Jongeren ervaren in toenemende mate schoolstress en prestatiedruk. Een deel van hen kan hierdoor (tijdelijk) niet naar school, zoals blijkt uit een groeiend aantal verzuimmeldingen en thuiszitters. In sommige gevallen lopen de problemen zo hoog op dat er jeugdhulp nodig is. Het onderzoeksproject Mentaal Kapitaal van de Regionale Kenniswerkplaats Jeugd en Gezin Centraal heeft als doel kennis te vergroten omtrent de oorzaken en oplossingsrichtingen voor deze schoolgerelateerde problematiek. In deze factsheet worden de bevindingen van de eerste deelstudie beschreven, waarin werd onderzocht welke risico- en beschermende factoren een rol spelen bij ongezonde schoolstress, prestatiedruk, schoolverzuim/thuiszitten en schooluitval.
Geen full tekst beschikbaar. In dit hoofdstuk beschrijven we de resultaten van een vierjarig praktijkgericht onderzoek naar Jouw Ingebrachte Mentor ofwel de JIM-aanpak binnen Youké, een organisatie voor specialistische hulp aan kinderen en jongeren. De JIM-aanpak is ontwikkeld vanuit Youké en Zandbergen (www.youké.nl) naar een voorbeeld uit de Verenigde Staten: Youth Initiated Mentoring (YIM).
LINK
Hoe consulteer je collega’s bij morele dilemma’s waar je mee te maken krijgt? Dit artikel beschrijft de ontwikkeling van een stappenplan. Met voorbeelden uit de praktijk geeft Ellen Grootoonk aan hoe je een proces van normatieve professionalisering in gang kunt zetten
Coachingsgeprekken rond spiritueel – ritueel geladen handelen in de residentiele jeugdhulp. Vraagstukken rond jeugd, gezin en opvoeding zijn blijvend actueel. De vraag hoe het leven van jongeren eruit ziet en hoe zij voor hun leven en rol in de maatschappij worden gevormd, is daarbij wezenlijk. In mijn promotieonderzoek heb ik verslag gedaan van het dagelijks leven van adolescenten in de residentiele jeugdhulp en de rol van pedagogische medewerkers daarbij (Vierwind, 2019). Het perspectief van waaruit dat gebeurt is dat van de ritual studies. Naast dagelijkse- en overgangsrituelen worden in dit onderzoek ‘rituelen met een spirituele dimensie’ blootgelegd. De jongeren vertellen in de interviews hoe zij in situaties van tegenslag en verdriet overgaan tot spirituele handelingen waaraan zij moed en kracht ontlenen. Eerder onderzoek toont dat de adolescentietijd, onafhankelijk van eigen al of niet spirituele opvoeding, voor meerdere jongeren een periode van spiritueel ontwaken is. Religie en spiritualiteit blijken als coping mechanisme een bron van veerkracht. Een van de bevindingen in mijn onderzoek is dat pedagogisch medewerkers zeggen dat zij weten dat jongeren bij tegenslag en verdriet spirituele handelingen verrichten, maar daarbij expliciet benoemen dat ze in mentorgesprekken daar niet op afstemmen. Als een reden daarvoor wordt genoemd dat dit niet aansluit bij de eigen visie en levensrichting. Deze bevinding sluit aan bij eerder onderzoek waarin wordt geconcludeerd dat het kunnen hanteren van de eigen voorkeurstijl door pedagogisch medewerkers blijvend aandacht vraagt. Ook de door jongeren in eerder onderzoek uitgesproken behoefte om met hun begeleiders ‘echte gesprekken’ te kunnen hebben, is in dit verband noemenswaardig. Het hier voorgestelde onderzoek richt zich op de vraag hoe pedagogisch medewerkers in mentorgesprekken die binnen de residentiele jeugdhulp worden gevoerd kunnen afstemmen op het spiritueel handelen van jongeren. De resultaten van dit onderzoek zijn ook voor aanpalende beroepsgroepen van belang (Verpleegkunde, Onderwijs, Theologie).