Bedrijventerreinen worden vaak geassocieerd met leegstand, verloedering en verrommeling. Om van dit imago af te komen, riep de Taskforce (Her)structurering Bedrijventerreinen in 2008 op om de markt van bedrijventerreinen te gaan hervormen. Deze publicatie laat zien wat er de afgelopen jaren is gebeurd: bedrijventerreinen zijn op grote schaal geherstructureerd, de overheid speelt een andere rol en kijkt met een meer zakelijke blik op bedrijventerreinen, terwijl de rol van ondernemers en vastgoedeigenaren belangrijker is geworden. Lessen en toekomstig beleid De publicatie bespreekt welke lessen we de afgelopen jaren geleerd hebben op basis van kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar bedrijventerreinen en het gevoerde overheidsbeleid. Daarnaast vat het de inzichten samen die kunnen worden meegenomen in het formuleren van nieuw beleid voor de komende jaren. Hierbij is meer aandacht voor eigenaargebruikers van bedrijfsvastgoed en investeerders noodzakelijk, dienen ‘systeemfouten’ in de markt voor bedrijventerreinen gerepareerd te worden en is het de uitdaging om publiek geld op een ‘slimmere’ manier in te zetten. Met uiteenlopende bijdragen van onderzoekers en praktijkdeskundigen op het gebied van bedrijventerreinen is deze publicatie interessant voor iedereen die hierin inhoudelijk geïnteresseerd is. Op de eerste plaats voor beleidsadviseurs en bestuurders bij het Rijk, provincies en gemeenten, maar ook onderzoekers en adviseurs. De wisselwerking tussen beleid, de werking en uitkomsten van de vastgoedmark is bovendien ook relevant voor een breder publiek van ruimtelijke ordenaars en ruimtelijke economen.
LINK
Het is allemaal natuurlijk al door Schumpeter (1942) voorspeld maar het blijft verbazingwekkend dat zoveel 'intellectuelen' vijandige, vrijblijvende en ongefundeerde vooroordelen blijven verkondigen tegen de vrije markt economie terwijl die toch zo evident veel beter werkt dan een staatsgeleide economie waar het gaat om het bevorderen van welvaart en menselijk geluk en welzijn.
De woningcorporaties staan volop in de schijnwerpers. Over het bestaansrecht en functioneren van woningcorporaties worden veel discussies gevoerd. Waaraan ontlenen corporaties hun bestaansrecht en wat is dan hun rol? Voor wie zijn ze op aarde? Het zijn maatschappelijke ondernemingen, maar hoe is de verhouding tussen "maatschappelijk" en "ondernemen"? Wie bepaalt die maatschappelijke taak? In dit artikel gaan we in op het gevoerde debat en staan we stil bij de visie van de VROM-raad en minister Dekker.
Het Ministerie EZK en Topsector Energie hebben NWO gevraagd een onderzoek uit te zetten naar de marktorganisatie van het Nederlandse energiesysteem in 2050 en tijdens de energietransitie. Deze organisatie regelt de governance van het systeem o.b.v. een politieke visie (het Nationale Plan Energiesysteem), juridische afbakening en economische prikkels. Het onderzoek herontwerpt de marktorganisatie omdat het energiesysteem in 2050 grotendeels zal bestaan uit andere energiedragers dan momenteel. Daar horen andere productie-, transport- en afleversystemen bij met een passende marktorganisatie. Het marktontwerp wordt gemaakt o.b.v. best beschikbare kennis; de rol van de hogescholen is om de verbinding met de marktpraktijk te borgen.
Nederlandse zorgorganisaties hebben - mede door de corona-uitbraak - te maken met personeelstekorten, oplopend verzuim, een hoge werkdruk en een toename van psychische klachten onder medewerkers. In 2019 gaf bijna 44 procent van alle zorgmedewerkers aan een hoge tot zeer hoge werkdruk te ervaren. Psychische klachten onder zorgmedewerkers zijn in 2018 met 40% toegenomen en 37% heeft een burn-out gehad. En sinds de corona-uitbraak ervaart 70% van de zorgmedewerkers een toename in mentale belasting. Een belangrijk risico voor de psychische gezondheid zijn ook slaapproblemen. Gegeven bovengenoemde ontwikkelingen is het van groot belang dat zorgorganisaties investeren in de duurzame inzetbaarheid van hun medewerkers. Werkplekinterventies spelen hier een belangrijke rol in, omdat ze de gezondheid, vitaliteit en welbevinden van medewerkers kunnen vergroten. Innovatieve werkplekinterventies richten zich steeds vaker op werkdruk en slaap. Onderzoek naar het effect van dit soort interventies op de vitaliteit van zorgmedewerkers is echter schaars. En daarbij ondervinden organisaties vaak nog belemmeringen bij het implementeren van dit soort interventies. Veelgenoemde belemmeringen zijn: 1) het ontbreken van integraal gezondheidsbeleid; 2) onvoldoende (financiële) middelen; 3) onvoldoende communicatie en 4) tijdgebrek. Inzoomend op de provincie Utrecht zien we bij de zorgorganisaties aangesloten bij Utrechtzorg (arbeidsmarktorganisatie voor Zorg en Welzijn) eenzelfde beeld. Ook zij hebben te maken met personeelstekorten, oplopend verzuim, een hoge werkdruk en een toename van psychische klachten onder medewerkers. Dit project heeft daarom als doel om: 1) zorgorganisaties aangesloten bij Utrechtzorg te ondersteunen bij het succesvol implementeren van een gecombineerde werkplekinterventie gericht op werkdruk en slaap; 2) de effectiviteit van deze gecombineerde werkplekinterventie op de vitaliteit van zorgmedewerkers te onderzoeken en 3) de hiermee opgedane kennis en ervaring te delen met de gehele Nederlandse zorgsector.