In Nederland beslaan in 2014 de kleine bedrijven (5 of minder werkzame personen) 45% van het totaal aantal bedrijven. Tegelijkertijd werken in 2013 ruim 784.000 personen als zelfstandige zonder personeel (CBS, 2014). Daarbij verwacht het ING (2013) dat het aantal ZZPers (Zelfstandigen Zonder Personeel) in 2020 zal zijn gegroeid tot ongeveer een miljoen personen. Het aantal ZZPers en het aantal kleine bedrijven zal dus nog sterk toenemen, vooral als gevolg van veranderingen op de arbeidsmarkt en het sterke stimuleren van het ondernemerschap. Een baan voor het leven bestaat amper nog, omdat zowel werkgever als werknemer meer flexibiliteit willen. Inmiddels werkt een derde (34%) van de werkenden op de een of andere manier op flexibele basis (R.J.A. Muffels, A.C.M.J. Wilthagen & R. Dekker, 2011). Bedrijven nemen nog amper mensen in vaste dienst aan, terwijl de mensen eerder kiezen voor het ondernemerschap vanwege de grote vrijheid en de grote uitdaging. Dit is een grote structurele verandering die grote gevolgen heeft voor de vastgoedmarkt. Om vraag en aanbod meer op elkaar af te stemmen, is het dus van belang meer inzicht te krijgen in de segmentatie van de kleinschalige bedrijfshuisvestigingsmarkt.
DOCUMENT
Artikel student Hoger Hotel Onderwijs. Beoordeling: 7.
MULTIFILE
Het meeste vlees dat Nederlanders eten wordt niet duurzaam geproduceerd. Veel productie leidt tot overbemesting, kost veel water en gaat ten koste van de biodiversiteit en het landschap, terwijl dierenwelzijn niet per se is geborgd. Hogeschool Van Hall Larenstein participeerde binnen het onderzoek ‘Dierzaam’ van de Hogeschool Utrecht. Het project zocht naar marketingstrategieën die consumenten verleiden om over te stappen naar meer duurzaam geproduceerd vlees. In dit whitepaper beschouwt Van Hall Larenstein (VHL) de kansen in de keten vanuit het perspectief van de boer. Hiervoor bestudeerden onderzoekers literatuur en inspirerende voorbeelden. Meer aandacht voor dierenwelzijn zal leiden tot extensivering van de veehouderij. De milieubelasting van vlees wordt bepaald op veel criteria, de uitkomsten verschillen per diersoort en voor traditioneel of organische houderijsystemen. Over het algemeen zijn kip- en varkensvlees minder milieu belastend dan rundvlees. Echter, varkens en kippen eten weer meer granen die wereldwijd voor mensen belangrijk zijn en rundvee kan daarentegen op grasland leven. Voor de omschakeling naar duurzame vleesvee houderij is een systeemverandering nodig waar álle partijen een rol in hebben. De boer moet voldoen aan de vele normen en heeft deskundigheid nodig. Sociale media kunnen een transparante communicatie tussen boer en consument ondersteunen. De supermarkt en de slager kunnen het eigen assortiment kiezen en meer communiceren en informeren en de consument maakt uiteindelijk de keuze in de winkel. De overheid moet zich actiever opstellen in markt- en prijsbeleid. Boeren staan onder druk door enerzijds maatschappelijke eisen en aan de andere kant de kostprijs van duurzame productie. Een eerlijk en duurzaam verdienmodel voor de boer vereist een hogere vleesprijs, gecombineerd met betalingen van de boer voor maatschappelijke (ecosysteem)diensten.
MULTIFILE
In de transitie naar duurzame voedselsystemen is de consumptie van duurzaam geproduceerd vlees een eerste stap. Vlees eten is diepgeworteld in onze eetcultuur. Het minderen van vlees vraagt tijd. Om op kortere termijn een verschil te maken, zal het stimuleren van consumentenkeuzes voor duurzaam geproduceerd vlees in belangrijke mate bijdragen aan ‘minder en beter’.