Jongerenwerkers hebben een cruciale rol toegewezen gekregen in het bestrijden van terrorisme. Ze zijn er echter niet voor opgeleid en moeten bij gebrek aan duidelijke maatstaven handelen op basis van hun eigen waardeoordeel. Daarbij is het de vraag of sociale professionals überhaupt als agenten van sociale controle moeten optreden.
LINK
Als opbrengst van het project verbreding techniek basisonderwijs [VTB] hebben rond 2010 ruim 2500 basisscholen wetenschap en techniek opgenomen in hun curriculum. Daarnaast zien we dat ook steeds meer scholen die niet aan het VTB-project deelnemen door het "virus" aangestoken worden en hun onderwijs programma aanpassen. Het is wenselijk om heldere maatstaven en criteria (benchmarks) te ontwikkelen die scholen ondersteunen bij het vaststellen van de kwaliteit van hun wetenschap-en techniekonderwijs. Dit betekent dit dat voor het vaststllen van de kwaliteit van invoering van wetenschap en techniek aandacht moet gegeven worden aan de kwaliteit van de onderwijsdoelen, gebruikte materialen, werkvormen en toetsing. Daarbij is het fundamenteel om vast te stellen hoe het onderwijsconcept en de kwaliteiten (kennis, vaardigheden en attitude) van de individuele leraar daarbinnen een plek hebben.
DOCUMENT
A burden scale is described that is conceptually specific by concentrating on an assessment of different aspects of distress of care-giving burden and conceptually sensitive by distinguishing two dimensions: the relationship of the carer and the care-receiver and the limitations in the personal life of the carer. To develop a burden scale an analysis was carried out on a database of an intervention study in which 89 informal caregivers of psychogeriatric patients were interviewed twice. A principal components analysis was carried out showing two main factors that could be interpreted as the two dimensions mentioned above. Reliability analysis showed a Cronbach's alpha of 0.84 for the total care-giving burden scale (13 items) and 0.77 for both subscales (7 and 6 items), confirmed in an independent sample. An analysis of the hierarchy of items (Mokken Scale Analysis) showed a strong and moderate hierarchy for the subscales and the total scale, respectively. Finally, an analysis of construct validity showed strong correlations of care-giving burden with depression of the carer and deviant behaviour of the patient.
DOCUMENT
‘Vakmanschap staat voor een duurzame, basale menselijke drijfveer, het verlangen om goed werk uit te voeren omwille van het werk zelf (…).Vakmanschap is (…) gericht op objectieve maatstaven, op het ding op zichzelf.Maar vaak hinderen sociale en economische omstandigheden de discipline en toewijding van de vakman.’ - Richard Sennett ‘De ambachtsman’Dit hoofdstuk heeft als doel om de belangrijkste begrippen, onderscheidingen en ideeën die ten grondslag liggen aan het vakmanschap van de professional in hun onderlinge samenhang te introduceren.
DOCUMENT
De discussie rondom de waarde van werk wordt vaak gevoerd op basis van objectieve maatstaven van banen: verdiensten, aantal uren of baan zekerheid. Subjectieve kenmerken, zoals autonomie of baantevredenheid, zijn echter minstens zo belangrijk voor de innerlijke beleving van nuttig en betekenisvol werk. In dit artikel laten we twee dingen zien: 1) er zijn significante verschillen in de nutservaringen tussen werknemers, die niet verklaard worden door zelfselectie in beroepen en sectoren; en 2) deze verschillen zijn bepaald. In de regio Utrecht ervaren werknemers relatief veel autonomie, in Twente ervaart men relatief veel verbondenheid met de werkomgeving, en nergens zijn mensen zo tevreden met hun baan als in Delft en het Westland. We pleiten voor een regionale aanpak in het streven naar waardevol werk.
DOCUMENT
Duurzaamheidskansen en –bedreigingen, richtlijnen voor bedrijfsvoering bestaat uit drie delen. In het eerste deel wordt antwoord meegegeven op de vraag naar de inhoud van maatschappelijk verantwoord of duurzaam ondernemen. In hoofdstuk 1 gaat het over visies op duurzaam ondernemen. Concreet wordt ingegaan op de inhoud en betekenis van begrippen als maatschappelijk verantwoord ondernemen, duurzaam ondernemen en stakeholder theorie. In hoofdstuk 2 staan maatstaven van duurzaam ondernemen centraal. In dit soort maatstaven, zoals duurzaamheidsrapportagerichtlijnen, inkooprichtlijnen van de overheid, en screeninginstrumenten van duurzaamheidsrating en -research bureaus, wordt veelal uitgegaan van een impliciete definitie van maatschappelijk verantwoord of duurzaam ondernemen.Het tweede deel gaat over de macro- en stakeholdersomgeving van duurzaam ondernemen. De macro-omgeving komt aan de orde in hoofdstuk 3. Het gaat hierbij vooral om mondiale ontwikkelingen op sociaal, ecologisch en economisch gebied. Maar ook om de verbanden tussen deze gebieden. In hoofdstuk 4 staat de stakeholdersomgeving centraal. Een eigenschap van stakeholders is dat zij invloed kunnen uitoefenen op de duurzaamheidsprestaties van bedrijven. In dit hoofdstuk passeren een aantal stakeholders de revue en wordt uitgelegd op welke manier zij invloed kunnen uitoefenen op de duurzaamheidsprestaties van bedrijven.In het derde en laatste deel wordt aandacht wordt besteed aan de zogenoemde duurzaamheidsrisicobenadering. Deze benadering houdt in dat bedrijven een strategische visie bepalen ten aanzien van duurzaam ondernemen. Vervolgens wordt onderzocht welke elementen uit de macro- en stakeholdersomgeving van belang zijn. Deze elementen zijn medebepalend voor het duurzaamheidsrisico, dat de winstgevendheid en maatschappelijk acceptatie van bedrijven beïnvloedt, maar ook het commitment ten aanzien van duurzame ontwikkeling niet ongemoeid laat. Bedrijven moeten het duurzaamheidsrisico zo goed mogelijk beheersen en over de resultaten moeten ze effectief communiceren. Al deze onderwerpen komen aan de orde in hoofdstuk 5.Overigens zijn in dit boek geen verwerkingsopdrachten opgenomen. Die zijn te vinden op de site www.duurzaamondernemen.noordhoff.nl. Ook voor aanvullend casusmateriaal, artikelen en verwijzingen naar websites, wordt naar deze site verwezen.
LINK
Voor onderwijs dat competentiegerichtheid, leren leren en de student centraal stelt, is zoeken naar passende wijzen van toetsing een actueel vraagstuk. Gebruiken we portfolio en performance assessment en is daarmee het probleem opgelost? Nee, er rijzen dan alleen maar meer vragen. In dit artikel wordt een stappenplan toegelicht, om op een verantwoorde manier een toetsplan te ontwikkelen.
DOCUMENT
In dit artikel wordt het spanningsveld tussen uitingsvrijheid en godsdienstvrijheid geschetst. Mag je alles zeggen wat je wil? Bestaat er een recht op kwetsen? Het begon met het boek De Duivelsverzen van Salman Rushdie. Bijna twintig jaar later was er de affaire rond de Mohammed-cartoons in de Deense krant Jyllands Posten. Pim Fortuyn en Theo van Gogh wakkerden met gepeperde uitspraken en felle columns het debat aan. Bijna alle kwesties gingen over de verhouding tussen moslims en niet-moslims. De auteur maakt onderscheid tussen een juridische en een moraliteitsoptiek. Hij meent dat de morele grens daar wordt overschreden waar iemand met een artistieke, literaire of journalistieke uiting doelbewust de intentie heeft om anderen te kwetsen.
DOCUMENT
How and where can Dutch design entrepreneurs find work in Germany? This was the question DutchDFA put to the research team at Inholland University of Applied Sciences in February 2010. But the researchers took a different angle, and generated unexpected data, revealing patterns, and valuable new insights into practicing design and architecture abroad.
DOCUMENT
Het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht doet onderzoek naar de maatschappelijke effecten van de lokale aanpak extremisme. Centraal staat daarbij de vraag: beschikken eerstelijnswerkers over de nodige kennis en begrip om de mate van bereidheid voor (gewelddadig) extremisme en terrorisme van een individu te beoordelen? Vandaag komt het tweede rapport uit in een reeks van drie. Het verkennende onderzoek richt zich op risico-inschattingen van lokale veiligheidsprofessionals aangaande de volgende vraag: in hoeverre is een jongere over wie signalen van vermeende radicalisering binnenkomen, bereid om geweld te gebruiken? In de meeste gevallen gaat het wellicht om vijandige uitingen of gedrag, maar niet om jongeren die voornemens zijn om daadwerkelijk gewelddadige acties te ondernemen. Als zodanig beslissen eerstelijnsprofessionals bij het adresseren van risico’s of bedreigingen tegelijkertijd ook over het recht op vrijheid van meningsuiting. Dan is het wel van groot belang om in kaart te brengen hoe vermeende signalen gewogen en geduid worden op gemeentelijk niveau.
DOCUMENT