Voor een beter begrip positioneren we in deze tekst artistiek onderzoek ten aanzien van drie andere onderzoekparadigma’s, ontwerpgericht onderzoek, praktijkgericht onderzoek en academisch onderzoek. We doen dit om de maatschappelijke relevantie van artistiek onderzoek inzichtelijk maken vanuit de concrete ambitie om een ruimte voor artistiek onderzoek te creëren, waarin ouderen, verzorgers, mantelzorgers en onderzoekers samen tot nieuwe inzichten kunnen komen.
LINK
Eindrapportage van een onderzoek uitgevoerd door de HvA naar de effecten de dienstverlening van Vita Welzijn en Advies (Vita). De onderzoeksresultaten worden beoordeeld aan hand van de beoogde maatschappelijke effecten van het Wmo-beleid van de Gemeente Amstelveen. Het project bestaat uit twee fasen. De eerste fase beschrijft de effecten van Vita-interventies binnen het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) en Jeugdmaatschappelijk Werk (JMW). In de tweede fase is het Sociaal Cultureel Werk (SCW) betrokken bij het onderzoek. Centrale vraag in de tweede fase was het bewustzijn van de Vita-medewerkers m.b.t. de effectiviteit van het Wmo-beleid. De gemeente Amstelveen heeft de maatschappelijke doelen op rijksniveau vertaald naar drie doelen op gemeentelijk niveau: 1. Bevorderen van maatschappelijke deelname door lichamelijke en psychische beperkingen te compenseren. 2. Bevorderen van maatschappelijke deelname door individuele en sociale problemen te voorkomen en tegen te gaan. 3. Bevorderen van sociale samenhang. Tenslotte beschrijft het rapport conclusies en aanbevelingen aan Vita om beter aan te sluiten op de Wmo-doelen, waaronder: het formuleren van subdoelen, aanscherpen van het registratiesysteem en het verbreden van de doelgroep bij de activiteiten van de SCW.
DOCUMENT
Praktijkgericht onderzoek is wetenschappelijk onderzoek dat wordt uitgevoerd met als primair doel om praktische impact in relevante werkvelden te realiseren. Praktische relevantie en methodische grondigheid zijn niet alleen abstracte eigenschappen van onderzoek, maar ook competentiedimensies die het praktijkgerichte onderzoek binnen het hoger beroepsonderwijs aandrijven. Bij methodische grondigheid gaat het in de kern om het vermogen de wetenschappelijke bewijskracht van het onderzoek te optimaliseren. Bij praktische relevantie om het vermogen te adviseren en interveniëren in de praktijk op basis van overtuigingskracht en het creëren van draagvlak. Deze twee dimensies verschillen wezenlijk van elkaar en vergroten de conceptuele helderheid binnen het praktijkgerichte onderzoek. Ze dragen zo bij aan betere demarcatie tussen theoriegericht en praktijkgericht onderzoek, betere integratie van onderzoeks- en beroepsonderwijs en betere verbinding tussen onderwijs in onderzoeksvaardigheden en lectoraatsonderzoek. Dit zal leiden tot een aanscherping van de methodologie, didactiek en het assessment van het praktijkgerichte onderzoek en daarmee tot verdere professionalisering en kwaliteitsverbetering.
DOCUMENT
Het Kenniscentrum NoorderRuimte heeft in een aantal kleine dorpen in de provincie Groningen en Drenthe leefbaarheidsonderzoeken uitgevoerd en op basis daarvan geadviseerd voor een nieuwe dorpsvisie of voor dorpsplannen. In het kader van de valorisatie van onderzoek aan Hanzehogeschool Groningen is onderzoek gedaan naar de maatschappelijke impact van deze dorpsonderzoeken en advisering.
DOCUMENT
Waarom dit kwalitatief onderzoek naar besturing van woningcorporaties? Omte begrijpen en patronen te ontdekken over het hoe en waarom van hetfunctioneren van woningcorporaties in de samenleving zoals zij dat nu doen.Dit kwalitatieve onderzoek gaat over het zoeken naar ideeën, achtergronden,motieven, weerstanden en beweegredenen en is daarmee geschikt om devolgende centrale vraag te beantwoorden: Zijn er tegenstrijdigheden in demaatschappelijke waarden die ten grondslag liggen aan woningcorporatiesdie gevolgen hebben voor de manier waarop zij bestuurd worden?Deelvragen daarbij zijn: (1) Kunnen de maatschappelijke doelstelling dusdaniggeordend worden dat de waarden die hieraan ten grondslag liggentransparant gemaakt worden?, (2) Wat is die maatschappelijke ondernemingwoningcorporatie, wat is haar rol in de samenleving en wat is maatschappelijkvastgoed?, (3) Hoe kunnen waarden en oriëntatie van corporaties getoetstworden op basis van het criterium maatschappelijke relevantie?, (4) Hoestuurt de bestuurder nu in de praktijk, maakt hij gebruik vanbesturingsmodellen en zijn theorieën omtrent Corporate Real EstateManagement (CREM), die ontleend zijn aan de commerciële sector nuttig?,(5) Hoe ziet die vernieuwende besturing van woningcorporaties eruit? en (6)Kan inzicht gegeven worden in besturingsvragen over maatschappelijkvastgoed?.
DOCUMENT
Cahier 2 De praktijk van zingeving in besluitvorming, onderzoekt de vraag of de maatregelen die sinds het uitbreken van de economische crisis (2007-2008) zijn getroffen, effectief zijn. De analyse geeft een genuanceerd beeld. De maatregelen zijn weliswaar een stap in de goede richting maar leiden niet tot fundamentele verandering. De verkenning van trends en toekomstscenario's leidt tot concrete voorstellen om tot "Duurzaam Bankieren" te komen. Een relatie wordt gelegd met het klimaatverandering. "Het aanpakken van klimaatverandering kan niet zonder Duurzaam Bankieren." Een voorzet voor dialoog met zowel de bankier als de klant, en zowel de expert als de leek. Met bijdragen van Adriaan Bekman, Aart Bontekoning, Tony de Bree, Herman Gels, Martijn Jeroen van der Linden, Rudy Snippe en Owen de Vries
LINK
Het begrip studiesucces speelde het afgelopen decennium een centrale rol in discussies over het hoger onderwijs. Gericht beleid moet ervoor zorgen dat dit onderwijs bijdraagt aan een internationaal competitieve Nederlandse kenniseconomie en dat het meer en beter gekwalificeerde hoger opgeleiden oplevert voor de arbeidsmarkt. Dat alles moet zo efficiënt mogelijk gebeuren, door vermindering van de uitval van studenten en een rendementsverbetering in studieduur. Maar wat studiesucces nu eigenlijk inhoudt, en hoe dit concept ingrijpt op het onderwijsbeleid, de onderwijspraktijk en het onderwijsonderzoek, blijft daarbij onderbelicht. Het bepalen van studiesucces komt steeds meer neer op het meten en verantwoorden van studiegegevens. De vraag wat het hoger onderwijs te bieden heeft voor de samenleving en de groeiende en steeds meer diverse studentenpopulatie, verdwijnt achter een technocratische meet- en verantwoordingspraktijk.Dit boek biedt een reconstructie van het invloedrijke discours over studiesucces in het hoger onderwijs, waarin beleid, onderzoek en praktijk in onderlinge wisselwerking een rol spelen. De auteurs bespreken niet alleen de beperkingen van dat discours, maar zoeken ook nadrukkelijk naar tegendraadse opvattingen, nieuwe benaderingen en andere verhoudingen tussen de hoofdrolspelers. Op deze wijze proberen zij het debat over studiesucces los te breken uit de rendementsverstarring en tegelijk alternatieven te bieden. Een hoognodige exercitie in een tijd waarin het hoger onderwijs meer moet bieden dan alleen een bijdrage aan een competitieve nationale economie.
DOCUMENT
Het is ironisch dat in een tijd dat van bedrijven een maatschappelijke missie wordt verwacht, Triodos bank worstelt met haar aandeelhouders. Triodos Bank is daarmee een test-case voor de maatschappelijke relevantie van het Nederlandse corporate governance systeem, volgens Frank Jan de Graaf.
MULTIFILE
In het Integraal Zorgakkoord (IZA) zijn de ambities beschreven hoe de zorg in de toekomst goed, toegankelijk en betaalbaar te houden. Om aan deze ambities te voldoen, wordt ingezet op passende zorg, beschreven in het Kader Passende Zorg. Met de huidige veranderingen in de maatschappij en de zorg is het van belang dat mensen zo goed mogelijk functioneren en langer thuis kunnen blijven wonen.Ergotherapie is persoonsgericht en draagt bij aan het mogelijk maken van de dagelijkse activiteiten van mensen in de eigen omgeving. Ergotherapie is gericht op participatie, gezondheid en welbevinden van mensen die een beperking ervaren. Het doel van ergotherapie is dat mensen de voor hen belangrijke activiteiten in en met hun omgeving (weer) kunnen uitvoeren en hier tevreden over zijn. Ergotherapie doet dit door functies, vaardigheden en strategieën te evalueren en deze in de dagelijkse activiteiten effectief in te zetten. Dit kan gerealiseerd worden door training, het aanleren van een andere manier van handelen, het inzetten van een hulpmiddel of door de activiteit of de omgeving aan te passen. Ook door advies, coaching of educatie gericht op het optimaliseren van de (eigen) mogelijkheden en die van hun naasten worden betekenisvolle, dagelijkse activiteiten weer mogelijk, en kunnen mensen (langer) thuis functioneren. Ergotherapeuten kunnen ook een rol vervullen bij het ondersteunen en versterken van dagelijkse activiteiten van groepen mensen met als doel bijdragen aan de sociale participatie van groepen mensen in de maatschappij (gemeenschapsgericht werken). Wetenschappelijk onderzoek blijft belangrijk voor de kwaliteitsborging, onderbouwing en innovatie van ergotherapeutische interventies, passend bij veranderingen in de samenleving, het onderwijs en de gezondheidszorg.De Kennisagenda Ergotherapie biedt een overzicht van de belangrijkste thema’s met onderzoeksvragen en kennisvragen die de beroepsgroep de komende jaren centraal stelt. Het vormt de grondslag voor (ergotherapie-) onderzoekers, financiers en voor ergotherapie relevante organisaties. De kennisagenda presenteert onderzoeksvragen en een tabel met prioritering van doelgroepen en onderwerpen. De prioritering is gebaseerd op de combinatie van maatschappelijke relevantie (politieke, maatschappelijke en demografische ontwikkelingen en de input van stakeholders) én wetenschappelijke relevantie (literatuuronderzoek naar de (kosten)effectiviteit van ergotherapeutische interventies). De stakeholders waren vertegenwoordigers van onder andere de beroepsvereniging, verwijzers, andere zorgverleners, patiënten- en mantelzorg- verenigingen, zorgverzekeraars, onderwijs en onderzoek.
DOCUMENT