Er is veel om onze luchtkwaliteit te doen op dit moment. Nederland is in de ban van stikstof. Toch is het niets bijzonders dat stikstof in onze lucht zit. Sterker nog, onze buitenlucht bestaat voor ca. 78% uit stikstof. Daarnaast bestaat de buitenlucht voor ca. 21% uit zuurstof en in de resterende 1% zit bijvoorbeeld het bekende broeikasgas koolstofdioxide (CO2). De luchtkwaliteit wordt met name bedreigd door stikstofoxiden, niet te verwarren met het stikstofgas dat al in de lucht zit, en fijnstof. De vraag is of de luchtkwaliteit in Nederland zo zeer is verslechterd, nu er zoveel aandacht is voor dit onderwerp. Het antwoord daarop is neen. Volgens het RIVM is de lucht nu schoner dan ooit. Omdat er minder fossiele brandstoffen worden verbruikt daalt ook de uitstoot van schadelijke gassen en de luchtkwaliteit in ons land voldoet momenteel grotendeels aan de Europese grenswaarde. Ook de uitstoot van CO2 daalt en zit nu op het niveau van 1990. Toch wil dit nog niet zeggen dat de volksgezondheid daarmee volledig wordt beschermd. Ook bij lage concentratieniveaus zijn onder andere stikstofoxiden en fijnstof nog schadelijk voor de gezondheid. Vandaar dat deze concentratieniveaus verder terug moeten worden gedrongen, want een gezonde leer-, werk- en leefomgeving staat of valt bij een gezonde luchtkwaliteit, zowel buiten als binnen. En daarom staat deze gezonde omgeving ook centraal in onderzoeken van de Hanzehogeschool in zowel kantoren, de zorg, de stad en op de campus.
LINK
Mensen die zelf de luchtkwaliteit van hun wijk willen meten… Toekomstmuziek? Nee hoor, het RIVM is er al mee bezig. Maar wat komt daar allemaal bij kijken? Een onderzoek over luchtkwaliteit als startpunt voor een discussie over citizen science.
LINK
In Waalre is een jaar lang de luchtkwaliteit gemeten door het RIVM. De resultaten zijn officiëel nog steeds niet vastgesteld na twee jaar. Het gemeentelijk jaarverslag over 2008 vermeldt echter wel resultaten. Die zijn reden voor zorg want over een lengte van 7 km aan de rijksweg N69 is de concentratie stikstofdioxide duidelijk te hoog. In dat gebied zouden bijna 400 mensen hieraan worden blootgesteld. De gemeente Waalre heeft echter de betrokkenen nooit geïnformeerd uit angst voor schadeclaims.
DOCUMENT
Gezonde gebouwen met biobased materialen: Onderzoek naar de impact op gebruikers. Binnen het RAAK AWARD-genomineerde BIO-ISO onderzoek is een unieke testfaciliteit ontwikkeld. Hierin worden gevels van 6 bij 3 meter onderzocht, waarmee dampopen gevelconstructies met biobased materialen getest worden. Het eerdere BIO-ISO onderzoek richtte zich vooral op de thermo-hygrische eigenschappen van deze materialen. Dit nieuwe onderzoek gaat een stap verder en onderzoekt de effecten van deze gevels op het binnenklimaat én de gezondheid van mensen. Het doel? Aantonen dat deze duurzame constructies niet alleen goed zijn voor het milieu, maar ook voor onze gezondheid! Om de relatie tussen het binnenklimaat en gezondheid volledig te begrijpen, zijn de volgende vragen cruciaal: 1. Welke factoren bepalen precies hoe het binnenklimaat onze gezondheid beïnvloedt? 2. Welke meetmethoden zijn er om de effecten van het binnenklimaat op onze gezondheid te bepalen? 3. Welke biobased dampopen constructie biedt de optimale balans tussen energieprestaties en gezondheidseffecten? 4. Wat is de invloed van het vochtbufferingsvermogen van deze constructies op onze gezondheid? 5. Hoe ontwikkelen we optimale constructies die zorgen voor een gezond en comfortabel binnenklimaat? En hoe kunnen we de biobased materialen met de beste eigenschappen efficiënt aanbrengen? Dit gaan we onderzoeken met een sterk consortium bestaande uit verschillende hogescholen (AVANS, HZ, HU, HAN), Kingspan, Pro Suber®, Strobouwer, IsoHemp, NPSP, Van der Weegen, Monks stukadoors, en K&I Netwerk Circulair Bouwen Nederland. We weten nog maar weinig over de langetermijneffecten van biobased materialen op onze gezondheid. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de luchtkwaliteit binnen? En hoe beïnvloeden deze materialen onze gezondheid op de lange duur? Daarom is dit onderzoek zo belangrijk. Het helpt ons om de risico's én de voordelen van biobased materialen beter te begrijpen. Zo kunnen we in de toekomst gezondere én duurzamere gebouwen ontwerpen, waar mensen met plezier en gezondheid kunnen wonen en werken.
City Deal Kennis Maken (CDKM) in Zwolle heeft tot doel studenten, docenten en onderzoekers structureel te betrekken bij de maatschappelijke opgaven van (regio) Zwolle. Dit doet zij door de stad aan te bieden als rijke leeromgeving waarin gemeente en kennispartners met elkaar samenwerken aan opgaven binnen de volgende vier thema’s: • de groene omgeving (klimaatadaptatie, energietransitie en circulaire economie), • de zorgzame samenleving, • de wendbare en inclusieve werkomgeving en • de informatiesamenleving. De CDKM beoogt zoveel mogelijk de bestaande structuren en agenda’s in de stad te versterken en de samenwerking tussen gemeente en kennisinstellingen te bevorderen. Een belangrijke eerste stap hierin is het organiseren van de vraagarticulatie, om zo te komen tot dynamische kennisagenda’s als basis voor het vormgeven van samenwerking in projecten, onderzoeken en curricula. Een tweede stap is om het proces van leren en delen effectief vorm te geven. Dan gaat het om zowel de samenwerking binnen de CDKM in Zwolle, als het breder delen van de ontwikkelde kennis en opgedane ervaringen vanuit de inhoudelijke kennisagenda met andere initiatieven en structuren. Om bij te dragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen is de uitdaging om de kennis en inzichten vanuit de CDKM dusdanig op te schalen en te ontsluiten naar de stad en regio, dat deze daar verder tot waarde komt. Het eerste programmajaar van de City Deal heeft Zwolle benut om de organisatie van de samenwerking neer te zetten, te bouwen aan samenwerking rond de vier strategische thema’s en eerste concrete samenwerkingsprojecten te realiseren. De ervaringen en inzichten van dit eerste jaar leiden tot een actieve focus op het thema ‘informatiesamenleving’ voor het tweede en derde programmajaar.
‘Bomentaal’ betreft de ruimtelijke samenhang tussen boomsoorten, beplantingstypen en boomstructuren, en hun specifieke locatie (stad, wijk of straat). Dit onderzoek naar de configuraties van boombeplanting in Delft is de eerste stap om een nieuwe methodiek te ontwikkelen om dit vocabulaire van boomstructuren in Nederlandse laaglandsteden te ontrafelen, als drager en handvat voor de herziening en uitbreiding van het urban forest in Nederland. Stadsbomen zijn de ruggengraat van de groene stedelijke ruimte en leveren een belangrijke bijdrage aan het omgaan met gevolgen van klimaatverandering zoals hittestress, wateroverlast, luchtkwaliteit en achteruitgang van biodiversiteit. Dit is niet los te zien van de baten voor de gezondheid, de leefbaarheid, en het versterken van de stedelijke identiteit. Dit vraagt om een evaluatie en uitbreiding van het urban forest. Omdat de uitbreiding van het urban forest plaats zal vinden in en om bestaande steden is kennis van de bomentaal van deze steden onontbeerlijk. Het onderzoeken van de bestaande bomentaal - het scheppen van een ordening en het benoemen en tonen van essentiële eigenschappen verschillende typen boomstructuren - is onontbeerlijk bij de herziening en uitbreiding ervan. Voor dit onderzoek is gekozen voor de stad Delft: een typische laaglandstad met een lange geschiedenis van stedelijke boombeplanting, en een grote transformatieopgave wat betreft uitbreiding en vernieuwing van de woningvoorraad, klimaatadaptatie, gezondheid en welzijn, leefbaarheid en het behoud van identiteit. Door de kleine schaal van Delft kan de ontsluiting van diens bomentaal derhalve als test-case dienen voor het ontwikkelen van methodes, inzichten en perspectieven voor het urban forest van het Nederlandse laagland. Het onderzoek analyseert de kenmerkende beplantingsstructuren in Delft op drie schaalniveaus (boom, boomarrangementen, groenstructuur) in diagrammatische tekeningen, beelden en tekst op basis van veldonderzoek, historische documentatie en cartografisch onderzoek. Zowel de fysiek-ruimtelijke, technische als sensorische aspecten van de bomentaal worden in kaart gebracht.