In de Standaard voor vakvolwassenheid van klantmanagers is vastgelegd wat klantmanagers moeten kennen en kunnen om hun beroep uit te oefenen. De Standaard bestaat uit drie niveaus:a) Basisniveaub) Vakbekwaamc) VakvolwassenVan elke taak en competentie wordt het benodigde niveau omschreven. De zeven primaire taken van de klantmanager 1. Intake (verbijzondering van de probleemanalyse);2. In beeld brengen van de vraag van de werkgever en de mogelijkheden en belemmeringen van de werkzoekende;3. Afspreken van doelen en acties met zowel werkgever als werkzoekende;4. Uitvoeren van afgesproken acties;5. Bewaken van afspraken tijdens de uitvoering; 6. Handhaven wanneer de afspraken door de werkgever en/of werkzoekende niet nagekomen worden;7. Evalueren van de uitvoering en de resultaten. Drie secundaire taken:1. Rapporteren over de verrichte werkzaamheden;2. Leveren van een bijdrage aan beheer en beleid van de organisatie;3. Bevorderen van de (eigen) deskundigheid.Acht competenties om de taken uit te kunnen voeren. - Communicatieve vaardigheden- Coachen- Flexibiliteit- Probleemanalyse- Doel- en resultaatgericht- Plannen en organiseren- Netwerken- CreativiteitPizzabodem en toppings. Door de decentralisatie van de uitvoering is er een grote verscheidenheid van klantmanagement ontstaan. Omdat er zoveel differentiaties bestaan, zijn we bij de ontwikkeling van de Standaard uitgegaan van het gemeenschappelijke. We hebben dit de pizzabodem van het beroep genoemd. Een pizzabodem bestaat uit een aantal basisingrediënten (deeg, kaas en tomatensaus). Daarbovenop komen de toppings. Deze toppings, de verbijzonderingen van het beroep, hebben we niet in de Standaard opgenomen.
Substantial and continuous shifts in skills demands urge us to rethink education, labour market and reintegration policies and practices. In this article, we argue for a more skills based approach to (re)integration. This skills based (re)integration practice is based more on up-to-date, complete and validated skills sets of candidates, than on diplomas and other, more or less, outdated and incomplete proxies to one’s current skills. Such a new reintegration practice seems feasible if the actual and complete skills set of an individual becomes the starting point for both matching, guidance and (up/re)skilling efforts. Intersectoral mobility, alternative career pathways and suitable training and development routes can be designed on a more fine-grained skills basis, with occupations considered more as dynamic sets of tasks requiring specific skills. This new (re)integration practice presupposes a common skills language, which is being developed in the Netherlands, Competent NL. Sectoral and intersectoral experiments with skills instruments using this language, such as skills passports, are conducted to optimize their quality and effectiveness. Since first experiments with skills instruments seem promising, we argue that more room for experiment is required. So that integration in the labor market can be sustained and reintegration practices can be prevented.
Met dit onderzoek wordt beoogd studenten en docenten dusdanig toe te rusten met kennis en vaardigheden om stagediscriminatie tegen te gaan, opdat er in de toekomst minder sprake zal zijn van stagediscriminatie. En dat docenten en studenten gezamenlijk handvatten ontwikkelen om dit te realiseren.
MULTIFILE
Voldoende bewegen, genoeg slapen en de hoeveelheid zitten en beeldschermgedrag beperken is een vereiste voor een gezonde groei en ontwikkeling van jonge kinderen. Daarnaast wordt in de jongste levensfase de basis gelegd een leven lang bewegen door de ontwikkeling van motorische vaardigheden en het aanleren van actieve beweegroutines. De afgelopen jaren zijn de beweegpatronen van (jonge) kinderen steeds ongezonder geworden en de WHO heeft de toenemende fysieke inactiviteit wereldwijd bestempeld als een urgent probleem. Het doel van dit project is het ontwikkelen van een tool (checklist) om via een ‘whole systems approach’ een gezond 24-uurs beweeggedrag te stimuleren voor kinderen van 0 tot 6 jaar. Deze tool, bedoeld voor meerdere stakeholders zoals gemeenten, kinderopvang- en schooldirecteuren of leerkrachten en pedagogisch professionals, kan de basis vormen voor bewustwording, het ondernemen van actie, toetsing en mogelijk wet- en regelgeving. Items op de checklist zullen onder andere gericht zijn op beleid, scholing van leerkrachten en pedagogisch professionals, interactievaardigheden en de fysieke omgeving. De voorgestelde samenwerking tussen kennispartners in Nederland, Noorwegen en België in combinatie met de adviesraad zorgt voor een unieke basis om de ontwikkeling, implementatie, duurzame inzet en borging van deze tool succesvol te laten verlopen. Het project sluit daarbij ook naadloos aan bij de opgestelde landelijke kennisagenda rondom ‘van jongs af aan vaardig in beweging’ en is in lijn met de Europese onderzoek en innovatieagenda van Horizon Europe 2025-2027. De krachtige internationale netwerkvorming voorziet in een duurzaam karakter door een inhoudelijke expertise matching waarin partners van elkaar kunnen leren en hierdoor een sterke wisselwerking kan plaatsvinden, waarmee een krachtige (inter)nationale positie op het gebied van gezond, actief opgroeien van jonge kinderen kan worden ingenomen. Daarnaast heeft de (kennis)netwerkvorming een positieve weerslag op de regionale ‘twee-snelheden-uitdaging’ waarmee de Brainportregio kampt door een sterke internationale instroom van kenniswerkers.
De verwachting is dat de gevraagde kennis en vaardigheden en omvang van het werk de komende jaren flink verandert. Deze veranderingen hebben impact op de manier waarop werkenden, werkzoekenden en studenten bekwaam worden gemaakt én worden gehouden voor de arbeidsmarkt en maatschappij van vandaag en morgen. Specifiek voor Groningen geldt dan nog dat we in de toekomst het werk moeten doen met minder mensen waardoor het werven, opleiden, binden en ontwikkelen van talent in de regio van vitaal belang is. Het voorbereiden van de beroepsbevolking en werkgevers voor de arbeidsmarkt van de toekomst is de kern van het Talent in de Regio-programma. Om dat doel te halen willen we 1. Bijdragen aan baanzekere loopbanen door goede matching op de arbeidsmarkt;2. Talent monitoren en interventies evalueren; 3. Kennisontwikkeling en -circulatie tussen en ten behoeve van burgers, bedrijven, onderwijsinstellingen en intermediairs op de regionale arbeidsmarkt.