In dit proefschrift worden de resultaten beschreven van een studie die online wijkplatformen voor thuiswonende ouderen evalueert die werden ontwikkeld op basis van wensen en behoeften van eindgebruikers. Middels deze online wijkplatformen worden ouderen gestimuleerd om maatschappelijk te participeren en wordt gepoogd om in wijken vraag en aanbod van inwoners bij elkaar te brengen. Via deze online platformen kunnen wijkbewoners, zo ook thuiswonende ouderen, verschillende applicaties raadplegen.
DOCUMENT
In dit onderzoeksrapport staat het maatschappelijk vastgoed van de gemeente Emmen centraal. De gemeente Emmen staat voor de keuze of zij haar maatschappelijk vastgoed moet gaan verkopen of niet.Dit onderzoek is uitgevoerd via een indirecte opdrachtgever. Deze indirecte opdrachtgever is een aanspreekpunt voor de gemeente Emmen en voor het onderzoeksteam. In het onderzoek wordt voor de gemeente Emmen onderzocht welke mogelijke manieren er zijn om haar maatschappelijk vastgoed te verkopen, waarbij zij haar invloed behoud. De centrale vraag zal volledig beantwoord worden door alle informatie die door kwalitatieve methoden verzameld is.Het doel van het onderzoek is, een passende manier voor de gemeente Emmen vinden om haar maatschappelijk vastgoed te verkopen met behoudt van invloedsmogelijkheden. De probleemstelling van het onderzoek is als volgt samengesteld:“Welke mogelijkheden heeft de gemeente Emmen tot haar beschikking, om ervoor te zorgen dat na verkoop van haar maatschappelijk vastgoed, haar invloed deels behouden kan blijven?”.Studentonderzoek in het kader van het thema Leefomgeving.
DOCUMENT
De Barometer onderzoekt het beheer van maatschappelijk vastgoed door gemeenten in Nederland. Dit onderzoek wordt al uitgevoerd vanaf 2007. Het Barometeronderzoek 2011 is uitgevoerd door studenten van de opleiding Vastgoed & Makelaardij van de Hanzehogeschool te Groningen, in opdracht van het Consortium Maatschappelijk Vastgoed. Het type onderzoek dat dit jaar is uitgevoerd, is een kwantitatief onderzoek. Het betrof een herhalend veldonderzoek bij een grote groep respondenten via een digitale enquête.Studentonderzoek in het kader van het thema Leefomgeving.
DOCUMENT
In hoeverre is er sprake van maatschappelijk draagvlak voor biovergisters? In dit onderzoek zijn publieke discussies over biovergisters in Noord-Nederland als uitgangspunt genomen. Op basis van deze discussies is gekozen voor het nader bestuderen van het draagvlak voor twee biovergisters die relatief veel in het nieuws geweest zijn: een agrarische biovergister die nabij de wijk Klinkenvlier in Coevorden staat en een industriële biovergister die geplaatst zou worden in Foxhol, maar mede door publiek protest niet geplaatst is. Longitudinale contextanalyses en discoursanalyses zijn uitgevoerd op basis van gepubliceerde teksten in online en offline media. Hiermee is het verloop van het debat dat in de media heeft plaatsgevonden in kaart gebracht, zijn de actoren die het debat domineren geïdentificeerd en zijn patronen in de communicatie beschreven. Hierna hebben we kwantitatief en kwalitatief onderzoek uitgevoerd onder omwonenden van de (plannen voor de) biovergisters. Uit de resultaten blijkt dat omwonenden de biovergisters als onbetrouwbare en gevaarlijke installaties construeren en dat zowel de initiatiefnemers als de overheid weinig vertrouwen genieten. Het draagvlak voor een gerealiseerde biovergister bleek bovendien sterk afhankelijk te zijn van ervaren stankoverlast. Hiernaast blijkt dat waargenomen procedurele en distributieve rechtvaardigheid, het verstrekken van hoogwaardige informatie en vertrouwen een belangrijke rol spelen in de acceptatie. Uit een discoursanalyse is gebleken dat een inhoudelijk debat over de wenselijkheid van biovergisters niet op gang gekomen is: omwonenden geven hun argumenten tegen, maar de overheid verwijst slechts naar regels en procedures die correct opgevolgd zijn. De exploitanten verwijzen eveneens naar regels en procedures en geven aan zich maximaal in te zetten om overlast te voorkomen. Het debat over de wenselijkheid van een biovergister, de plaatsing ervan en de bijdrage die een dergelijke installatie kan leveren aan het verduurzamen van de energievoorziening is niet op gang gekomen. Dit inhoudelijke debat dient gevoerd te worden om te kunnen bepalen of er voldoende draagvlak voor biovergisters is en of het eventueel gecreëerd kan worden.
DOCUMENT
In deze tekst wordt een beschrijving gegeven van het fictieve bureau voor maatschappelijk werk 'de toren' en de mate waarin maatschappelijk werkers in toenemende mate gebruik maken van ict in de hulp- en dienstverlening. Daarbij wordt ingegaan op de mogelijkheden van e-mail in de hulpverlening, het verwijzen naar internet voor informatie en advies, het gebruik van websites voor specifieke doelgroepen en het gebruik van internet als informatiebron over maatschappelijke ontwikkelingen.
DOCUMENT
De Zijlen is een organisatie die zich inzet voor zo’n 1000 mensen (kinderen, jongeren en volwassenen) met een verstandelijke beperking. Vanaf 2005 is bij De Zijlen een belangrijke verhuisbeweging gestart, waarbij cliënten met een verstandelijke beperking van het instellingsterrein “Sintmaheerdt” in Tolbert en “Groot Bronswijk” in Wagenborgen, verhuisd zijn naar kleinschaliger woonlocaties. Dit onderzoek is een vervolg op het onderzoek ”Op weg naar een nieuwe woning” (Emmens, van der Meulen, Wallenburg & Terpstra, 2010). In dit vervolgonderzoek zijn hierbij ook ervaringen van cliënten van Groot Bronswijk meegenomen. Bij De Zijlen vindt men het belangrijk dat iedere cliënt zijn of haar eigen plek inneemt in de maatschappij. Maatschappelijke participatie is een van de kernthema’s binnen De Zijlen. In de visie van De Zijlen worden verder als kernthema’s keuzevrijheid, privacy en relatievorming genoemd. Door het management van De Zijlen is aan het lectoraat Rehabilitatie van de Hanzehogeschool Groningen gevraagd om te onderzoeken welke resultaten deze verhuizingen hebben opgeleverd. In hoeverre heeft het deconcentratieproces geleid tot verbetering van de kwaliteit van leven en tot participatie in de wijk? In deze samenvatting komen achtereenvolgens de achtergrond, de onderzoeksvraag, de opzet van het onderzoek, de uitkomsten en de aanbevelingen aan bod.
DOCUMENT
Dit artikel is het eerste van een drieluik over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (hierna: MVO) in de sport. Met dit drieluik beogen de auteurs MVO in de sport te conceptualiseren en vervolgens aan te geven hoe hoog de lat van MVO kan en moet liggen binnen de sport, en in het bijzonder bij betaald voetbal-organisaties in Nederland. In dit artikel wordt ingegaan op wat de auteurs onder MVO in de sport verstaan. Vervolgartikelen verschijnen in juli en augustus op www.sportknowhowxl.nl
LINK
In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
MULTIFILE
Dit artikel is het tweede van een drieluik over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (hierna: MVO) in de sport. In het eerste artikel hebben we MVO in de sport geconceptualiseerd. In dit tweede artikel gaan we in op de vraag wat we van het sportbedrijfsleven mogen verlangen wat betreft maatschappelijk verantwoord ondernemen. In het laatste artikel zullen we specifiek ingaan op wat we mogen verlangen van organisaties in het betaald voetbal. Om onze vraag te beantwoorden, wordt eerst een zekere categorisering aangebracht in het sportbedrijfsleven: profit, not-for-profit en goede doelen-organisaties. Sportorganisaties hebben vaak zeer verschillende doelstellingen. Deze doelstellingen hangen samen met de functies die de organisaties vervullen in het maatschappelijk leven. De doelstellingen van commerciële sportorganisaties komen voort uit de maatschappelijke taak van ondernemingen om op een zo efficiënt mogelijke wijze goederen en diensten voort te brengen en aldus een bijdrage te leveren aan de economische ontwikkeling van een land. Dat vraagt een bepaald niveau van maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar wel beperkt. Voor een sportbond gelden andere doelstellingen: bijvoorbeeld zorgen dat zoveel mogelijk mensen op hun eigen niveau kunnen deelnemen aan de sport. Een hoger niveau van maatschappelijk verantwoord ondernemen kan daarbij verlangd worden. Nog weer anders liggen de doelstellingen van een goed doel, zoals de Johan Cruyff Foundation. Uiteindelijk wil deze stichting een bijdrage leveren aan een betere wereld, waarbij sport het communicatieplatform is. Doelstellingen van ideële sportorganisaties sluiten vaak al naadloos aan bij wat vaak gezien wordt als ‘maatschappelijk verantwoord’
LINK