Rondom het onderwerp ‘brede vorming’ en de mogelijkheden ervan voor het curriculum hebben we een onderzoek uitgevoerd waaraan teams van basisscholen van drie besturen in Dordrecht hebben meegewerkt. Dit verkennende onderzoek heeft zich ten doel gesteld een eerste schets te maken van de manier waarop basisscholen brede vorming hebben opgenomen in hun curriculum. Wat doen scholen op dit gebied, en waarom doen ze dat? En welke taal gebruiken ze als ze over de brede vorming van kinderen spreken? Dit artikel verscheen in Tijdschrift voor lerarenopleiders 41(2) 2020 en beschrijft hoe dit verkennende onderzoek is uitgevoerd en wat de belangrijkste uitkomsten ervan zijn. Het eindigt met een aantal aandachtspunten voor verder onderzoek en voor het ontwikkelen van brede vorming in het curriculum van zowel de basisscholen als de lerarenopleiding.
DOCUMENT
Onderzoek binnen het thema ‘vorming en persoonsontwikkeling in het onderwijs. De vraag komt op of de aandacht voor vorming en persoonsontwikkeling in het onderwijs niet te veel naar de achtergrond is verdwenen. Om hier meer inzicht in te krijgen, voert de Onderwijsraad een verkenning uit naar de vraag wat onderwijs kan betekenen voor vorming en persoonsontwikkeling van leerlingen en studenten. Dit deelonderzoek richt zich met name op de persoonsvorming, maar ook elementen van maatschappelijke vorming komen aan de orde. Om zicht te krijgen op de mate waarin en de wijze waarop leraren in hun onderwijsactiviteiten vormend beogen te zijn en om hun intenties en manieren in beeld te krijgen is besloten in dit onderzoek de termen morele vorming, cultureelhistorische vorming en intellectuele vorming te hanteren als drie elementen van vorming en persoonsontwikkeling (ook wel persoonsvorming genoemd). Bij morele vorming gaat het om zaken als maatschappelijke verantwoordelijkheid leren nemen, het ontwikkelen van duurzame goede houdingen/deugden (bijvoorbeeld tolerantie, vrijgevigheid en geduld), aandacht voor normen en waarden, levensbeschouwelijke vorming en burgerschapsonderwijs. ureel-historische vorming behelst zaken als het bijbrengen van kennis en begrip van onze cultuur, historisch besef bijbrengen, de waarde van kunst leren inzien en waarderen, leesbevordering/stimuleren tot het lezen van literatuur en media-educatie (jongeren leren omgaan met media als Internet, radio en tv). Bij intellectuele vorming tot slot gaat het om zaken als kritisch leren denken, de waarde van debatteren op basis van redelijke argumenten leren inzien, een onderzoekende houding stimuleren, enthousiasme voor leren overbrengen en filosofie/ filosoferen. De doelgroep van het onderzoek wordt gevormd door leerkrachten en docenten: wat vragen vorming en persoonsontwikkeling van hen? Welke taakopvattingen hebben leerkrachten en docenten? Hebben vorming en persoonsontwikkeling daar ook een plaats in en zo ja, welke? Welke competenties hebben leerkrachten en docenten daarvoor nodig? En ten aanzien waarvan zijn leraren handelingsverlegen, welke belemmeringen ervaren zij?
MULTIFILE
Morele vorming kan een niet-beoogd gevolg zijn van onderwijs. Maar het kan ook nadrukkelijk wél beoogd worden en doel zijn van het onderwijsproces. Daarover gaat dit artikel. We beginnen met de verduidelijking van de relatie tussen morele vorming en Bildung (par. 2). Vervolgens behandelen we drie verschillende vormen van doelbewuste morele beïnvloeding in het onderwijs: morele vorming als vak, de voorbeeldfunctie van de docent en een positieve schoolcultuur (par. 3). Morele vorming als vak betreft de vorming in waarden en normen van de leerling. Daarbij kunnen verschillende accenten worden gelegd: waardenoverdracht, waardenverheldering en waardencommunica¬tie. Deze accenten worden toegelicht en we geven aan in welke leeftijdsgroep het zwaartepunt zou kunnen liggen in het onderwijs (par. 4). We ronden dit artikel met de vijf elementen van een moreel proces: morele gevoeligheid, morele analyse, moreel oordeel, morele motivatie en moreel handelen. Daarbij laten we zien hoe morele vorming in het onderwijs kan interveniëren om de competenties van de leerling met betrekking tot deze vijf elementen te versterken (par. 5).
DOCUMENT
Morele vorming kan een niet-beoogd gevolg zijn van onderwijs. Maar het kan ook nadrukkelijk wél beoogd worden en doel zijn van het onderwijsproces. Daarover gaat dit artikel. We beginnen met de verduidelijking van de relatie tussen morele vorming en Bildung (par. 2). Vervolgens behandelen we drie verschillende vormen van doelbewuste morele beïnvloeding in het onderwijs: morele vorming als vak, de voorbeeldfunctie van de docent en een positieve schoolcultuur (par. 3). Morele vorming als vak betreft de vorming in waarden en normen van de leerling. Daarbij kunnen verschillende accenten worden gelegd: waardenoverdracht, waardenverheldering en waardencommunica¬tie. Deze accenten worden toegelicht en we geven aan in welke leeftijdsgroep het zwaartepunt zou kunnen liggen in het onderwijs (par. 4). We ronden dit artikel met de vijf elementen van een moreel proces: morele gevoeligheid, morele analyse, moreel oordeel, morele motivatie en moreel handelen. Daarbij laten we zien hoe morele vorming in het onderwijs kan interveniëren om de competenties van de leerling met betrekking tot deze vijf elementen te versterken (par. 5).
DOCUMENT
Eind 2015 startte een groep enthousiaste docenten van de Hanzehogeschool Groningen (de Hanze red.) met het uiteenrafelen van het begrip Bildung: wat omvat dit begrip, wat is het belang ervan voor het onderwijs en wat gebeurt er al binnen de Hanze op dit gebied? De groep wilde collega’s inspireren en handvatten bieden om met Bildung aan de slag te gaan. Resultaat is de inspiratiebundel ‘Het kleuren-palet. Handvatten voor persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling’ (Kool & Schutte, 2016). Dit artikel beschrijft het kleurenpalet, de totstandkoming van de inspiratiebundel en de toegenomen aandacht binnen de Hanze voor persoonlijke en maatschappelijke vorming (Bildung), zowel in het beleid als in de praktijk. De auteurs gaan in op successen en aandachtspunten die ze tegenkwamen bij hun inspan-ningen om dit proces te versterken en om meer aandacht te krijgen voor het thema.
LINK
In dit onderzoek bekijken we de huidige aandacht voor seksuele vorming in de curricula van Social Work, Pedagogiek en Sportkunde, we bevragen docenten, beschouwen onderwijsmateriaal en analyseren wat er al gebeurt en wat toekomstige professionals volgens de docenten nodig hebben om bij te dragen aan de seksuele vorming van de doelgroepen die ze bedienen.
DOCUMENT
Overzichtsuitgave bij het 10-jarig bestaan van de gecombineerde onderzoeksgroep LEVO/NP, bestaande uit de leerstoelgroep Levensbeschouwelijke Vorming aan de Universiteit Utrecht (UU) en het lectoraat Normatieve Professionalisering aan de Hogeschool Utrecht (HU). Met bijdragen van: Cok Bakker, Bram de Muynck, Inge Versteegt, Bas van den Berg, Elsbeth Vogel, Anne-Marije de Bruin-Wassinkmaat, George Lengkeek, Gertie Blaauwendraad, Peter Mesker, Dian Fluijt, Edwin van der Zande, Anouk Zuurmond, Jeannette den Ouden, Pim Klamer, Koen Wessels, Saro Lozano Parra, Robert Mentink, Anita Emans, Eline Belgraver, Marije Verkerk, Mathilde Tempelman-Lam, Nicolina Montessori, Ina ter Avest, Remco Coppoolse en Margreeth Kloppenburg.
DOCUMENT
Dit stappenplan maakt het proces inzichtelijk en dient als wegwijzer om met je team of organisatie in gesprek te gaan over een gezamenlijk gedragen taakopvatting aangaande seksuele vorming voor jongerenwerk- en straathoekwerkteams. We verstaan onder een taakopvatting een gedeeld besef in het team of de organisatie over wat de rol is van de professionals in het bijdragen aan seksuele vorming en hoe deze rol kan worden ingevuld. Bijlage 1 betreft de publicatie in boekvorm om te printen, hierin zijn de links omgezet naar QR-codes. Bijlage 2 is de online versie opgemaakt in boekvorm. Bijlage 3 is de online versie waarbij de pagina's onder elkaar staan.
MULTIFILE
Dit is een overzicht van methodieken, tools en handvatten om seksualiteit bespreekbaar te maken met jongeren.
DOCUMENT
Academisch geschoolde leerkrachten kunnen in het primair onderwijs op allerlei manieren bijdragen. Scholen maken echter nog onvoldoende gebruik van hun kennis en kunde. Dit project richt zich op de ontwikkeling van een gemeenschap van studenten en opleiders met de focus op het vergroten van de onderzoekende cultuur binnen de opleidingsscholen en -instituten.
MULTIFILE