In opdracht van het Groninger Instituut Archeologie van de Rijksuniversiteit Groningen en de Doggerland projectgroep is onderzoek gedaan naar de effectiviteit van de Reflectance Transformation Imaging (RTI) en fotogrammetrie. Deze twee technieken zijn toegepast op kaakfragmenten met gebitselementen uit het Mesolithicum en de Bronstijd om te onderzoeken of het mogelijk is om met deze technieken een verschil in dieet aan te tonen. Daarnaast is de Artec Spider 3D-scanner toegepast op de gebitselementen. Deze scans zijn gemaakt door externen, waarna de resultaten opgenomen zijn in het onderzoek. Uit het onderzoek is gebleken dat het vaststellen van specifieke verschillen van gebitsslijtage tussen jager-verzamelaars en vroege boeren niet mogelijk is op basis van de RTI-techniek en fotogrammetrie. Beide technieken leveren niet de gewenste resultaten. Zo maakt de RTI-techniek enkel een opname van bovenaf, waardoor de zijaanzichten van de gebitselementen niet onderzocht kunnen worden. De fotogrammetrische techniek is niet gedetailleerd genoeg. Zo vloeien verschillende gebitselementen in elkaar over en zijn sommige elementen niet scherp genoeg om met zekerheid vast te stellen of hier überhaupt slijtagesporen op zijn aangetroffen. Desondanks is het wel mogelijk geweest om de slijtagesporen in beeld te brengen met de Artec Spider 3D-scanner. Deze scanner maakt het mogelijk om de specifieke verschijnselen van gebitsslijtage op de gebitselementen uit het Mesolithicum en de Bronstijd in beeld te brengen.
MULTIFILE
Full text beschikbaar met HU-account. Recensie van Handboek Ethiekondersteuning. De morele spanningsvelden in het sociaal werk nemen de laatste jaren alleen maar toe, en de recente transities en transformaties hebben de dilemmadichtheid en handelingsverlegenheid alleen maar vergroot. Veel sociale professionals ervaren dan ook de behoefte aan ondersteuning op het vlak van beroepsethiek. Een recente publicatie biedt wat de titel belooft: een handboek waarin de belangrijkste aspecten van praktijkgerichte ethiekondersteuning voor zorgprofessionals aan de orde worden gesteld. Achtereenvolgens wordt aandacht besteed aan de achtergronden van ethiekondersteuning (het waarom en waartoe), de verschillende werkvormen die daarvoor beschikbaar zijn (zoals advisering, moreel beraad en scholing), de benodigde expertise voor ethiekondersteuning, het verankeren van ethiekondersteuning in de organisatie, en de rol van de leiding hierbij.
MULTIFILE