Dit artikel bevat de resultaten van een onderzoek naar burgerschap en inburgering in relatie tot inburgeringspraktijken in drie landen. De inburgeringspraktijken, zoals inburgeringscursussen, toetsen en trainingen, van de landen Nederland, Frankrijk en Canada worden vergeleken om na te gaan wat deze landen onder inburgering en burgerschap verstaan. Inburgering en burgerschap zijn begrippen die eenvoudig en helder lijken, maar dit niet zijn. In het dagelijks leven, in literatuur en beleidsteksten worden de begrippen op verschillende manieren gedefinieerd en geoperationaliseerd. Door de verschillende Nederlandse, Franse en Canadese contexten te bekijken en deze met elkaar te vergelijken, wordt duidelijk wat bepalende en kenmerkende factoren zijn voor burgerschap en het inburgeringsproces. Deze factoren leiden naar twee modellen van inburgering, die zijn voortgekomen uit de analyse van de contexten van de drie landen. Na deze inleiding volgen de methodische achtergronden van mijn onderzoek. Vervolgens wordt kort ingaan op de begrippen die van belang zijn voor dit thema, namelijk de verschillende aspecten van burgerschap. Daarna volgt de uitleg van de twee inburgeringsmodellen. Het volgende deel bestaat uit een verbinding van de twee inburgeringsmodellen en de drie aspecten van burgeridentiteit. Als laatste volgt de discussie.
In dit project doet Inholland samen met Nova College, MeerWaarde, Plangroep en de gemeente Haarlemmermeer verkennend participatief actieonderzoek naar een nieuwe preventieve werkwijze gericht op het bespreekbaar maken van schulden en stress onder jongeren tussen de 16 en 27 jaar. De schulden-en-stress-aanpak van MeerWaarde is niet eerder bij de doelgroep jongeren toegepast en vraagverlegenheid is niet eerder in dit verband onderzocht. Dit zijn vernieuwende aspecten in deze aanvraag. Vraagverlegenheid kan ertoe bijdragen dat jongeren niet over hun financiële problemen praten met anderen en schulden daardoor steeds hoger oplopen. Preventief werken wordt hierdoor bemoeilijkt. In dit project onderzoeken we op participatieve wijze hoe jongeren hun eigen vraagverlegenheid herkennen en erkennen als het gaat om het ervaren van geldstress, wat zij nodig hebben om hun hulpvraag aan anderen te articuleren en wat er nodig is om deze jongeren tijdig te ondersteunen. Dit levert nieuwe kennis op over de rol van vraagverlegenheid bij financiële problemen en biedt denkrichtingen voor nieuwe instrumenten en methodieken gericht op het bespreekbaar maken van geldstress bij jongeren. Met dit verkennend onderzoek bereiden we opschaling voor naar de regio’s Amsterdam en Rotterdam om die kennis, instrumenten en methodieken in een vervolgproject verder uit te werken.
Net als de rest van de maatschappij worden mkb maakbedrijven geconfronteerd met exponentiële digitale ontwikkelingen. Dit dwingt bedrijven om nieuwe manieren te vinden om te ondernemen. Servitization is zo’n mogelijkheid. Servitization is het toevoegen van (digitale) diensten aan producten, om hiermee producten slimmer te maken en de klantrelatie te verdiepen. De Nederlandse maakindustrie omarmt servitization nog slechts mondjesmaat. Bedrijven zien voordelen, maar zijn vaak nog weinig tot uitwerking in staat. Veel maakbedrijven hebben moeite met het vernieuwen van hun business model. Zij zijn sterk technisch gericht en hebben een beperkt commercieel vermogen. In de literatuur bestaan twee perspectieven op business model innovation: een cognitief en een evolutionair perspectief. Deze perspectieven hanteren andere verklaringen voor het verloop van business model innovation en reiken ook andere handvatten voor de praktijk aan. Onze hypothese is dat mkb bedrijven voornamelijk een evolutionaire manier van business model innovation hanteren en dat zij bij meer disruptieve veranderingen onvoldoende op gang komen of vastlopen. Het mkb bedrijfsleven heeft baat bij nieuwe kennis, waarin beide perspectieven convergeren en rekening wordt houden met de specifieke context van deze bedrijven. Kenniscentrum Business Innovation van Hogeschool Rotterdam wil oplossingen bieden voor dit praktijkprobleem door samen met geïnteresseerde maakbedrijven onderzoek te doen. Tegelijkertijd kan het onderzoek bijdragen aan nieuwe kennis over het vernieuwen van business modellen. De onderzoeksvraag is Hoe kan het mkb in de maakindustrie zijn business model innoveren richting servitization? Het onderzoek wordt uitgevoerd in twee stromen. Een stroom van actieonderzoek waarin onderzoekers en studenten samen met bedrijven werken aan het ontwikkelen van servitization. En een stroom van onderzoek waarin achterliggende factoren voor business model innovation worden achterhaald en worden gespiegeld aan theoretische inzichten. Beide stromen hangen samen en worden parallel doorlopen. Het actieonderzoek vindt in een gestructureerde cyclus plaats. Het procesonderzoek vindt plaats door rijke case studies te beschrijven.