Long-term learning trajectories evolve through microdevelopmental sequences (i.e., short-term processes of change during learning tasks) and depend on variability during and across learning tasks. The aim of this study is to examine the coupling between short-term teacher-student dynamics and students’ long-term learning trajectories, thereby providing empirical support for the link between the short- and long-term time scale in cognitive development. For 31 students (ages 3–5 years) from regular and special education, five teacher-student interactions during science tasks were filmed and coded in real time with regard to the student’s level of understanding and the teacher’s support throughout the task. A hierarchical cluster analysis resulted in four different learning trajectories over the course of 1.5 years, labeled as a high-scoring, mid-scoring, fluctuating, and low-scoring group of students. When connecting these trajectories to microdevelopmental data, the interactions of the high-scoring students were characterized by more moment-to-moment variations in the teacher’s support and student’s level of understanding, while the low-scoring group had the least variability compared to the other groups. Students with emotional and behavioral disabilities were represented across all learning trajectories, despite frequent accounts in the literature on their significant academic delays.
LINK
Using a longitudinal study on childrens’ understanding of scientific concepts, we compare the relative importance of general (e.g., standardized test scores) and microgenetic measures (interaction patterns) to characterize the development of scientific understanding over 1.5 years. A researcher worked five times with 31 children (3-5 years old, from regular and special primary schools) on scientific tasks about air pressure and gravity. The researchers scaffolding behavior and the childs understanding were coded per utterance. Furthermore, children’s standardized test scores (math and language) and information on their home environment were obtained. A cluster analysis yielded three distinct developmental trajectories, which could best be predicted by interactions between the child and the environment. In the discussion we question the validity of standardized tests
LINK
Aim The aim of this study is to gain more insight into child and environmental factors that influence gross motor development (GMD) of healthy infants from birth until reaching the milestone of independent walking, based on longitudinal research. Background A systematic search was conducted using Scopus, PsycINFO, MEDLINE and CINAHL to identify studies from inception to February 2020. Studies that investigated the association between child or environmental factors and infant GMD using longitudinal measurements of infant GMD were eligible. Two independent reviewers extracted key information and assessed risk of bias of the selected studies, using the Quality in Prognostic Studies tool (QUIPS). Strength of evidence (strong, moderate, limited, conflicting and no evidence) for the factors identified was described according to a previously established classification. Results In 36 studies, six children and 11 environmental factors were identified. Five studies were categorized as having low risk of bias. Strong evidence was found for the association between birthweight and GMD in healthy full-term and preterm infants. Moderate evidence was found for associations between gestational age and GMD, and sleeping position and GMD. There was conflicting evidence for associations between twinning and GMD, and breastfeeding and GMD. No evidence was found for an association between maternal postpartum depression and GMD. Evidence for the association of other factors with GMD was classified as ‘limited’ because each of these factors was examined in only one longitudinal study. Conclusion Infant GMD appears associated with two child factors (birthweight and gestational age) and one environmental factor (sleeping position). For the other factors identified in this review, insufficient evidence for an association with GMD was found. For those factors that were examined in only one longitudinal study, and are therefore classified as having limited evidence, more research would be needed to reach a conclusion.
DOCUMENT
Onder scheikundedocenten, chemiedidactici en lerarenopleiders is consensus over de centrale rol die het micro/macro concept zou moeten spelen in een nieuw te ontwerpen scheikundeprogramma voor havo en vwo. Bovendien kan worden geconcludeerd dat naast aandacht voor de plaats van het heen-en-weer denken in het te ontwikkelen lesmateriaal ook de wijze waarop scheikundedocenten in hun lessen dienen om te gaan met dit begrip belangrijk geacht wordt. Om ons een beeld te kunnen vormen van de didactische aspecten van het heen-en-weer denken is het van belang beter zicht te krijgen op de inzichten van scheikundedocenten in het gebruik van micro- en macro-scheikunde.
DOCUMENT
In dit artikel worden ontwikkelingen rond pesten in het Nederlandse onderwijs beschreven. Vanuit een systemisch perspectief op pesten, worden pesten en sociale veiligheid gedefinieerd. Het model Pesten op een continuüm tussen leren leven en overleven met kwetsbaarheid als gegeven, maakt duidelijk dat pesten en sociale veiligheid niet simpel elkaars tegenovergestelde zijn. Beide hebben kwetsbaarheid als bron. Die kwetsbaarheid vraagt om erkenning en beheer. Er wordt beschreven welke keuzes er in dat kader voor een school te maken zijn op micro-, meso- en macroniveau. In een conclusie wordt gesteld dat werken aan sociale veiligheid vooral werken aan vertrouwen is; een gezamenlijk leerproces waarin bijdragen mogelijk worden gemaakt van betrokkenen op verschillende niveaus. Sociale veiligheid is een van de mogelijke uitkomsten van parallelle processen die op ieder niveau geïnitieerd kunnen worden.
DOCUMENT
In het Expeditie-onderzoek is vanuit een systeemperspectief op micro-, meso- en macroniveau en in verschillende sectoren van het onderwijsveld gekeken naar of en hoe adaptief vermogen zich bij onderwijsprofessionals manifesteert. In het eindrapport presenteren we de bevindingen van het Expeditie-onderzoek in antwoord op de hoofdvraag: Op welke wijze is sprake van adaptief vermogen in het Nederlandse onderwijsveld in de wisselwerking tussen micro- (individu), meso- (organisatie) en macroniveau (opleiding en beleid) van leraarschap en wat zijn de belangrijkste kenmerken en verklarende en transfereerbare mechanismen van dit adaptief vermogen? Om die vraag te beantwoorden, hebben we gekeken naar manifestaties van adaptief vermogen in het systeem leraarschap, de beleving van onderwijsprofessionals bij veranderingen en factoren en mechanismen die daarbij een rol spelen. In het Expeditie-onderzoek ontdekten we dat twee kenmerken (naast andere kenmerken) die van invloed lijken te zijn op adaptief vermogen – systeem- en toekomstbewustzijn – waarover in de literatuur minder bekend is. In het eindrapport beschrijven we hoe systeem- en toekomstbewustzijn zich manifesteren in het systeem in de context van verandering. In de uitvoering van het onderzoek is gewerkt vanuit een specifieke benadering van sociaal-wetenschappelijk onderzoek genaamd kristallisatie. Kristallisatie omvat het gebruik van diverse onderzoeksmethoden, van wetenschappelijke methoden en technieken tot het inzetten van creatieve werkvormen) om een veelzijdig begrip van complexe vraagstukken te ontwikkelen. In de Expeditie hebben we kristallisatie vertaald naar zeven bouwstenen: literatuurstudie, praktijkvalidatie, TeacherTapp, veldstudie, kunst dialoog methoden, interventiestudie en vignettenstudie. De resultaten van uit de bouwstenen van het Expeditie-onderzoek zijn samengebracht in een model van adaptief vermogen voor het navigeren naar toekomstbestendig leraarschap. Implicaties voor wetenschap en praktijk zijn opgenomen in het rapport.
MULTIFILE
Dit artikel gaat over de mogelijke introductie van micro-aardappelen, ofwel microtubers, op de Europese markt en de uitdagingen met betrekking tot alkaloïden. Aardappelen zijn wereldwijd essentieel voor voedselzekerheid, maar microtubers, kleine aardappelknollen, blijven relatief onbekend. Nederlandse producenten overwegen deze kleine knollen te gebruiken voor voedselproducten, maar de aanwezigheid van alkaloïden is een belangrijk aandachtspunt. Alkaloïden zijn natuurlijke stikstofhoudende verbindingen die in veel planten voorkomen, waaronder aardappelen (Solanum tuberosum L.). Sommige alkaloïden, zoals solanine en chaconine, kunnen schadelijk zijn bij inname in grote hoeveelheden, terwijl andere gunstige effecten kunnen hebben, zoals antioxidanten-eigenschappen. De regulering en etikettering van alkaloïden in voedsel variëren, wat de uitdagingen voor producenten benadrukt. Hoewel er interesse lijkt te zijn in microtubers in de Europese fine dining sector, zijn er momenteel weinig aanwijzingen voor een aanzienlijke markt voor consumptie van deze kleine aardappelen in Europa. In Oost-Aziatische landen worden microtubers voornamelijk gebruikt als pootgoed, wat de huidige beperkte kennis over het marktpotentieel in Europa benadrukt. Dit artikel benadrukt het belang van zorgvuldige teeltpraktijken en marktonderzoek voordat er grootschalige investeringen worden gedaan in de commerciële teelt van microtubers voor consumptie in Europa. De wetgeving met betrekking tot alkaloïden is momenteel nog niet concreet, en verder onderzoek is nodig om de gezondheidseffecten en mogelijke risico's beter te begrijpen. Samengevat, dit artikel biedt inzichten in de potentie van microtubers op de Europese markt, waarbij rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van alkaloïden en hun impact op gezondheid en voeding. Het stimuleert producenten en onderzoekers om de mogelijkheden van microtubers verder te verkennen en te benutten.
DOCUMENT
Sinds het najaar 2020 heeft Netwerkcentrum De Opstap de deuren geopend en geeft daarmee invulling aan de transformatieopdracht in het Sociaal Domein van de gemeente Waadhoeke. Om meer te laten zien over de betekenis van De Opstap is er via een ontwerpgericht onderzoek met 13 deelnemers die vanaf de start actief zijn bij De Opstap gewerkt aan een serie portretten om de waarde van De Opstap creatief in beeld te brengen. Wat is hun verhaal, wie zijn ze en wat betekent De Opstap in die eerste fase voor de deelnemers. Door middel van een cultural probe waarbij zes opdrachten (die gingen over: zelfportret, groei en bloei, trots, talent, een dag bij De Opstap, en wat neem je mee naar huis) deels zijn uitgevoerd of meegenomen in contextual interviews zijn er van elke deelnemer middels een poster portretten gemaakt. De posters zijn weergegeven in hoofdstuk 1. Naar aanleiding van deze portretten zijn de stagiaires (3) bij De Opstap nog verder gaan observeren middels een Fly on The Wall naar betekenisvolle momenten en het vastleggen van momenten van waarde middels een fotosafari. In deze momenten van observaties zijn korte micro narratieven opgehaald welke zijn te vinden in hoofdstuk 2. Afsluitend heeft er een bijeenkomst met netwerkleden van De Opstap plaatsgevonden. Met verschillende werkvormen is de waarde van De Opstap in beeld gebracht, bekeken vanuit het perspectief van de netwerkpartners. Hoofdstuk 3 bevat een verslag van deze bijeenkomst. Tot slot geven we in hoofdstuk 4 de bevindingen samengevat weer en bekijken ze door de bril van Sociale Kwaliteit.
DOCUMENT
In een tijd waarin de wereld geconfronteerd wordt met een toenemende bevolking en de daaruit voortvloeiende behoefte aan voedsel, staat het lectoraat Eiwittransitie voor een uiterst relevante uitdaging. De groeiende vraag naar eiwitten en de noodzaak om onze consumptiegewoonten in balans te krijgen met natuur en onze gezondheid vormen de kern van de missie van dit lectoraat.
DOCUMENT
Om de groeiende wereldbevolking van voedsel te voorzien en tegelijkertijd de landbouw te verduurzamen is een voedseltransitie nodig. Martina Sura levert daar een bijdrage aan. Op 5 oktober hield ze in Leeuwarden haar inaugurele rede als lector Eiwittransitie. Het lectoraat richt zich onder meer op de inzet van micro-organismen voor de eiwittransitie met als uiteindelijk doel een gezonderemens en een duurzamere wereld.
DOCUMENT