In voorliggend sectorstudierapport gaat het om geweld jegens minderjarigen die in de periode van 1945 tot heden zijn geplaatst in instellingen voor minderjarigen met een licht verstandelijke beperking (LVB). Tegenwoordig heten deze instellingen orthopedagogische behandelcentra (OBC). Voorheen werden deze instellingen behandelinstituten, instellingen voor licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen, zwakzinnigeninrichtingen of ‘debieleninternaten’ genoemd.1 In de periode van 1945 tot heden zijn er ook minderjarigen met een LVB geplaatst in instellingen in andere sectoren, zoals GGZ-instellingen, Justitiële Jeugdinrichtingen en residentiële instellingen die niet specifiek gericht zijn op minderjarigen met een LVB. Geweld jegens minderjarigen met een LVB in die sectoren is onderzocht in de andere sectorstudies van de Commissie Onderzoek naar Geweld in de Jeugdzorg, verder te noemen commissie. In dit hoofdstuk wordt allereerst de LVB-sector omschreven, net als de doelgroep van jongeren die in instellingen in deze sector geplaatst werden en worden. Daarna volgt een overzicht van de ontwikkelingen in de sector in de periode van 1945 tot heden, met speciale aandacht voor het financiële en wettelijke kader waarbinnen de OBC’s werken en gewerkt hebben. Vervolgens beschrijven we het onderzoeksproces en de specifieke onderzoekskeuzes voor deze sectorstudie en sluiten we af met de opbouw van dit rapport.
DOCUMENT
De rechten van jongeren zijn in het geding bij klimaatverandering. “Mama, ik vind dat de stem van jongeren bij klimaatvraagstukken zwaarder moet tellen dan die van ouderen omdat het gaat om onze toekomst.” Zei me mijn dochter van 20, toen we naar Amsterdam gingen voor de Franse Presidentsverkiezingen. Ze deed een paar jaar geleden als scholier mee aan de klimaatmars in Den Haag. We raakten aan de praat over hoe ingewikkeld het is in een democratie om gedifferentieerde medezeggenschap te definiëren. Na wat denkwerk vond ik dat ze wel een punt had, want inderdaad klimaatverandering heeft voornamelijk impact op de belangen van jongeren. Dus het zijn vooral de rechten van jongeren die in het geding zijn.
MULTIFILE
7e ed. Dit boek biedt studenten en praktijkwerkers in de vrijwillige en justitikle jeugdhulpverlening en in de jeugdgezondheidszorg een overzicht van de geldende bepalingen van het jeugdrecht, de jeugdbescherming en de jeugdhulpverlening. In deze herziene druk is de meest recente jurisprudentie verwerkt. Dat de verhouding jeugd en rechtvolop in ontwikkeling blijft, blijkt uit recente wetswijzigingen waardoor het systeem van ouderlijk gezag, voogdij en omgangsrecht ingrijpend is veranderd. De belangrijkste justitikle jeugdhulpverleningsmaatregel de ondertoezichtstelling is geheel herzien. De rechtspositie van minderjarigen en ouders is daardoor versterkt, terwijl de rol van de kinderrechter is teruggebracht tot de rechterlijke taken. Ook het kinderstraf(proces)recht is volkomen gewijzigd. De straffen en maatregelen zijn verzwaard ten koste van het pedagogische karakter van dit deel van het jeugdrecht.
DOCUMENT
Objectives: Current study explores the potential of the safety rating scale in order to determine the surplus value for evidence based practise. This study wants to contribute to this knowledge gape by exploring the safety scale by analysing the change between two safety ratings. First, the absolute change in safety is investigated. Secondly the study explores to what extent family background characteristics and case management characteristics determine the extent of change in perceived safety. Materials and Methods: The study analysed 105 Dutch child protection cases who had registration files with filled out LIRIK checklist, Action Plan and additional baseline safety and end safety measure as perceived by case managers. Results: On average perceived safety increased from an insufficient level to sufficient level. Significant regression coefficients with larger changes for primary school children (6 - 12 years) and lower changes for children within the ‘socio economic problems cluster’. The results reveal significant vulnerability for preschool children and families attending the socio-economic cluster due to limited improvement. Conclusion: According to this study the safety measure can be of value to outcome monitoring. The safety measure is a practical measure that reflects on the current state of safety within a family according to professionals and can be used on several occasions during case management. In addition, on aggregated level pre and post measures can be analysed for quality management purpose. Further exploration of this measure is needed. Publishers article: https://www.ecronicon.com/ecpe/ECPE-10-00873.php
DOCUMENT
De gemeente Rotterdam heeft het lectoraat Publiek Vertrouwen in Veiligheid van Hogeschool Inholland gevraagd onderzoek te doen naar de veiligheidsbeleving in Beverwaard en de factoren die daarop van invloed zijn. Uit het onderzoek komt naar voren dat geweld een centrale rol speelt in de veiligheidsbeleving van Beverwaarders. Jongeren en ouders maken zich vooral zorgen over messengeweld door jeugdgroepen. Een steekincident in 2021, waarbij een 15-jarige jongere om het leven kwam, is van grote invloed geweest op de veiligheidsbeleving. De impact kan echter niet los worden gezien van de context waarbinnen dit incident zich voordeed. Geconcludeerd wordt dat geweld een belangrijke rol speelt in de geschiedenis van Beverwaard en zich heeft genesteld in het collectieve geheugen van de wijk. Richtingen voor de toekomst liggen onder andere in een integrale aanpak van geweldscriminaliteit en zichtbaarheid van de politie in de haarvaten van de wijk. Verder wordt nadrukkelijk geadviseerd om de bewoners zelf en de sterke sociale cohesie als startpunt te nemen van alle te ondernemen acties en de kracht van Beverwaard zichtbaar te maken en verder te versterken.
DOCUMENT
De nieuwe EU regels voor het gebruik van AI toegelicht voor MKB.
DOCUMENT
Most multi‑problem young adults (18–27 years old) have been exposed to childhood maltreatment and/or have been involved in juvenile delinquency and, therefore, could have had Child Protection Service (CPS) interference during childhood. The extent to which their childhood problems persist and evolve into young adult‑ hood may differ substantially among cases. This might indicate heterogeneous profiles of CPS risk factors. These pro‑ files may identify combinations of closely interrelated childhood problems which may warrant specific approaches for problem recognition and intervention in clinical practice. The aim of this study was to retrospectively identify distinct statistical classes based on CPS data of multi‑problem young adults in The Netherlands and to explore whether these classes were related to current psychological dysfunctioning and delinquent behaviour. This article is distributed under the terms of the Creative Commons Attribution 4.0 International License (http://creativecommons.org/licenses/by/4.0/).
MULTIFILE
Voor u ligt het rapport over de situatie in Nederland op het gebied van jeugd, zwerfjongeren en alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Het rapport beschrijft risicofactoren voor kinderen en jongeren in relatie tot sociale uitsluiting en dak- en thuisloosheid. Dit rapport is het eerste onderdeel van het internationaal vergelijkend onderzoek ‘Combating Youth Homelessness’. MOVISIE voert dit driejarig onderzoek uit in opdracht van de Europese Unie. De samenwerkingspartners zijn drie universiteiten in: Engeland, Tsjechië en Portugal. De doelstellingen van ‘Combating Youth Homelessness’ luiden als volgt: 1. Het verkrijgen van inzicht in de levensloop van verschillende subgroepen zwerfjongeren in verschillende nationale contexten; 2. Het ontwikkelen van concepten op het gebied van risicofactoren en sociale uitsluiting in relatie tot de ervaring van zwerfjongeren zelf en de mogelijkheden voor re-integratie; 3. Het testen hoe verschillende methodieken bijdragen aan het re-integratieproces van jongeren in de samenleving; 4. Het onderzoeken van de relatie tussen jongeren, betrokken volwassenen, casemanagers, jongerenmentoren en familieleden ten opzichte van de opbrengst van de hulpverlening in de vier landen.
DOCUMENT