In dit rapport is onderzoek gedaan naar het uitbesteden van maatschappelijk vastgoed. Hierbij gaat het om het uitbesteden van het technische beheer.Dit onderzoek is gehouden in opdracht van de gemeente Assen. De gemeente Assen is geïnteresseerd in de keuzes die andere gemeenten gemaakt hebben met betrekking tot het uitbesteden. In het verleden is er nog niet veel onderzoek naar uitbesteding van vastgoed gedaan. Om toch een duidelijk beeld te krijgen van het proces richting uitbesteden zijn verscheidene gemeenten en experts benaderd. Aanvankelijk richtte dit onderzoek zich enkel op het uitbesteden van het technisch beheer. Tijdenshet onderzoek zijn er interessantere onderwerpen aan het licht gekomen, die tevens een aanvulling waren op het onderzoek. Daarmee is het oorspronkelijke onderzoeksontwerp uitgebreid.Er zijn een aantal gemeenten die hun maatschappelijk vastgoed reeds uitbesteden. Hoe zijn zij tot die keuze gekomen? Welke ervaringen hebben zij op gedaan en waar zijn zij tegenaan gelopen? Het onderzoeksdoel is : ’Een inzicht verkrijgen in de criteria die aan de beslissing voorafgaan om maatschappelijk vastgoed wel of niet uit te besteden’. Studentonderzoek in het kader van het thema Leefomgeving.
Het boek ontwikkelt in discussie met de sociologische traditie en met behulp van de ideaaltypische methode een integraal model van professionaliteit waarin de waardevolle kern, de innerlijke samenhang en de contextuele positionering centraal staan. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de identiteit en de positie van professionals. Het model is geschikt als referentiekader voor reflectie op professioneel functioneren en voor onderzoek van professionele praktijken. Het boek is tegelijk goed toegankelijk en goed onderbouwd, en daarmee zowel interessant voor praktijkgerichte professionals als voor sociale wetenschappers.
LINK
Rapport, geschreven in opdracht van de Commissie Internationaal van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW). Het rapport beoogt door middel van onderzoek een bijdrage te leveren aan de uitvoering van het plan van de NVMW om haar internationale activiteiten te revitaliseren. Het onderzoek “Internationalisering van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers” is een onderdeel van het gelijknamige project, dat in 2004 is geïnitieerd door de Commissie Internationaal van de NVMW. De commissie gaf opdracht tot het verrichten van onderzoek, dat antwoord moest geven op de vraag: Wat zijn voor de beroepsvereniging en de maatschappelijk werkers die ze vertegenwoordigt de mogelijkheden om zich te internationaliseren? Het onderzoek is opgezet vanuit drie uitgangspunten. 1. Ten eerste wordt ervan uitgegaan, dat internationalisering van het maatschappelijk werk implicaties heeft voor het beroepsprofiel van het maatschappelijk werk. 2. Verder wordt uitgegaan van de veronderstelling, dat netwerkvorming de beste strategie is voor internationalisering van het maatschappelijk werk. 3. Tenslotte wordt aangenomen dat internationalisering begint in en vanuit de micro-omgeving van het organisatienetwerk van de vereniging. 1. Door middel van deskresearch en interviews met experts is kwalitatief onderzoek verricht naar de internationale ontwikkeling van het beroep. Het domein van maatschappelijk werk wordt in verschillende landen verschillend bepaald. Het Nederlandse maatschappelijk werk is een deelverzameling van wat in veel landen “social work” heet, een brede professie die min of meer alles omvat wat in Nederland valt onder het beroependomein van het sociaal agogisch werk. In internationale verhoudingen zal het Nederlandse maatschappelijk werk zich tot deze brede definitie van de professie moeten verhouden. 2. Er is ook kwalitatief onderzoek verricht naar internationale netwerkvorming als strategie voor de internationalisering van de NVMW. Het voorstel is gedaan om internationale uitwisseling tussen maatschappelijk werkers te ondersteunen, zowel in het binnenlands als in het buitenlands netwerk van de vereniging, zowel langs de gouvernementele als de niet-gouvernementele weg. Dit is verder uitgewerkt in vijf thema’s, die verschillende aspecten van internationale uitwisseling belichten: academiesering van het maatschappelijk werk, euregionale samenwerking tussen hogescholen, Europees sociaal beleid, grensoverschrijdende hulp en internationalisering van de website. 3. Tenslotte is kwantitatief onderzoek gedaan onder de leden van de vereniging waarbij hun mening over de internationalisering van de NVMW is gepeild. Uit de resultaten komt het volgende beeld naar voren. Ruim een derde van de leden die hebben gereageerd heeft een beroepspraktijk met een internationale context. Meer dan de helft daarvan heeft door directe ervaring of opleiding met internationale aspecten van het beroep te maken gehad. De meeste leden willen dat de NVMW internationaal actief is. Velen willen daar zelf actief aan deelnemen. Niet iedereen vindt het belangrijk om zelf internationale ervaring op te doen, wel om kennis te verwerven.