In de kinderopvangtoeslagaffaire is tienduizenden ouders ongekend onrecht aangedaan door de Rijksoverheid. Dit is aanleiding geweest voor dit onderzoek. Om inwoners goed te kunnen ondersteunen is het belangrijk dat knellende mechanismen in (de uitvoering van) wet- en regelgeving en beleid tijdig worden gesignaleerd en dat uitvoerders deze agenderen in het vertrouwen dat de signalen worden opgevolgd. Met dit onderzoek willen de gemeenten leren hoe signalering en agendering van knellende mechanismen kan verbeteren.Uit het onderzoek komen acht overkoepelende constateringen naar voren die inzicht geven in hoe uitvoerders omgaan met knellende mechanismen en wat de rol van de cultuur van de gemeente binnen de gemeente daarin is. Uit deze constateringen zijn acht lessen te trekken die betrekking hebben op wat binnen de uitvoering, en de (management)lagen daarboven, verbeterd kan worden aan de signalering, agendering en opvolging van knellende mechanismen.
MULTIFILE
U kent ze wel. Ze zijn ambitieus, hard werkend, zeer intelligent en hebben een uitstekend track record. We hebben het over ontspoorde managers (Van Velsor & Leslie, 1995). Het vroegtijdig en ongepland vastlopen van managers, het zogenaamde managerial derailment, is aan de orde van de dag. Toch blijft deze schaduwkant van leiderschapsontwikkeling vaak onderbelicht. In dit artikel verkennen we vijf belangrijke mechanismen die tot ontsporing leiden.
DOCUMENT
Deze studie kent de volgende opbouw. Voordat er concrete stappen gezet kunnen worden om onderwijs meer inclusief te maken, is het van belang om te weten waarom juist deze stappen gezet dienen te worden. Daarom gaan wij in hoofdstuk 2 eerst in op inzichten die een licht werpen op mechanismen die ten grondslag liggen aan interacties tussen studenten en docenten. Wij proberen hiermee wellicht onbewuste, en daarmee nauwelijks zichtbare processen die zich afspelen tussen docenten en studenten, in de schijnwerpers te plaatsen. Deze mechanismen uiten zich in zowel docent- als studentgedrag, die onderling ook weer op elkaar inwerken. In hoofdstuk 3 kijken we naar in onderzoek genoemde handelingsperspectieven voor docenten om een inclusieve leeromgeving tot stand te brengen en te bevorderen. En ten slotte in hoofdstuk 4 zullen we de theoretische bevindingen in een samenvattend hoofdstuk proberen in te bedden in de dagelijkse onderwijspraktijk.
DOCUMENT
Tijdens de coronapandemie kwam de term 'kwetsbaarheid' of 'kwetsbare ouderen' regelmatig in het nieuws. Deze groep liep meer risico om het virus te krijgen en bovendien was het ziektebeloop bij deze groep vaak ernstiger. Maar wat is ‘kwetsbaarheid bij ouderen’, ook wel aangeduid met de Engelse term 'Frailty', nu precies en welke mechanismen liggen eraan ten grondslag? En waarom is het van belang dat u als fysiotherapeut kennis hebt van kwetsbaarheid. Deze cursus gaat daarop in. Oorspronkelijk is kwetsbaarheid een biomedisch concept. De definitie van Fried et al. is een voorbeeld van een dergelijke definitie. Zij definiëren kwetsbaarheid als: een biologisch syndroom waarbij sprake is van een verminderde reserve en weerstand tegen stressoren, dat het resultaat is van dalingen van diverse fysiologische systemen, en het risico verhoogt op negatieve gezondheidsuitkomsten. In meer recente definities wordt kwetsbaarheid integraal benaderd en als multidimensionaal gezien. Naast het fysieke domein is er ook oog voor psychische en sociale problemen die ouderen kunnen hebben. Deze holistische benadering (waarbij systeemdenken van belang is) is essentieel voor een efficiënte en effectieve fysiotherapeutische behandeling. Bovendien hebben fysiotherapeuten de preventieve taak om kwetsbaarheid vroegtijdig te signaleren om d.m.v. gerichte interventies kwetsbaarheid te verminderen of erger te voorkomen.
DOCUMENT
Er is inmiddels geruime tijd aandacht voor de kansenongelijkheid op de Nederlandse arbeidsmarkt en in het bijzonder voor mbo-studenten en -afgestudeerden met een migratieachtergrond. Deze groep heeft aanzienlijk meer moeite om aansluiting te vinden op de arbeidsmarkt, zowel bij het vinden van een stageplek als bij het vinden van een baan na het afronden van de mbo-opleiding. En het bewustzijn van die ongelijke kansen vindt op diverse momenten plaats in het proces van het verkrijgen van een stageplek of werk. In vervolg op de uitwerking van module 1 door Verweij Jonker waarin werkzame mechanismen als het gaat om het voorkomen van stagediscriminatie van mbo-studenten centraal heeft gestaan, ligt in deze module (2) de focus op werkzame mechanismen als het gaat om het voorbereiden van mbo-studenten op de arbeidsmarkt.
DOCUMENT
Grondslagen van corporate governance behandelt op een geïntegreerde benadering de juridische, economische en financiële aspecten van behoorlijk ondernemningsbestuur in samenhang, aan de hand van de verschillende mechanismen en actoren in het systeem van corporate governance.
DOCUMENT
Ter voorbereiding van zijn advies [Nr 55; 2014] over beïnvloeding van gedrag door de overheid heeft de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) aan Baukje Stinesen en Reint Jan Renes gevraagd een verkennend onderzoek te doen naar overheidsinitiatieven die zich richten op gedragsbeïnvloeding van de burger in de domeinen gezondheid, mobiliteit en financiën.
DOCUMENT
Wij onderzochten twee trajecten die aan scholen worden aangeboden. Beiden zijn gericht op een onderzoeks- en verbetercultuur in scholen: Groeikracht en De Transformatieve School. De focus van dit onderzoek ligt op in hoeverre de trajecten worden uitgevoerd in scholen zoals beoogd, wat de werkzame mechanismen van de twee trajecten zijn en wat de mogelijke invloed van contextfactoren is. Doel Dit onderzoek bestaat uit twee delen: 1) een monitorstudie van de twee trajecten om hun kansrijkheid in beeld te brengen en 2) een instrument-ontwikkel/teststudie om effecten van de trajecten te kunnen meten in een meerjarig vervolgonderzoek. Groeikracht is een traject waarin schoolteams in staat worden gesteld om het onderwijs zelf – bottom-up – te verbeteren. De organisatie biedt leraren en schoolleiders tijd, kennis en kunde, zodat zij vanuit de eigen praktijk, vanuit hun eigen ambitie kunnen starten en daarbij leren om kennis uit onderzoek effectief toe te passen. De Transformatieve School is een professionaliserings- en cultuurveranderingsprogramma voor scholen in een stedelijke omgeving. Binnen dit programma wordt ingegaan op de effecten van een super-diverse buitenschoolse leefwereld op de schoolcultuur. Resultaten In dit project hebben we inzicht gekregen in de uitvoering en waardering van de twee trajecten, en in de mechanismen en contextfactoren die een rol spelen in de twee trajecten. Uit het onderzoek blijkt dat beide programma’s veelbelovend zijn als we kijken naar de werkzame mechanismen en de kwaliteit van de uitvoering. Hoewel de scholen verschillen in de uitvoering (dit lijkt met name bij Groeikracht het geval), worden de kernactiviteiten grotendeels volgens de gestelde normen uitgevoerd. Beide programma’s zijn uitgebreid beschreven en theoretisch onderbouwd, voldoen aan belangrijke randvoorwaarden (zoals draagvlak creëren) en sluiten aan op een aantal algemeen werkzame principes die een belangrijke rol spelen bij de effectiviteit van professionaliseringsprogramma’s. De conclusies en aanbevelingen staan beschreven in dit eindrapport.
DOCUMENT
Dit onderzoek, dat gefinancierd is door NRO, heeft tot doel om meer inzicht te verkrijgen in de vraag hoe lerarenopleidingen de intake van nieuwe studenten voor de lerarenopleidingen vormgeven en hoe die intake bijdraagt aan en voorspellend is voor het succes van studenten binnen de lerarenopleidingen. De uitkomsten van het onderzoek kunnen opleidingen helpen om hun intakeprocedures te verbeteren, zodat zij aankomende studenten beter ondersteunen bij het proces van zelfselectie.De volgende onderzoeksvragen staan centraal:1. Welke doelen, criteria en instrumenten hanteren de lerarenopleidingen tijdens de intake- en selectieprocedure?2. In hoeverre ondersteunen die procedures bij het proces van zelfselectie ten aanzien van de vraag:a. Kan ik succesvol studeren?b. Kan ik als leraar succesvol zijn?c. Wil ik leraar worden en wat voor leraar dan?3. In welke mate hebben de gehanteerde criteria en instrumenten een voorspellende waarde voor studiesucces en handelen in de beroepspraktijk?4. Hoe ervaren studenten de intakeprocedures?5. Welke mechanismen spelen een rol bij intake en zelfselectie en wat is de betekenis daarvan voor de praktijk van de opleidingen?Op nbasis van de uitkomsten van het onderzoek bevelen de onderzoekers aan om bij de inrichting van intakeprocedures meer systematisch aandacht te besteden aan de drie zelfselectievragen:- Kan ik succesvol aan deze opleiding studeren?- Kan ik een succesvolle leraar worden?- Wil ik leraar worden en zo ja, wat voor leraar?Intakes bij lerarenopleidingen worden hiermee nadrukkelijker een zelfselectie-instrument, bedoeld om de kandidaat-student, de opleiding en het toekomstige beroep van leraar te matchen.Intakeprocedures zouden studenten moeten uitdagen om echt een inspanning te leveren en persoonlijk betrokken te raken. Dit zou meerdere keren over een langere periode moeten gebeuren. In een zelfselectieproces vraagt dit meer van de verantwoordelijkheid van de toekomstige student om inspanningen te leveren, zodat het realistisch uitvoerbaar is voor de opleiding om de intake vorm te geven.
MULTIFILE
Marnix Eysink Smeets constateert dat de veiligheidsbeleving van het publiek al langer hoog op de politieke agenda staat. Criminologisch onderzoek op dit terrein heeft veel inzichten opgeleverd in operationalisering, meetmethoden en determinanten van angst voor criminaliteit. Maar over mechanismen, trends, effecten en beïnvloedbaarheid is veel minder bekend. Daarnaast valt op dat veel onderzoekers eenzijdig gericht zijn op de ‘traditionele’ angst voor criminaliteit, terwijl zich inmiddels nieuwe misdrijven en dreigingen hebben gemanifesteerd.
DOCUMENT