Podcast In deze nieuwe aflevering ga ik in gesprek met Hanke Drop en Joop Berding over een onconventionele maar fundamentele vraag: Kan schoonheid een ideaal zijn in het onderwijs? Wat betekent het om het concept van schoonheid een serieuze plek te geven binnen het curriculum, de pedagogiek en de dagelijkse onderwijspraktijk? We onderzoeken hoe schoonheid zich verhoudt tot kunst, pedagogische idealen en de ontwikkeling van verbeeldingskracht bij kinderen. Wat gebeurt er wanneer scholen niet alleen gericht zijn op kennisoverdracht, maar ook op het stimuleren van creativiteit, makerschap en betekenisvolle ervaringen? Is het artistieke proces wellicht even belangrijk – of zelfs belangrijker – dan het eindproduct? Hanke en Joop reflecteren op het belang van ‘maken’ in relatie tot denken en leren, met inspiratie uit onder andere het werk van Hannah Arendt. We bespreken de rol van de leraar als begeleider van esthetische ervaringen, en hoe kunst ruimte kan creëren voor spel, verwondering en morele vorming binnen het onderwijs. Ook komt de spanning aan bod tussen onderwijs als vormingsproces en het toenemende economische denken, waarbij efficiëntie, meetbaarheid en resultaat centraal staan. Wat betekent dat voor ruimte voor schoonheid en creativiteit in het curriculum? Luister (of kijk) mee – en laat vooral weten wat schoonheid voor jóu in het onderwijs betekent!
LINK
Marloeke van der Vlugt creates sculptural and spatial installations that invite an audience to interact with bodies, organisms, objects and materials in a non-hierarchical manner. Her aim is to raise awareness of our reciprocal nature of being in the world.
DOCUMENT
Kunst en cultuur worden steeds meer geacht een rol te spelen in maatschappelijke vraagstukken. Dit legt een nieuwe verantwoordelijkheid bij kunstenaars en het kunstvakonderwijs. In het innovatietrainee programma Creatief Talent Werkt onderzochten HKU, AHK en ArtEZ wat nodig is om aan te sluiten bij deze ontwikkeling. Welke competenties hebben jonge, creatieve professionals dan nodig?
DOCUMENT
Dit project stimuleert vmbo-leraren om van hun klas en school een plek te maken waar leerlingen onder begeleiding zichzelf kunnen vormen, tot mens, burger en professional. In professionele leergemeenschappen wisselen vmbo-leraren ervaringen en kennis uit over bildend onderwijs. Ook maken ze een lesontwerp om hun voorbeeldfunctie te versterken.
Dit project stimuleert vmbo-leraren om van hun klas en school een plek te maken waar leerlingen onder begeleiding zichzelf kunnen vormen, tot mens, burger en professional. In professionele leergemeenschappen wisselen vmbo-leraren ervaringen en kennis uit over bildend onderwijs. Ook maken ze een lesontwerp om hun voorbeeldfunctie te versterken. Doel Vmbo-docenten zijn dag in dag uit met de vorming van leerlingen bezig. De notie ‘bildung’ is echter nog weinig doordacht en uitgewerkt richting curriculum en didactiek. Ongeveer de helft van alle scholieren in het Nederlandse voortgezet onderwijs gaat naar het vmbo. Zij hebben toch ook recht op bildung? Daarom heeft dit project als doel om de vormende taak van het vmbo te versterken. Resultaten Per plg komen gemiddeld 7 tot 8 vmbo-docenten in totaal 6 keer bij elkaar. Tot april: thematische oriëntatie, speerpuntkeuze in eigen les of school, en ontwikkelen van bildende manier van werken. In april en mei experimenteren met lesontwerpen. Daarna evaluatie en opbrengsten delen. Looptijd 31 augustus 2020 - 08 juli 2022 Aanpak In de artikelen op de website van Bildung VMBO wordt uitgebreid onze werkwijze in de plg’s toegelicht. Denk aan ‘bildend’ makerschap en gebruik makend van de fasen van design thinking.
Vilans (Kennisinstituut Langdurende Zorg) en LKCA (Landelijk Kenniscentrum Cultuur Educatie) komen in de praktijk van hun werk vragen tegen over de verhouding tussen onderzoek en praktijk. Om complexe vraagstukken het hoofd te bieden blijkt het in hun onderzoek van belang om te voorkomen dat nuance, diversiteit, meerstemmigheid en samenhang verloren gaan. Beide instituten zijn daarom op zoek naar manieren van praktijkgericht onderzoeken die de rijkheid van complexiteit ervaarbaar maken én kunnen aanzetten tot gezamenlijk handelen. Het verbinden van onderzoek en praktijk vereist een andere methodologie waarin de productie van kennis niet langer vooraf gaat aan handelen maar waarin onderzoekend handelen tegelijkertijd, kennis, verandering, leren en tastbare producten oplevert. In de samenwerking met HKU en de Hogeschool Utrecht zijn aanzetten gedaan voor een nieuwe manier van onderzoeken, namelijk door experimenteren met muzisch elementen. Het bleek mogelijk muzisch werken te vervlechten tot een vorm van muzisch onderzoek. Dit is onderzoek waarin makerschap centraal staat zoals dat wordt beoefend in de kunsten. Principes die makers hanteren zoals het afwisselen van maken, uitproberen en evalueren, blijken heel geschikt in de aanpak van complexe vraagstukken. Het ‘werk’ dat het resultaat is van het makerschap (de opvoering, de tekening, het beeld, de muziek) kan mensen in beweging zetten. Dat maakt het werken met muzisch onderzoek in potentie een waardevolle aanvulling op reguliere vormen van onderzoek. In deze KIEM aanvraag gaan we samen drie dingen ontwikkelen: 1- Een visie op praktijkgericht onderzoek waarin door het benutten van muzische elementen het onderzoek sterker doorwerkt naar de praktijk 2- Een procesaanpak om deze vorm van onderzoeken in te vlechten in concrete projecten en trajecten 3- Concreet en overdraagbaar handelingsrepertoire en instrumentarium dat het repertoire van betrokken professionals kan verrijken in de directe praktijk