Deelname aan en interesse voor de medezeggenschapsraad bij Hogeschool Inholland is momenteel niet optimaal. Dit zorgt voor moeilijkheden bij het vullen van posities binnen de verschillende (deel)raden en leidt er in sommige gevallen toe dat er vroegtijdige verkiezingen moeten worden uitgeschreven en dat het functioneren van medezeggenschap vertraagd of door een onderbezet team moet worden waargenomen. Met deze achtergrondinformatie kwam de voorzitter van de medezeggenschapsraad bij Inholland begin 2023 in contact met het Lectoraat Studiesucces met daaraan gekoppeld de vraag: wat speelt hierin een rol en hoe kunnen we hier iets in veranderen? Het lectoraat houdt zich al langere tijd bezig met o.a. participatievraagstukken binnen Inholland. Zodoende kwam het verzoek of er mogelijk eens gekeken kon worden naar wat een rol speelt bij deelname aan medezeggenschap en of onderzoek inzicht kan bieden in hoe gehandeld kan worden om teruglopend animo voor deelname om te keren. In overleg tussen het lectoraat en de voorzitter is een onderzoeksvoorstel opgesteld. Voorafgaand aan de uitvoer hiervan is het voorstel ook nog voorgelegd aan grotere groep deel)raadsleden. Deze rapportage is de uitkomst van het onderzoek en bedoeld voor de HMR om verder mee aan de slag te gaan en gewenste aanpassingen te maken.
DOCUMENT
Nu steeds meer scholen te maken krijgen met professionele managers groeit de kloof tussen de leiding en uitvoerende docenten. De vereniging Beter Hoger Onderwijs is ontstaan uit deze onvrede. In het artikel wordt een pleidooi gehouden voor lerarenzelfbestuur, gekoppeld ook aan een mandatenorganisatie.
DOCUMENT
Staatssecretaris Marja van Bijsterveldt (CDA) noemde in 2011 de ‘bestrijding van de segregatie an sich geen doel’ en ook Sander Dekker (VVD) nam geen initiatief om segregatie in het onderwijs tegen te gaan. Micha de Winter veegt met die aanpak - of beter, het ontbreken ervan- de vloer aan.
DOCUMENT
Project 2000 was het alomvattende plan van Vrije Scholen om hun middelbare schoollesprogramma aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. Deze ontstonden toen voormalig minister van Onderwijs Netelenbos in 1997 alle vrije middelbare Scholen in Nederland verplichtte om examens aan te bieden als een reguliere schoolgemeenschap voor vmbo-t, havo en vwo. Of dit profiel wel het meest geschikte profiel is wordt hier besproken.
DOCUMENT
In dit onderzoek is nagegaan wat beweegredenen van studenten zijn om zich al dan niet actief in te zetten voor hun medestudenten, opleiding en/of Inholland en welke opbrengsten en belemmeringen zij ervaren bij hun actieve inzet.
MULTIFILE
Het verslag betreft het vervolgonderzoek naar de stand van zaken van de invoering van de code Goed Onderwijsbestuur per augustus 2010, na afloop van de overgangstermijn.
DOCUMENT
EN NU? Dat is de kernvraag. De vraag bevat een uitnodiging om duurzaam te denken en te handelen. Ter inspiratie voor de dialoog is dit document opgesteld. U treft een verzameling statements, interviews en ordenende schemas om een veelzijdig onderwerp als duurzaamheid toegankelijk te maken. Doel? Duurzaamheid een plaats geven in het besluitvormingsproces, zowel van uzelf als van uw organisatie. Ambitieus? Nee, de tijd vraagt erom. Voor de één uit ideologische redenen, voor de ander uit economische redenen. Weer anderen zien zelfs een kans in de combinatie van beide redeneringen. De opgave is om nu iedereen in beweging te krijgen. Moeilijk? Ja, het is ingewikkeld om de ambitie te realiseren. Het gaat om mentaliteitsverandering, om ontwikkelen van nieuwe technologie en om nieuwe afwegingen in kortetermijn kosten en langetermijn baten. Aanpak? Momenten creëren. Mensen uitnodigen om hun opvattingen te presenteren en te delen. In gesprek raken en blijven. Managers verleiden om bestaande denkpatronen los te laten. Leren van elkaar. Bestuurders uitnodigen om niet de mijlpalen te benoemen, maar de momenten te koesteren. Robert Blom
DOCUMENT
In deze tekst staan twee vormen van participatie centraal: de burger als kiezer en als co-producent. De auteurs staan stil bij de verhoogde aandacht voor participatie door de ontwikkelingen op drie terreinen te beschrijven, t.w. politieke participatie, vrijwilligerswerk en leefbaarheid in wijk en stad. Telkens trachten ze de internationale en landelijke discussie te vertalen naar de Eindhovense situatie. Uiteraard zijn er nog vele andere vormen van participatie, zoals sportparticipatie, cultuurparticipatie en niet te vergeten arbeidsparticipatie. Dit artikel beperkt zich tot de min of meer vrijwillige vormen van participatie waarbij de relatie met de overheid in het geding is. Andere vormen van participatie (zoals op de arbeidsmarkt) en de vraag of die concurreren met bijvoorbeeld vrijwilligerswerk komen niet aan bod. De tekst sluit af met een aantal algemene observaties en beleidssuggesties.
DOCUMENT
Werken aan meer inclusie en participatie van mensen met beperkingen blijkt in de praktijk weerbarstig. Wat is er nodig om aan inclusie te werken? Welke kennis en competenties hebben professionals nodig? Wat wordt van mensen met beperking zelf en hun netwerk gevraagd? Welke werkwijzen en activiteiten dragen bij aan meer inclusie? Antwoorden op deze vragen kan het meedoen en meetellen van mensen met een verstandelijke beperking in de samenleving een stukje dichterbij brengen.
DOCUMENT
Uit onderzoek blijkt dat het met kinderen die in verbindende omgevingen opgroeien beter gaat dan met hun leeftijdsgenoten bij wie het daaraan ontbreekt (Garbarino et al. 1997; De Winter 2004, 2006; Moritsugu et al. 2010). Ze hebben meer ontwikkelingskansen, minder gedragsproblemen en ervaren meer verbondenheid met elkaar en met de omgeving. Verbindende omgevingen zijn omgevingen waar kinderen zich welkom en gerespecteerd voelen en merken dat ze ‘ertoe doen’. Een belangrijk kenmerk is de (al dan niet lichte) pedagogische afstemming tussen ouders, buurtbewoners, vrijwilligers en professionals zoals docenten, kinderleidsters, jongerenwerkers of sportbuurtcoaches. Brede scholen zijn bij uitstek verbindende settings, althans op papier. Brede scholen zijn samenwerkingsverbanden tussen scholen, kinderopvang, welzijn, naschoolse opvang en overige instellingen in de wijk. Door de samenwerking, zo stellen pleitbezorgers van de brede school, kan een integraal dagprogramma worden geboden, waarbij de ontwikkeling van het kind centraal staat en de instellingsbelangen naar de achtergrond worden verschoven. Bovendien kunnen ouders en wijkbewoners bij de brede school worden betrokken, waardoor brede scholen veel meer kunnen bereiken met ‘hun’ kinderen. Ouders kunnen op hun beurt op allerlei manieren bij de brede school worden betrokken. Een belangrijke kwestie daarbij is welke ruimte voor eigenheid de partners in de brede school (zouden moeten) hebben en welke keuzes voor gezamenlijk denken en handelen er (zouden moeten) worden gemaakt
DOCUMENT