Long-term learning trajectories evolve through microdevelopmental sequences (i.e., short-term processes of change during learning tasks) and depend on variability during and across learning tasks. The aim of this study is to examine the coupling between short-term teacher-student dynamics and students’ long-term learning trajectories, thereby providing empirical support for the link between the short- and long-term time scale in cognitive development. For 31 students (ages 3–5 years) from regular and special education, five teacher-student interactions during science tasks were filmed and coded in real time with regard to the student’s level of understanding and the teacher’s support throughout the task. A hierarchical cluster analysis resulted in four different learning trajectories over the course of 1.5 years, labeled as a high-scoring, mid-scoring, fluctuating, and low-scoring group of students. When connecting these trajectories to microdevelopmental data, the interactions of the high-scoring students were characterized by more moment-to-moment variations in the teacher’s support and student’s level of understanding, while the low-scoring group had the least variability compared to the other groups. Students with emotional and behavioral disabilities were represented across all learning trajectories, despite frequent accounts in the literature on their significant academic delays.
LINK
Onder scheikundedocenten, chemiedidactici en lerarenopleiders is consensus over de centrale rol die het micro/macro concept zou moeten spelen in een nieuw te ontwerpen scheikundeprogramma voor havo en vwo. Bovendien kan worden geconcludeerd dat naast aandacht voor de plaats van het heen-en-weer denken in het te ontwikkelen lesmateriaal ook de wijze waarop scheikundedocenten in hun lessen dienen om te gaan met dit begrip belangrijk geacht wordt. Om ons een beeld te kunnen vormen van de didactische aspecten van het heen-en-weer denken is het van belang beter zicht te krijgen op de inzichten van scheikundedocenten in het gebruik van micro- en macro-scheikunde.
DOCUMENT
Het grote aantal spin-off bedrijven dat in de regio Twente actief is, was een van de belangrijke redenen om in Twente het Fraunhofer Project Center (of kortweg FPC) op te richten. Nu een aantal van deze bedrijven hun productie flink gaat opschalen, is het belangrijk dat zij daarbij volop gebruik kunnen maken van de kennis en expertise van de partners in het FPC op gebieden als productietechniek en precisie-assemblage. Sinds dit voorjaar ligt de coördinatie van dit laatste expertisegebied bij het lectoraat NanoPhysics van Saxion University of Applied Science. Het lectoraat NanoPhysics van Cas Damen houdt zich in het onderzoek bezig met de toepassing van chips in speciale producten, met name in sensoren. Daarbij richt het zich op chips die niet gebaseerd zijn op micro-elektronica, maar op fotonica, MEMS (micro-elektromechanische systemen) en microfluïdica. Onderwerpen van onderzoek zijn de aansturing en uitlezing van deze chips, het (grootschalig) testen ervan en de integratie in grotere eenheden (assemblage).
MULTIFILE