Meerdere onderzoeken wezen de afgelopen jaren uit dat onderzoeksjournalistiek ook in de medische sector kan leiden tot grote onthullingen. Het vakgebied is de afgelopen jaren door de opkomst van grootschalige data en mogelijkheden van artificial intelligence interessanter, maar ook ingewikkelder geworden. Samenwerking lijkt de oplossing. Maar dan nog zijn er genoeg obstakels om te overwinnen.
LINK
Uit de RAAK-projecten van SIA blijkt dat er op een aantal thema’s veel projecten en onderzoeken plaatsvinden. Verspreid over de hogescholen in Nederland zijn onderzoekers actief op dezelfde onderwerpen. Met de Thematische Impulsen wil SIA overleg en afstemming stimuleren tussen de lectoren en landelijke kennisnetwerken onderling en de beroepspraktijk. Met elkaar stellen zij de state-of-the-art vast, bespreken de verwachtingen die zij hebben voor de toekomst en geven aan waar de zwaartepunten in praktijkgericht onderzoek moeten liggen. De Thematische Impuls sluit aan bij de doelstelling om kennisuitwisseling te bevorderen en daarmee het innovatief vermogen van de beroepspraktijk te vergroten. In dit artikel meer over het doen van praktijkgericht onderzoek op medische beeldvormende diagnostiek in de eerste lijn. Er zijn 3 lectoraten betrokken bij deze thematsiche impuls.
DOCUMENT
Dit essay legt het belang van de gelaagdheid in het sociaal werk bloot. Professionals willen weten hoe het werkt, organisaties wat er werkt en bestuurders waartoe het werkt. Omdat hierover tussen de verschillende partijen geen helderheid bestaat, ontstaat een Babylonische spraakverwarring en afrekencultuur. Een essay over de gelaagdheid van kennis in de sociale sector.
DOCUMENT
Bij de aanvang van het lectoraat 'sociale infrastructuur en technologie' was onze doelstelling te komen tot een inventarisatie van ict gebruik in de sociale sector. Daarbij ging het ons om praktijken en initiatieven in de sociale sector waarbij men gebruik maakt van moderne technologie ter versterking van de sociale infrastructuur, de leefbaarheid van samenlevingsverbanden, de participatie in de publieke besluitvorming, de hulp- en dienstverlening aan cliknten en deelnemers. Met de sociale sector worden alle institutionele arrangementen bedoeld die het werken aan welzijn als primaire doelstelling hebben. Het gaat hierbij niet om een zoveelste onderzoek teneinde een volledig, kwantitatief gericht beeld te krijgen. Er werd gestreefd naar een beschrijving van veelbelovende aanpakken, niet alleen binnen de institutionele welzijnszorg, maar ook projecten en activiteiten die op initiatief van burgers buiten de sociale sector-in strikte-zin zijn opgezet.
DOCUMENT
Despite several decades of Sport for All policies, opportunities for sports participation are still unequally divided, with certain socially disadvantaged groups having less access to sports. To reduce this gap, structural efforts are needed. A question that arises is what role nonprofit sports clubs can fulfill in this matter. In this study, first, it is explored how nonprofit sports clubs perceive their role and responsibility towards socially disadvantaged groups and how they act on it. Second, it is investigated which factors predict the presence or absence of efforts from nonprofit sports clubs for lowering barriers. For this second question, we focus on people living in poverty. Data are based on a survey among 580 nonprofit sports clubs throughout Flanders (Belgium). The findings indicate that the human resources capacity of the club is not the main barrier. It is argued that local sports authorities and sports federations have an important part to play in supporting and encouraging sports clubs in terms of social inclusionary policies, for example by instilling awareness.
LINK
DOEL: Deze studie onderzoekt de mogelijke invloed van gender op de historische dynamiek rond verpleegkundig leiderschap. METHODE: Gebruikmakend van een historische onderzoeksbenadering voert deze studie een bronnenanalyse uit met gender als analytische lens, gericht op de ontwikkeling van het verpleegkundig directeurschap in het Sint Radboudziekenhuis vanaf de oprichting van de medische kliniek (1956) tot de uitsluiting van de verpleegkundig directrice uit de directie (1971). RESULTATEN: Er worden zes gendergaps geïdentificeerd, namelijk verschillen in vermeende capaciteiten en kwaliteiten, werk-privébalans, opleiding, salarisstructuur, ondersteuning en gebruik van retoriek. Dit wijst op betrokkenheid van stereotype denkbeelden bij het vormen van de genderasymmetrie binnen het verpleegkundig beroep en de perceptie ervan op de werkplek en daarbuiten. DISCUSSIE: Een geleidelijke uitsluiting van verpleegkundigen op basis van geslacht op strategisch niveau in directies wordt benadrukt. Deze asymmetrie en vooroordelen creëerden een onevenwichtig speelveld, wat de onderhandelingen over de status van het verpleegkundig beroep bemoeilijkte en belemmeringen opwierp voor verpleegkundig leiderschap. CONCLUSIE: Het zichtbaar en bespreekbaar maken van deze vooroordelen kan het bewustzijn vergroten over de wijze waarop historisch gegroeide ideeën en overtuigingen hedendaags verpleegkundig leiderschap beïnvloeden.
LINK
In voorliggend sectorstudierapport gaat het om geweld jegens minderjarigen die in de periode van 1945 tot heden zijn geplaatst in instellingen voor minderjarigen met een licht verstandelijke beperking (LVB). Tegenwoordig heten deze instellingen orthopedagogische behandelcentra (OBC). Voorheen werden deze instellingen behandelinstituten, instellingen voor licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen, zwakzinnigeninrichtingen of ‘debieleninternaten’ genoemd.1 In de periode van 1945 tot heden zijn er ook minderjarigen met een LVB geplaatst in instellingen in andere sectoren, zoals GGZ-instellingen, Justitiële Jeugdinrichtingen en residentiële instellingen die niet specifiek gericht zijn op minderjarigen met een LVB. Geweld jegens minderjarigen met een LVB in die sectoren is onderzocht in de andere sectorstudies van de Commissie Onderzoek naar Geweld in de Jeugdzorg, verder te noemen commissie. In dit hoofdstuk wordt allereerst de LVB-sector omschreven, net als de doelgroep van jongeren die in instellingen in deze sector geplaatst werden en worden. Daarna volgt een overzicht van de ontwikkelingen in de sector in de periode van 1945 tot heden, met speciale aandacht voor het financiële en wettelijke kader waarbinnen de OBC’s werken en gewerkt hebben. Vervolgens beschrijven we het onderzoeksproces en de specifieke onderzoekskeuzes voor deze sectorstudie en sluiten we af met de opbouw van dit rapport.
DOCUMENT
De Stichting Innovatie Alliantie stimuleert de uitwisseling van kennis tussen professionals uit de publieke sector en hogescholen door middel van RAAK-projecten. Deze projecten kunnen de uitkomst bieden die professionals uit de publieke sector nodig hebben. Bij de hogescholen is immers de kennis en menskracht aanwezig voor onderzoek en uitvoering van de meest uiteenlopende projecten op het gebied van innovatie en ontwikkeling. De vraag van de professional uit het veld staat in de RAAKprojecten altijd centraal, in nauwe samenwerking gaan professional en hogeschool aan de slag om antwoorden te vinden.
DOCUMENT
In november publiceerde Klaas Mulder een essay over de hulpverlening aan mensen met inzichtsstoornissen. In de sociale sector werd het gezien als- weer - een kanttekening bij het regeringsbeleid, maar Mulder richt zich in zijn kritiek ook op sociale professionals zelf. Die zijn te weinig op zoek naar methodieken die werken voor mensen die het zelf niet meer snappen. Blijven we praten, of gaan we benen redden.
DOCUMENT
De tuinbouw sector is een innovatieve sector waar veel gebeurt en die sterk in ontwikkeling is. Er zijn veel vacatures op allerlei gebied: als gewasverzorger, als teeltspecialist, maar ook als manager logistiek, als HRM-er in een commerciële functie. Alleen weten veel mensen dat niet. De kloof tussen de blik van buiten t.o.v. de blik van binnen is groot. In dit project hebben we actuele realistische beroepsbeelden ontwikkeld in co-creatie met zes bedrijven welke kunnen bijdragen aan imagoverbetering van de sector en aan de doorontwikkeling van HRM. De bijlagen zijn op te vragen via BRC@inholland.nl
DOCUMENT