Zes grote Groningse werkgevers hebben een jaar innovatieve interventies, bijvoorbeeld filosofische gesprekken of een 40 dagen challenge, laten uitvoeren onder hun medewerkers en de uitkomsten laten meten. Het onderzoek toonde aan dat de interventies positieve uitwerking hadden op de medewerkers. Het lectoraat Duurzaam HRM van de Hanzehogeschool Groningen deed binnen het Platform Mentale Gezondheid onderzoek naar het preventief en positief beïnvloeden van de mentale gezondheid van medewerkers. De resultaten verschenen eind april.
DOCUMENT
Praktische aanbevelingen op basis van bevindingen uit systematisch literatuuronderzoek bij de Covid-19 en vergelijkbare virusuitbraken en interviews met experts en ervaringsdeskundigen.
DOCUMENT
De coronapandemie heeft een enorme impact op het mentale welzijn van de Nederlandse bevolking. Gebaseerd op een grootschalig panelonderzoek (N = 22.696) naar de sociale impact van COVID-19, onderzoekt dit artikel ten eerste welke sociale groepen het meest vatbaar zijn voor de gevolgen van de pandemie op de geestelijke gezondheid. Ten tweede onderzoeken we of sociaal kapitaal bescherming biedt tegen deze gevolgen. We vinden dat de impact van COVID-19 op de geestelijke gezondheid aanzienlijk is en dat deze in de loop van 2020 is toegenomen. Vrouwen, jongeren, respondenten met lage inkomens en/of een slechte zelf ervaren gezondheid, ervaren relatief meer angst en stress als gevolg van de pandemie. We vinden geen verschil tussen respondenten met of zonder migratieachtergrond. Sociaal kapitaal (ontvangen steun, vertrouwen in mensen en in instellingen) heeft het verwachte effect: hoe meer steun en vertrouwen, hoe minder angst en stress. Er is een bemiddelingseffect. Ouderen, respondenten met hoge inkomens en/of een goede gezondheid ervaren minder angst en stress, deels omdat ze meer sociaal kapitaal hebben. Dit is anders voor vrouwen. Zij zouden zelfs meer angst en stress ervaren in vergelijking met mannen, ware het niet dat zij meer sociaal kapitaal hebben. We concluderen dus dat sociaal kapitaal inderdaad enige bescherming biedt tegen de negatieve gevolgen van COVID-19 voor de geestelijke gezondheid.
MULTIFILE
hoofdstuk 5 in HRM Heden en Morgen In dit hoofdstuk presenteren we de wetenschappelijke en professionele stand van zaken op het gebied van gezondheid en vitaliteit, om hier vervolgens enkele conclusies aan te verbinden die organisaties en professionals op dit gebied verder zouden kunnen helpen. Hiertoe definiëren we – na een meer algemene beschrijving van de maatschappelijke context van en ontwikkelingen rond dit thema – eerst de algemene begrippen gezondheid en vitaliteit, waarna verschillende perspectieven op gezondheidsbeleid worden gepresenteerd. …
DOCUMENT
De COVID-19-epidemie heeft er niet toe geleid dat ouderen minder de natuur opzoeken. Sterker nog, het aantal natuurbezoeken is tijdens de coronacrisis zelfs gestegen. De resultaten van ons onderzoek laten zien hoe contact met de natuur voor vitale en hulpbehoevende ouderen goede kansen biedt om een crisissituatie gezond door te komen. Een belangrijke rol daarin speelt de band die ouderen tijdens de epidemie hebben opgebouwd met de natuur en met plekken in de natuur.
DOCUMENT
Drie op de vier Nederlanders vinden dat investeren in natuur een onderdeel moetvormen bij de herstelplannen na de coronacrisis. Dat blijkt uit onderzoek dat het bureau Motivaction in opdracht van Vogelbescherming Nederland heeft uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt ook dat 62 procent van de Nederlanders de lockdownperiode beter is doorgekomen omdat het de kans gaf even te "ontsnappen" in de natuur.
DOCUMENT
Machteld Huber (1951) haalde in 1983 haar huisartsendiploma aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Op haar 35ste werd ze onderzoeker naar voeding en gezondheid bij het Louis Bolk Instituut in Driebergen en ontwikkelde ze een nieuw concept voor gezondheid. In 2015 richtte ze het Institute for Positive Health op (www.positievegezondheid.nl). In 2012 ontving zij de ZonMw-parel voor haar werk. Op 18 mei 2017 sprak Machteld Huber de vijfde Life Lezing uit bij Aeres Hogeschool Dronten. Zij verbindt in deze lezing haar eigen vakgebied ‘positieve gezondheid’ met het domein van de hogeschool, namelijk ‘voedselproductie’. Aan het einde van haar lezing geeft zij de hogeschool een belangrijke onderzoeksvraag mee: welk effect heeft bemesting op gezondheid en veerkracht van het gewas en daarmee op die van het voedsel? Het onderzoeken van dergelijke relaties is uitdagend werk!
DOCUMENT