de school zelf. In vrijwel iedere visie en missie ligt de nadruk op talentontwikkeling, eigenaarschap, gepersonaliseerd leren of een andere term die verwijst naar het ondersteunen van de ontwikkeling van individuele leerlingen. Hoe jij als onderwijsprofessional diversiteit waardeert, in de tweede zin van het woord, heeft veel invloed op jouw handelen, op wat je uitstraalt en op de ontwikkeling van de leerlingen die jij lesgeeft. Daar gaat dit themanummer over. Waarderen van diversiteit gaat in de kern om jezelf kennen en de ander te willen leren kennen. Je eigen opvattingen, houding en verwachtingen, die je gedurende je leven hebt gevormd, bepalen hoe je kijkt naar diversiteit tussen leerlingen en naar jouw rol als professional. Kun je open en onbevooroordeeld naar leerlingen en hun ouders kijken en proberen te begrijpen hoe een ander naar dingen kijkt, denkt en leert?
DOCUMENT
Studentenwelzijn blijkt de laatste jaren meer onder druk te staan en staat dan ook hoog op de agenda in het hbo en wo. Ook bij Fontys Pedagogiek is er in toenemende mate aandacht voor studentenwelzijn, zeker sinds de coronapandemie. In 2020 is de voltijdopleiding Pedagogiek van Fontys overgestapt naar een nieuw 'leergroep-curriculum'. Vanuit het Lectoraat Opvoeden voor de Toekomst hebben Aafke Baars-Seebregts en Guusje Staring een praktijkgericht, exploratief onderzoek uitgevoerd vanuit de vraag: Hoe kunnen de coachende onderwijsprofessionals binnen het leergroep-curriculum van de voltijdopleiding Pedagogiek handelen op een manier die bijdraagt aan het welzijn van de Pedagogiekstudent? In deze publicatie doen zij verslag van zowel de literatuurverkenning als het praktijkonderzoek met collega-coaches, studenten en een lid van de ontwikkelgroep.
DOCUMENT
In 2022 ontwikkelde het Leernetwerk Normaliseren (LNW) van de Werkplaats SAMEN een visie op normaliseren.Tegelijkertijd realiseerden de deelnemers in het LNW zich dat een visie vooral een papieren werkelijkheid is. Vanuit dit besef groeide het plan om een document te ontwikkelen dat praktijk en beleid zou kunnen inspireren bij het zetten van concrete stappen bij het normaliseren van twijfels, zorgen en kwetsbaarheden bij opgroeien en opvoeden. Om tot die inspiratie te komen, is er gekeken naar bestaande voorbeelden die naar de mening van het LNW aansluiten bij de elementen van de visie op normaliseren. Van elk voorbeeld is de werkwijze omschreven, met aandacht voor de context waarin het voorbeeld in de praktijk vorm krijgt, voor de wijze waarop het voorbeeld aansluit bij de belangrijkste elementen van de visie en voor de sterke- én verbeterpunten. De beschrijvingen bevatten indicaties over de mate waarin de voorbeelden ondersteunend werken voor jeugdigen en gezinnen, in het opgroeien en opvoeden.
MULTIFILE
‘Bedrijfsprocessen uit de cloud, business rules als succesfactor’ is een publicatie van het Platform Outsourcing Nederland en is het verslag van een onderzoek van de Hogeschool Utrecht, Lectoraat Extended Enterprise Studies, die tot stand is gekomen met een subsidie van het PON (Platform Outsourcing Nederland).
MULTIFILE
Als je je oriënteert op een nieuwe studie of mogelijkheden om je verder te ontwikkelen kom je waarschijnlijk zoiets tegen als een ‘Professionele Leergemeenschap’ (PLG). Zo’n ‘leergemeenschap’ lijkt heel praktijkgericht te zijn en het kan het over verschillende inhouden gaan, maar hoe zit het eigenlijk? Waarom zijn er zoveel hogescholen en universiteiten die meededen aan een PLG-pilot? Als je samen met een groep collega’s een PLG vormt, dan kan dat genieten zijn. Zo’n samenwerkingsverband of team heeft meerwaarde voor iedereen, voor ieder thema en onderwerp, hoe klein of groot ook. Na een jaar kun je op elke plek die jij wilt, samen met collega’s, een eigen PLG opzetten. Wat je nodig hebt zijn ademruimte, aandacht en inbreng van andermans professionaliteit. Aeres Hogeschool kan voor de juiste facilitators zorgen. In dit boekje vind je: - Antwoorden op vragen over PLG’s zoals: wat is een PLG, hoe faciliteer je een PLG, ‘wat is in for me’ en wat vraagt het van jou en het management? Wat kan het mij opleveren voor m’n werk met leerlingen, studenten en collega’s? - Ervaringsverhalen van personen die aan zo’n PLG hebben meegedaan. - Nieuwe invalshoeken. Hoe leuk en leerzaam kan samenwerken in een PLG zijn, bijvoorbeeld met veertien collega’s afkomstig van zeven verschillende locaties? - Praktische informatie van docenten en facilitators die hiermee de afgelopen jaren ervaring hebben opgedaan. - Antwoorden op vragen als: ‘Wat werkt wel en wat niet?’ ‘Wat heb je er als docent aan en wat als school en leidinggevende?
DOCUMENT