The aim of this paper is to investigate which portfolio extension option: either a cheaper subbrand or a private label endorsed by the national brand is better from the consumer perspective. Two hypothetical product concepts from a leading beer brand were tested among Dutch consumers. The findings show that consumers are equally likely to try the options and form a positive or negative opinion about the manufacturer after the extension. However, when looking at the ability for a brand to cover a price conscious segment and thereforeincrease penetration, the cheaper national sub-brand performs better. Given that the manufacturer will be not restricted in distribution of such a brand, our findings are in favour of a cheaper sub-brand rather than an endorsed private label.
DOCUMENT
In the grocery retail sector a systematic approach of brand portfolio strategy for own label brands has gained relevance in recent times. In this context, brand portfolio strategies can be considered common practice for retailers for brand architectures which should visualise a coordinated approach between private label brands and retail brands. This paper examines the brand architectures of four grocery stores in each Germany and the Netherlands. By using a model of Laforet & Saunders, the results show significant differences in the applied architectures of retailers compared to FMCG suppliers. It is the type of retail format that has the most significant impact on the type of brand architecture being applied in the grocery retail sector.
DOCUMENT
Brand portfolio strategies are an essential prerequisite for securing long-term success for multi-brand companies. Only by focusing on the entire portfolio can it be ensured that all brands “act in concert” to achieve superordinate objectives. Thereby, an increasing vertical competition caused by private labels calls for a new approach, by which brand manufacturers integrate private labels into their portfolio management. This paper presents a planning model that is embedded in the company’s strategic management and demonstrates how brand-related objectives/strategies can be linked with superordinated objectives/strategies. By including vertical marketing goals into portfolio strategy, brand manufacturers may gain from extending the planning scope to private label brands.
LINK
Private Labels have transformed from value purchases into powerful brands. This paper develops a framework based on the four strategic dimensions of brand breadth, positioning, segmentation, and relationship with the store brand that retailers can uniquely draw upon to organise their brand portfolios. It examines the case of German retailer Rewe that successfully organises its private label portfolio along these dimensions. This paper argues that maintaining multi-tiered and multi-segmented private label portfolios can be important tools for retailers enabling them to cover broader markets, fulfil current consumer needs, build brand equity, and strengthen customer loyalty.
DOCUMENT
Dit is de sterk herziene en uitgebreide, tweede editie van Zorg met liefde en lef. In deze nieuwe handleiding zijn nog meer voorbeelden opgenomen, zijn meer marketingmodellen opgenomen en wordt geeindigd met tips van zorgmarketeers.
LINK
In de rapportage over het deeltijdonderwijs van De Haagse Hogeschool is gekozen voor een beschrijvende benadering op tal van aspecten van dit onderwijs. Zo komen ondermeer aan de orde: doelgroep, onderwijsaanpak en studiesucces, begeleiding, personeel, organisatie, financiën, en ook communicatie en marketing van de deeltijd. In korte tijd heeft de onderzoeker een veelheid van informatie verzameld en is zij erin geslaagd dit toegankelijk te ordenen. Op elk van de onderzochte aspecten worden gegevens gepresenteerd die aanleiding kunnen vormen om op zoek te gaan naar verbetering van het deeltijdonderwijs. Het geheel overziende valt een aantal zaken op. In kwantitatief opzicht is sprake van 21 deeltijdopleidingen die op dit moment samen een aandeel van 14% hebben in de studentenpopulatie. Het deeltijdonderwijs kent daarmee een forse terugloop. Zo was een vijftien jaar geleden nog 40% van de studenten van De Haagse Hogeschool deeltijder. In kwalitatief opzicht valt op dat het deeltijdonderwijs een sterk academiegebonden beleid kent. Elke academie heeft zo haar eigen visie op elementen als instroom, onderwijsaanbod, werving en acquisitie. Ook laten de academies flinke verschillen in ambities zien. Al met al maakt de rapportage overduidelijk dat er een grote kloof bestaat tussen de praktijk van het deeltijdonderwijs en de beleidsambitie van De Haagse Hogeschool. Immers de aanleiding voor het uitgevoerde onderzoek was de vraag: hoe profileren we intern en extern De Haagse Hogeschool niet alleen als voltijd, maar ook als deeltijd school? Op basis van de verzamelde gegevens worden in het rapport uitgebreid aanbevelingen gedaan voor een sterkere profilering van De Haagse Hogeschool op het gebied van deeltijdonderwijs.
DOCUMENT
De culturele industrie staat onder druk. De subsidiënten en de sponsors trekken zich terug. De vraag is hoe Oerol zonder verlies aan identiteit nieuwe verdienmodellen kan introduceren op de volgende edities. Oerol trekt in 10 dagen 55.000 bezoekers waarvan er 25.000 het paspoort kopen waarmee toegang tot de koop van tickets mogelijk is. Dit aantal moet omhoog kunnen. Tevens veronderstellen wij dat de bezoeker niet bewust is van het risico die de particuliere organisatie van Oerol loopt bij iedere editie. In het rapport staat een analyse van de situatie waarbij de programmering- piramide alsmede de customer life-time value theorie wordt ingepast en aanbevelingen van verdienmodellen.
DOCUMENT
Rosa Alberto (HU) en Bart Kleine Deters (ECBO) deden onderzoek naar welke lessen we als Nederland kunnen leren van het buitenland op het gebied van beleid in gecijferdheid. Dit deden ze aan de hand van een thematische analyse op vier terreinen: 1. Samenhang in basisvaardigheden(-beleid) 2. Implementatiemethode van basisvaardighedenbeleid 3. De rol van kenniscentra 4. Rol van werkgevers in het versterken van basisvaardigheden Het onderzoek geeft mooie aanknopingspunten en inspiratie voor de ve-plannen die bij het ministerie van OCW in de maak zijn. Dit onderzoek is verschenen binnen het project Gecijferdheid als Basisvaardigheid, waarbij de HU, CINOP en Freudenthal Instituut (UU) samen optrekken.
DOCUMENT
Welk soortelijk gewicht heeft sociaal beleid, en aan welke dynamiek is het onderhevig? Hoe zwaar weegt het in het Haagse? Is het verbeteren van de sociale kwaliteit van onze samenleving een opdracht die opkan tegen het equivalent daarvan in de economische en fysieke sfeer? En is het soortelijk gewicht van sociaal beleid de afgelopen jaren gedaald? (Hebben stoffen eigenlijk altijd eenzelfde soortelijk gewicht? Zou water als het bevriest en ijs wordt een ander soortelijk gewicht krijgen?) In deze bundel wordt vanuit diverse hoeken stilgestaan bij het soortelijk gewicht van sociaal beleid. De teksten zijn geschreven en samengebracht als Liber Amicorum voor Wim Woertman, ter gelegenheid van diens afscheid van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
DOCUMENT
Financiële problematiek onder forensische cliënten is groot, complex en diepgeworteld, belemmert resocialisatie en vergroot het risico op terugval in delictgedrag. Bovendien hangt financiële problematiek vaak samen met problemen op andere levensdomeinen, zoals opleiding, werk, en mentale en fysieke gezondheid. Cliënten zelf én forensisch sociaal professionals die hen begeleiden ervaren vaak veel belemmeringen bij het aanpakken van schulden. Vanuit gemeenten wordt nog relatief weinig aandacht besteed aan deze problematiek voor deze specifieke doelgroep en gemeentelijk beleid verschilt dan ook sterk. Hoe kunnen gemeenten beleid rond financiële problemen onder forensische cliënten intern regisseren en bovendien afstemmen op andere gemeenten?
DOCUMENT