Innovatieve modellen voor realisering huisvesting voor middeninkomensMensen met een middeninkomen hebben moeite hun woonwensen te vervullen. Daarom bestaat er behoefte aan nieuwe samenwerkingsverbanden en organisatie- en financieringsmodellen om huisvesting voor deze groep te realiseren. Dit heeft ertoe geleid dat op diverse plaatsen coalities van partijen zijn gevormd waarin gemeenten samenwerken met (mkb-)bedrijven zoals bijvoorbeeld Rizoem.Binnen dit project heeft het lectoraat Gezonde Stad van de Hanzehogeschool Groningen samen met de gemeente Groningen en Rizoem onderzocht welke bestaande en nieuwe samenwerkingsverbanden en organisatie- en financieringsmodellen mensen met een middeninkomen kunnen helpen om hun woonwensen te realiseren en welke ondersteuning deze mensen hierbij nodig hebben.Hiertoe zijn bestaande innovatieve samenwerkingsverbanden en organisatie- en financieringsmodellen geïnventariseerd en is het project Meerhoven in Groningen nader onderzocht. Hier heeft Rizoem in samenwerking met de gemeente Groningen 18 sociale huurwoningen en 10 betaalbare koopwoningen gerealiseerd, waarbij alle woningen identiek zijn en huur en koop door elkaar staan. Verder zijn nieuwe werkwijzen verkend, m.n. de aanpak van de gemeente Amsterdam met betrekking tot ondersteuning bij de opzet van wooncoöperaties en de betaalbaarheidsagenda van de gemeente Zwolle om meer woningen met een lage middenhuur in de stad te krijgen en te houden. Ook is nader onderzocht welke knelpunten mensen met een middeninkomen ervaren die zelf huisvesting willen realiseren en wat voor ondersteuning zij hierbij nodig hebben.Het onderzoek vond plaats door middel van deskresearch, interviews en expert meetings met medewerkers van verschillende gemeenten, bewonersinitiatieven, woningcorporaties, adviesbureaus, architecten en onderzoekers. De ontwikkelde kennis is verspreid via verschillende bijeenkomsten. Verder worden de verslagen van de expert meetings, het verslag van het onderzoek in Meerhoven en het projectverslag via onder meer de website van het lectoraat Gezonde Stad gedeeld.
LINK
Emeritus hoogleraar André Thomsen, ook wel de renovatieprofessor genoemd, rekent bij zijn lezingen altijd voor dat woningen gemiddeld ten minste honderd jaar mee moeten. Dit zou betekenen dat de woningvoorraad uit de jaren zestig ten minste de jaren 2060 moet meemaken. Gaat dat lukken en welke waarden kunnen er dan nog aan de woningen worden toegerekend? Vincent Gruis, hoogleraar Housing Management aan de TU Delft en lector Vernieuwend Vastgoedbeheer aan de Hogeschool Utrecht, gaat in dit artikel in op dit vraagstuk.
DOCUMENT
Project: Betrekken van deelnemers bij pensioenregelingen: hoe emoties, gedrag van de naaste omgeving en levensgebeurtenissen invloed kunnen hebben op de effectiviteit van pensioencommunicatie
LINK
Lector Gezonde Stad Jeannette Nijkamp richt zich met haaronderzoeksprogramma op een gezonde stedelijke fysieke leefomgeving.Doel is het verkleinen van gezondheidsverschillen tussen bewoners meteen hoge en lage sociaaleconomische status. Deze laatste groep heeftnamelijk een kortere levensverwachting, een slechtere gezondheid en eenongezondere leefstijl.Het Nederlandse gezondheidsbeleid zette tot voor kort vooral in opleefstijlinterventies. Vanwege de hardnekkige gezondheidsverschillenis er nu echter ook aandacht voor een gezonde fysieke leefomgeving.De geschiedenis leert namelijk dat fysieke ingrepen, zoals bijvoorbeeldde aanleg van riolering, een belangrijke bijdrage kunnen leveren aangezondheidsbevordering voor alle bewoners en het verkleinen vangezondheidsverschillen.Binnen het onderzoeksprogramma Gezonde Stad wordt onderzochthoe de fysieke leefomgeving zodanig kan worden ontworpen eningericht dat stadsbewoners zich hier prettig voelen en worden verleidtot gezond gedrag. Hiertoe worden interventies ontwikkeld, waarbijwordt samengewerkt met allerlei partijen zoals gemeenten, bedrijven,organisaties en kennisinstellingen en vooral ook met de bewoners. Ookwordt onderzocht hoe de verschillende partijen kunnen samenwerken bijhet gezonder maken van de leefomgeving.Docent-onderzoekers en studenten werken in hun onderzoek samen metgemeentelijke professionals uit zowel het fysieke als het sociale domein endragen zo bij aan de verbinding tussen beide domeinen. De praktijk heeftgrote behoefte aan deze verbinding, want een combinatie van fysieke ensociale interventies is vaak effectiever.
DOCUMENT
Het verkrijgen van een huur- of koopwoning in Amsterdam is moeilijk. Al jaren prijken verontrustende titels over een overspannen woningmarkt op de voorpagina’s van kranten en websites. Amsterdam wordt een stad voor de lucky few. Ondertussen kampen sectoren zoals zorg, onderwijs en politie met grote arbeidstekorten. Sinds 2017 hanteert Gemeente Amsterdam een voorrangsregeling op sociale en middeldure huurwoningen om deze drie beroepssectoren in de stad te behouden. Zorg, politie en onderwijs zijn immers essentiële beroepen waar een stad niet zonder kan, toch? Essentieel voor de stad, onmisbaar door hun vitale rol - sinds de COVID-19-uitbraak in 2020 vliegen termen als ‘essentiële, ‘cruciale’ en ‘vitale’ beroepen je om de oren. De beroepsgroepen die hiermee bedoeld worden behoren veelal tot de lage- en middeninkomens, en meer aandacht voor hun woon- en werksituatie is van het grootste belang. Achter voorrangsregelingen zoals die van gemeente Amsterdam schuilt echter ook een gevaar. Er worden altijd groepen van dit soort regelingen uitgesloten – en laten dit nou net dezelfde groepen zijn die altijd al over het hoofd worden gezien.
LINK
De introductie van de verhuurdersheffing kan leiden tot een toename van het aantal te koop aangeboden huurwoningen door woningcorporaties. Veel corporaties bieden ook al woningen te koop aan, onder meer in zogenaamde Te Woon programma’s. Te Woon biedt de klant van de woningcorporatie naast de mogelijkheid om de woning te huren, ook de mogelijkheid deze te kopen, eventueel met korting (zie bijvoorbeeld Gruis et al., 2005; Noordenne et al. 2009).
DOCUMENT
Intergenerationele armoede en kansenongelijkheid zijn hardnekkige en groeiende problemen, ook in de Veenkoloniën. Huidig beleid slaagt er niet in om de situatie voor mensen in armoede te verbeteren en behaalt haar doelstellingen tot nu toe dus nog niet. Dit essay presenteert de hoofdconclusies en aanbevelingen van het meerjarig onderzoek naar het effectief terugdringen van intergenerationele armoede in de Veenkoloniën, uitgevoerd door de Rijksuniversiteit Groningen, als onderdeel van het project 'Alliantie van Kracht’ en in opdracht van de provincies Drenthe en Groningen. De belangrijkste conclusie is dat het doorbreken van intergenerationele armoede een benadering vereist die gericht is op families. Iedere familie is anders en heeft te maken met haar eigen manieren van armoede-overdracht. Daarnaast bevelen wij aan om zes randvoorwaarden te creëren die het individu of het gezin in armoede centraal zetten. Dit schept een raamwerk om intergenerationele armoede, in al haar diversiteit, succesvol aan te pakken.
DOCUMENT
Het gedachtegoed van het project ‘Naar Verantwoorde Rebellie’ vormt het fundament voor de bevindingen in dit whitepaper. Daarbij gaat het om inspiratie, tips en concepten die leiden tot rebelse initiatieven in de ouderenhuisvesting. Dat is geen overbodigheid, want er is een toenemende behoefte aan collectieve woonvormen voor ouderen die tussen zelfstandig wonen en verpleegzorg in zitten. Vooral voor ouderen met een laag en middeninkomen zijn de mogelijkheden beperkt. Het aanbod van geschikte tussenwoningen is simpelweg te summier (1). Dat vraagt dus om nieuwe initiatieven! Daarnaast hebben jongeren en starters het al geruime tijd erg lastig op de woningmarkt. De problematiek is bekend: het is haast een mission impossible om een betaalbare woning te kopen, en het meest deprimerende is dat de piek volgens de berekening van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties pas in 2024 wordt bereikt (2). Het is een urgent probleem, maar in de praktijk komt dat onvoldoende tot uiting. Deze groep heeft behoefte aan een helpende hand, en daarom wordt in dit whitepaper gekeken of de initiatieven voor ouderen ook voor jongeren en starters van waarde kunnen zijn. Sterker nog, of zij onderdeel van de oplossing kunnen worden. Helaas zijn we niet in de ban van ‘slechts’ een crisis, maar van meerdere crises. De woningcrisis wordt namelijk vergezeld door de klimaat- en coronacrisis, en op het moment van schrijven daar bovenop zelfs een koopkracht- en energiecrisis (3, 4, 5). Een hoop ingrediënten voor een boel ellende als we lukraak met onsamenhangende oplossingen aan komen zetten. Het is een complexe puzzel geworden die, onder tijdsdruk vanwege de klimaatdoelstellingen en groeiende onvrede, weloverwogen oplossingen vereist. Bij de bouw van toekomstige woningen moet er derhalve rekening gehouden worden met een plethora aan vereisten, die in dit whitepaper aan bod komen. In het vervolg wordt uiteengezet waar een geschikte tussenwoning aan dient te voldoen, evenals een denkrichting die beschrijft hoe een intergenerationele collectieve woonvorm kan worden vormgegeven. De lezer wordt meegenomen in een verhaal dat eerst de huidige marktsituatie en trends beschrijft, vervolgens de problemen en uitdagingen aankaart, om ten slotte een concrete oplossing aan te dragen. Hierbij wordt rekening gehouden met een veelvoud aan belangrijke variabelen zoals de locatie, voorzieningen, activiteiten, demografische kenmerken, en vorm- en zingeving van het wooncomplex (6). Het gaat nadrukkelijk om een denkrichting die op een inclusieve manier, en met inbegrip van hedendaagse toepassingen en best practices, een originele en vooral kwalitatief hoogwaardige oplossing biedt voor het beperkte woningaanbod. Creativiteit en woongenot staat in dit whitepaper centraal; de wensen van potentiële bewoners worden geïnventariseerd en meegenomen in de uiteindelijke oplossing. Door middel van gesprekken met experts worden echter ook de technische haalbaarheid en betaalbaarheid zo goed als mogelijk geborgd. De uiteenzetting leidt ten slotte tot een virtueel ontwerp dat als inspiratiebron fungeert voor zowel toekomstige bouwers als bewoners van soortgelijke wooncomplexen. Geïnteresseerden kunnen een virtuele tour van het intergenerationele woningcomplex volgen. Via de link op pagina 29 kunt u het concept bekijken.
MULTIFILE