Onder scheikundedocenten, chemiedidactici en lerarenopleiders is consensus over de centrale rol die het micro/macro concept zou moeten spelen in een nieuw te ontwerpen scheikundeprogramma voor havo en vwo. Bovendien kan worden geconcludeerd dat naast aandacht voor de plaats van het heen-en-weer denken in het te ontwikkelen lesmateriaal ook de wijze waarop scheikundedocenten in hun lessen dienen om te gaan met dit begrip belangrijk geacht wordt. Om ons een beeld te kunnen vormen van de didactische aspecten van het heen-en-weer denken is het van belang beter zicht te krijgen op de inzichten van scheikundedocenten in het gebruik van micro- en macro-scheikunde.
Het grote aantal spin-off bedrijven dat in de regio Twente actief is, was een van de belangrijke redenen om in Twente het Fraunhofer Project Center (of kortweg FPC) op te richten. Nu een aantal van deze bedrijven hun productie flink gaat opschalen, is het belangrijk dat zij daarbij volop gebruik kunnen maken van de kennis en expertise van de partners in het FPC op gebieden als productietechniek en precisie-assemblage. Sinds dit voorjaar ligt de coördinatie van dit laatste expertisegebied bij het lectoraat NanoPhysics van Saxion University of Applied Science. Het lectoraat NanoPhysics van Cas Damen houdt zich in het onderzoek bezig met de toepassing van chips in speciale producten, met name in sensoren. Daarbij richt het zich op chips die niet gebaseerd zijn op micro-elektronica, maar op fotonica, MEMS (micro-elektromechanische systemen) en microfluïdica. Onderwerpen van onderzoek zijn de aansturing en uitlezing van deze chips, het (grootschalig) testen ervan en de integratie in grotere eenheden (assemblage).
MULTIFILE
Dit paper presenteert de voorlopige resultaten van het project SUMMALab waarin een nieuwe ‘meta-lab’ benadering wordt getest. SUMMALab is een meta-lab rond mobiliteits-experimenten in de Metropoolregio Amsterdam, de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag en de gemeenten Den Haag, Delft en Rotterdam. Een meta-lab is nietzelf een lab, maar een verzamelplaats waar verschillende onderzoeken en experimenten in samenhang worden gebracht zodat er sneller en beter van de experimenten geleerd kan worden. De meta-lab benadering respecteert en ondersteunt enerzijds lokale leeragenda's en hun focus op lokale oplossingen voor lokale problemen, en gebruikt anderzijds het potentieel van lokale experimenten om bij te dragen aan een centrale leeragenda gebaseerd op de 'grote maatschappelijke uitdagingen'.
In dit project is een quick-scan model ontwikkeld om de potentie van deelsystemen in stadswijken te voorspellen. Door gebruik te maken van voertuigdata van aanbieders van deelmobiliteit, evenals sociaal-demografische, economische en ruimtelijke kenmerken, worden voorspellingen gedaan over het aantal vertrekken van deelfietsen en deelscooters per zone. Deze gegevens zijn geïntegreerd in een quick-scan model binnen een digital twin omgeving, waardoor ambtenaren en andere experts inzicht krijgen in de potentiële vraag naar deelmobiliteit per zone.Deelmobiliteit is bezig aan een opmars in Nederland. Deze ontwikkeling verloopt echter met vallen en opstaan, omdat gemeenten en aanbieders nog onvoldoende inzicht hebben in de potentie van deelmobiliteit in verschillende gebieden.Met het quick-scan model kunnen gemeenten een eerste inzicht krijgen in de gebieden waar deelmobiliteit kansrijk is, gebaseerd op de huidige marktcondities. Op basis van deze inzichten kunnen gemeenten een plan opstellen voor de verdeling van de capaciteit en het aantal plekken voor deelmobiliteit over de verschillende gebieden in de stad. Clients: Tour de Force & Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat