Actieonderzoek staat volop in de belangstelling in zorg en welzijn. Het is een krachtige onderzoeksbenadering die bruikbare kennis levert om gezamenlijk de praktijk van zorg en welzijn te verbeteren. Het praktisch georiënteerde boek geeft gedachtegangen, ideeën, richtlijnen en praktische aanwijzingen voor het ontwerpen en uitvoeren van actieonderzoek. Verspreid over 5 delen komen aan de orde achtergronden en grondslagen van actieonderzoek, modellen van actieonderzoek, de actieonderzoek cyclus, methoden en technieken van actieonderzoeken casuistiek.
DOCUMENT
Het ontwerpen en realiseren van spelonderwijs dat voor iedere leerling betekenisvol en uitdagend is, is een complexe opgave. In dit proces kan een vakdidactisch model de leraar de nodige structuur, houvast en richting bieden. In dit artikel wordt ingegaan op spelgecentreerde modellen die zowel in de sport als het bewegingsonderwijs bruikbaar zijn.
DOCUMENT
In dit artikel wordt aan de hand van enkele bekende en minder bekende theoretische marktingcommunicatie modellen uitgebreid ingegaan op de werking van sponsoring van sport.
DOCUMENT
Modellen voor Marketing-Insights is het eerste overzicht van de belangrijkste modellen voor consumentengedrag, marktonderzoek en digital analytics in Nederland. Dankzij die modellen kunnen we bij complexe marketingvraagstukken snel tot de kern van een probleem komen en slagvaardig advies geven, of gericht onderzoek opzetten voor de ontwikkeling van effectief beleid. Aan de hand van Kotlers planningsproces en op basis van echte vragen uit de marketingpraktijk, kunt u snel doorbladeren naar een specifieke marketingvraag en inzicht krijgen in het model dat antwoord geeft op die vraag en de context waarin het model wordt gebruikt. Zo kunt u een gefundeerde keuze maken, gesteund door praktische tips & tricks voor de toepassing. Meer informatie is te vinden op www.mi-modellen.nl. Door het overzicht, de structuur en samenhang die dit boek biedt, vormt. De auteurs, Anita Cox, Erik de Kort en Norbert Scholl, hebben alledrie jarenlange beroepservaring in de marktonderzoekpraktijk aan bureauzijde en in het HBO-onderwijs. Ze zijn actief binnen de MOA, Expertise Center voor Marketing-Insights, Onderzoek & Analytics
DOCUMENT
In deze rede wordt besproken hoe het lectoraat de beroepsbeoefenaars in het verpleegkundig domein wil ondersteunen en wil bijdragen aan het vormgeven van verpleegkundig leiderschap en ieders professionele eigenheid. De titel van de rede ‘Notes on Nursing 2.0’ wil vooral de noodzaak tot deze veranderingen in het verpleegkundig domein benadrukken. Niet door te veronderstellen dat er niets is veranderd in zorg en verpleegkunde sinds de tijd van Nightingale. Dat is er wel. Opgeleid worden tot een professie in het beroepsdomein is niet alleen een vanzelfsprekendheid maar een eis. Het kennisdomein van de zorg en verpleegkunde heeft zich in verpleegkundige diagnostiek en standaarden verregaand ontwikkeld. Verplegingswetenschappelijk onderzoek, waar Nightingale ooit als eerste vrouwelijke statisticus in het Brits Koninkrijk mee startte, heeft zich een vaste plek in onderwijs en praktijk verworven. Van betekenis willen zijn voor anderen vanuit compassie is nog steeds de beroepsmotivatie, maar van een onderdanige dienstbaarheid is geen sprake meer (Cingel van der, 2012). Tegelijkertijd is in de dagelijkse praktijk volmondig leiderschap nog geen vanzelfsprekend en hapert een optimale beroepsuitoefening door een te lang vastgehouden gelijkheidsprincipe van verschillend opgeleide verzorgenden en verpleegkundigen. Dat is de noodzaak tot verandering waaraan deze 2.0 versie ‘Aantekeningen over het Verplegen’ en het lectoraat de komende jaren wil bijdragen. In hoofdstuk 1 wordt via de metaforen in het verhaal 'De kat die naar de koning keek' de visie op emancipatoir actieonderzoek en de veranderkundige principes beschreven die het lectoraat zal inzetten. Hoofdstuk 2 bevat de aanleiding, missie en onderzoekslijnen die met elkaar samenhangen binnen het lectoraat. In hoofdstuk 3 en 4 wordt ingegaan op de thema's identiteit en leiderschap, waarbij de onderlinge samenhang met de professionele beroepsuitoefening en het ontwikkelen van een onderzoekscultuur wordt besproken. Daarnaast worden specifieke aspecten behandeld die de praktijk en werkcultuur van vandaag beïnvloeden, en wordt beschreven hoe het lectoraat concreet bijdraagt aan de ontwikkeling van verpleegkundig leiderschap en de vorming van de beroepsidentiteit in het betreffende domein. Hoofdstuk 5 bevat een samenvatting van de principes waarop het onderzoeksprogramma is gebaseerd, evenals informatie over lopende en toekomstige projecten. In hoofdstuk 6 vindt u achtergrondinformatie over de lector en de leden van de kenniskring.
MULTIFILE
Dit artikel bevat de resultaten van een onderzoek naar burgerschap en inburgering in relatie tot inburgeringspraktijken in drie landen. De inburgeringspraktijken, zoals inburgeringscursussen, toetsen en trainingen, van de landen Nederland, Frankrijk en Canada worden vergeleken om na te gaan wat deze landen onder inburgering en burgerschap verstaan. Inburgering en burgerschap zijn begrippen die eenvoudig en helder lijken, maar dit niet zijn. In het dagelijks leven, in literatuur en beleidsteksten worden de begrippen op verschillende manieren gedefinieerd en geoperationaliseerd. Door de verschillende Nederlandse, Franse en Canadese contexten te bekijken en deze met elkaar te vergelijken, wordt duidelijk wat bepalende en kenmerkende factoren zijn voor burgerschap en het inburgeringsproces. Deze factoren leiden naar twee modellen van inburgering, die zijn voortgekomen uit de analyse van de contexten van de drie landen. Na deze inleiding volgen de methodische achtergronden van mijn onderzoek. Vervolgens wordt kort ingaan op de begrippen die van belang zijn voor dit thema, namelijk de verschillende aspecten van burgerschap. Daarna volgt de uitleg van de twee inburgeringsmodellen. Het volgende deel bestaat uit een verbinding van de twee inburgeringsmodellen en de drie aspecten van burgeridentiteit. Als laatste volgt de discussie.
DOCUMENT
In complexe situaties waarin huiselijk geweld zich in combinatie met andere problemen voordoet, is samenwerking tussen professionals uit verschillende domeinen nodig. In de regio Haaglanden vindt deze samenwerking onder andere plaats onder de vlag van het Zorg- en Veiligheidshuis, een samenwerkingsverband van een groot aantal organisaties uit de zorg-, strafen bestuursketen. Betrokkenen constateren echter dat ze er lang niet altijd in slagen om te komen tot een goede, gezamenlijke analyse van gezinssituaties en een daarbij passend plan van aanpak. Vaak werken zij nog op hun eigen eilandjes, wordt informatie ‘over de schutting gegooid’ en worden gezamenlijke afspraken niet nagekomen. In participatief actieonderzoek is met een brede groep professionals gewerkt aan een betere gezamenlijke analyse en planvorming. De professionals waren afkomstig van de politie, het Openbaar Ministerie, de reclassering, Veilig Thuis, een gecertificeerde instelling voor jeugdbescherming, twee organisaties voor de aanpak van huiselijk geweld, de forensische ggz en het Zorg- en Veiligheidshuis. De betrokken professionals zijn in zeven (online) bijeenkomsten bij elkaar gekomen om met elkaar te leren en de werkwijze van de casuïstiekbesprekingen verder te ontwikkelen. Resultaat van dit gezamenlijke leer- en ontwikkelproces was een gespreksleidraad voor de multidisciplinaire casuïstiekbesprekingen. Deze gespreksleidraad is een hulpmiddel om de bespreking van casussen gestructureerd te laten verlopen. Gedurende twee korte testfases is de leidraad getest en geëvalueerd. Op basis hiervan is de gespreksleidraad aangescherpt. Gedurende het onderzoek is de gespreksleidraad vooral door professionals gebruikt. Hoewel ervaringsdeskundigen positief over de leidraad oordeelden, is het voor het vervolg belangrijk om te onderzoeken of en hoe deze gespreksleidraad ook met ouders én jeugdigen gebruikt kan worden.
MULTIFILE
Wanneer je met je lessen specifieke leerdoelen hebt, zoals tactisch inzicht, regelvaardigheden, of samenwerking, dan hoort daar ook een specifieke aanpak bij. De laatste jaren zijn er in de LO, met name in het buitenland, verschillende modellen ontwikkeld die je hierbij kunnen helpen. Deze aanpak wordt ook wel 'Models-Based Physical Education genoemd”.
DOCUMENT