Het curriculum van het basisjaar van de meeste Nederlandse kunst-(vak-) opleidingen is anno 2009 (nog steeds) sterk geënt op het leren omgaan met de formele “elements of design” zoals die o.a. door Johannes Itten in de Bauhaus Vorkurs rond 1930 al experimenterend werden ontwikkeld. Je mag dit gerust karakteriseren als het aanleren - en verder ontwikkelen - van de formele beeldtaal; de analogie van het aanleren van de reken- en schrijftaal dringt zich op. Vervolgens is de onderwijsvisie van waaruit men didactisch aan de slag gaat te karakteriseren als een mix van de meester-/gezelwerkplaats en het renaissancistische academiemodel
DOCUMENT
De wereld verandert snel. Hoe moeten wij ons op de toekomst voorbereiden? Dat begint met een goed begrip van hoe de wereld feitelijk in elkaar zit, wat de drijvende krachten zijn, hoe machtspolitiek van de grote mogendheden op andere landen inwerkt en aan welke eisen van volkenrecht en politieke ethiek goed beleid hoort te voldoen. Ook de werking van de mondiale economie en van internationale organisaties als de VN, de NAVO en de EU is erg belangrijk. Dit studieboek geeft een inleiding in de leer van de internationale betrekkingen. Deskundigen leggen helder uit hoe de huidige politieke wereld is ontstaan, wat er op de agenda van het buitenlands beleid staat, en in welke richting de mondiale problematiek zich ontwikkelt. Wat is het risico op nieuwe oorlogen? Zou de Europese Unie uiteen kunnen vallen? Waarom is er ontwikkelingssamenwerking? Hoe op te treden tegen agressie en schendingen van het volkenrecht en de rechten van de mens? Hoe kunnen kleine, maar welvarende en moderne landen als Nederland en België zich staande houden en voor een veilige toekomst helpen zorgen? Horen we vooral het nationale belang te behartigen of moeten we ons als echte wereldburgers opstellen? Hoe is er opbouwende invloed uit te oefenen, als burger, kiezer, politicus, belangenbehartiger of activist voor goede doelen? Dat zijn relevante vragen die steeds opnieuw, kritisch nadenkend, moeten worden beantwoord om betere resultaten te boeken. Wereld in Beweging is een handreiking daarvoor. Dit is de 2de druk van deze publicatie. De 3de druk is in 2021 verschenen: https://www.boomdenhaag.nl/webshop/wereld-in-beweging-2
MULTIFILE
Energiebeheer gericht aanpakken, Het analyseren van doelstellingen, resultaten en impacts van energie- en broeikasgasbeheersprogramma’s in bedrijven (met een samenvatting in het Nederlands): De wereldwijde uitstoot van broeikasgassen moet drastisch worden teruggebracht om de mondiale stijging van de temperatuur tot het relatief veilige niveau van maximaal 2 graden Celsius te beperken. In de komende decennia zal de verbetering van de energie-efficiëntie de belangrijkste strategie zijn voor het verminderen van de energiegerelateerde uitstoot van broeikasgassen. Hoewel er een enorm potentieel is voor verbetering van de energie-efficiëntie, wordt een groot deel daarvan nog niet benut. Dit wordt veroorzaakt door diverse investeringsbarrières die de invoering van maatregelen voor energie-efficiëntie verbetering verhinderen. De invoering van energiemanagement wordt vaak beschouwd als een manier om dergelijke barrières voor energiebesparing te overwinnen. De invoering van energiemanagement in bedrijven kan worden gestimuleerd door de introductie van programma's voor energie-efficiëntie verbetering en vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Deze programma's zijn vaak een combinatie van verschillende elementen zoals verplichtingen voor energiemanagement; (ambitieuze) doelstellingen voor energiebesparing of beperking van de uitstoot van broeikasgassen; de beschikbaarheid van regelingen voor stimulering, ondersteuning en naleving; en andere verplichtingen, zoals openbare rapportages, certificering en verificatie. Tot nu toe is er echter beperkt inzicht in het proces van het formuleren van ambitieuze doelstellingen voor energie-efficiëntie verbetering of het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen binnen deze programma's, in de gevolgen van de invoering van dergelijke programma's op de verbetering van het energiemanagement, en in de impact van deze programma's op energiebesparing of de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. De centrale onderzoeksvraag van dit proefschrift is als volgt geformuleerd: "Wat is de impact van energie- en broeikasgasmanagement programma’s op het verbeteren van het energiemanagement in de praktijk, het versnellen van de energieefficiëntie verbetering en het beperken van de uitstoot van broeikasgassen in bedrijven?".
DOCUMENT
Aanleiding voor deze position paper was het grote aantal vragen over de relatie tussen wereldburgerschap en internationalisering die we kregen van mbo- en hbo-docenten. Om te verduidelijken hoe wereldburgerschap en internationalisering leven onder mbo- en hbodocenten, hebben we een survey afgenomen in samenwerking met Nuffic en UNESCO Nederland. De resultaten bevestigen onze vermoedens: wereldburgerschap wordt vooral begrepen in termen van diversiteit of interculturele vaardigheden en internationalisering in termen van mobiliteit en, eveneens, interculturele vaardigheden. Respondenten zien een sterke relatie tussen wereldburgerschap en internationalisering, maar hebben uiteenlopende opvattingen over deze relatie. Terwijl sommigen wereldburgerschap als een onderdeel van internationalisering zien, denken anderen het tegendeel. Veel respondenten verbinden zowel internationalisering als wereldburgerschap met diversiteit, inclusie en interculturele vaardigheden. Voor wereldburgerschap is deze vernauwing problematisch omdat het daardoor apolitiek en ajuridisch wordt. Hiermee bedoelen we dat de politieke en rechtelijke dimensie van wereldburgerschap verdwijnt, terwijl die zo cruciaal is om als wereldburger te kunnen participeren. Voor internationalisering is het problematisch dat de aandacht zich nog steeds primair richt op mobiliteit voor een kleine minderheid van studenten in plaats van allereerst op internationalisering van het curriculum voor alle studenten. De kern van wereldburgerschap hebben we gedefinieerd als kritische participatie in een globaliserende wereld. Het laten oefenen van zulk wereldburgerschap betekent studenten toerusten met verschillende soorten kennis (real world knowledge) en het vermogen om kritisch na te denken, morele afwegingen te maken en te participeren in publieke discussies over globale en lokale maatschappelijke vraagstukken. Wereldburgerschap in het beroepsonderwijs betekent participatie oefenen, niet alleen als wereldburger, maar ook als beroepsbeoefenaar. Internationalisering Is gericht op pluriforme perspectieven uit andere landen, culturen en contexten. Een geïnternationaliseerd -en ‘geïnterculturaliseerd’ curriculum is relevant voor alle studenten omdat ze met deze dimensies te maken krijgen in hun beroepspraktijk en in de samenleving waarvan ze deel uitmaken. We hebben vervolgens omschreven en met voorbeelden geïllustreerd hoe, volgens ons, wereldburgerschap en internationalisering op een betekenisvolle manier zijn verweven. Zo doen we recht aan beide concepten en brengen tegelijkertijd de kwaliteit van het onderwijs een stap verder. In onze visie is de kern van deze verwevenheid dat we studenten uit verschillende disciplines/beroepen, culturen en landen groepsgewijs aan wicked (deel)problemen laten werken. Op deze wijze werken aan wereldburgerschap en internationalisering vraagt erom zorgvuldig de leeractiviteiten voor te bereiden: van de opdracht tot aan de doorvoering. Het vraagt er ook om dat docenten en studenten buiten de grens van de eigen discipline samenwerken (samenwerkend leren), ervaren wat het betekent om een kritische en democratische discussie te voeren en besluiten te nemen over mogelijke (deel)oplossingen, rekening houdend met diversiteit en inclusie en het lokale met het mondiale verbindend. Om de perspectiefwisseling nog te versterken raden we aan om COIL te gebruiken. Met deze position paper hopen we inzichten te hebben verschaft aan docenten die aan de slag willen met wereldburgerschap en internationalisering.
MULTIFILE
Dit is het eindrapport van de Global mOralHealth bijeenkomst georganiseerd door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de universiteit van Montpellier. Docent Mondzorgkunde - Janneke Scheerman en lid van het lectoraat GGZ verpleegkunde - woonde deze bijeenkomst in oktober 2018 bij en droeg bij aan het rapport: https://www.inholland.nl/nieuws/be-helthy-be-mobile/ Als vervolg op de Global mOralHealth bijeenkomst wordt het mOralHealth handboek ontwikkeld, waaraan Janneke meeschrijft. In het handboek worden de procedures voor het ontwikkelen van mOralHealth interventies beschreven.
LINK
In spite of renewed attention for practices in tourism studies, the analysis of practices is often isolated from theories of practice. This theoretical paper identifies the main strands of practice theory and their relevance and application to tourism research, and develops a new approach to applying practice theory in the study of tourism participation. We propose a conceptual model of tourism practices based on the work of Collins (2004), which emphasises the role of rituals in generating emotional responses. This integrated approach can focus on individuals interacting in groups, as well as explaining why people join and leave specific practices. Charting the shifting of individuals between practices could help to illuminate the dynamics and complexity of tourism systems.
DOCUMENT
Dit Trendrapport Open Educational Resources 2013 beschrijft de trends op het gebied van open educational resources (OER) en open onderwijs in binnen- en buitenland, geschreven vanuit de context van het Nederlandse hoger onderwijs. Dat gebeurt aan de hand van vijftien artikelen van Nederlandse experts op het gebied van open en online onderwijs. Ook bevat het vijftien korte intermezzo’s met spraakmakende voorbeelden.
DOCUMENT
Dit rapport verkent of de lokale jongerenwerker bij machte is om te opereren op het snijvlak van maatschappelijk welzijn en signalering van gewelddadig extremisme. Hoewel extremisme onder jongeren een zeldzaam fenomeen blijkt, en uitreizen om zich aan te sluiten bij Jihadistische strijdgroepen in het buitenland nog maar sporadisch voorkomt, ligt er een nadrukkelijke boodschap vanuit de overheid om alert te zijn op de eerste tekenen van afwijkend gedrag. Aan de hand van documentanalyse en interviews met jongerenwerkers brengt deze exploratieve studie in kaart hoe deze groep sociaal werkers gestalte geeft aan hun monitorende rol in de wijk. De resultaten laten zien dat er in de dagelijkse praktijk een helder kader ontbreekt, en dat dit twee hoofdoorzaken heeft. De eerste is dat, in de praktijk, de termen radicalisering en (gewelddadig) extremisme lastig van elkaar te onderscheiden zijn. De tweede oorzaak is dat de oordeelsvorming grotendeels leunt op de eigen individuele perceptie op de problematiek. Dit rapport concludeert daarom dat oordeelsvorming in de context van signalering van gewelddadig extremisme ogenschijnlijk weinig gestructureerd verloopt en niet geheel objectief is. De vraag is of de focus van het beleid op lokaal niveau niet verlegd moet worden naar het voorkomen van extremistisch geweld door jongerenwerkers in plaats van het tegengaan van radicaal gedachtegoed of ideologieën.
DOCUMENT
Uit het onderzoek blijkt dat er binnen De Haagse Hogeschool, bij leidinggevenden en docenten, een positieve houding en een breed draagvlak is voor internationalisering, en dat er een groot potentieel aanwezig is om internationale samenwerking nog sterker neer te zetten. Het doet vooral deugd dat zoveel leidinggevenden en docenten vinden dat De Haagse Hogeschool een rol te spelen heeft in ontwikkelingslanden, dat zij een idee hebben waarom zij dat moeten doen en ook een helder beeld hebben over de bijdrage die De Haagse Hogeschool kan leveren. De honderden docenten die de Engelse taal in voldoende mate (menen te ) beheersen, die voldoende interculturele competenties hebben, die kennis hebben van de internationale context van hun vakgebied, van buitenlandse onderwijssystemen en van de internationale arbeidsmarkt en die ervaring hebben met het werken in ontwikkelingslanden, maken dat de De Haagse Hogeschool een gezonde basis heeft om haar internationaal georiënteerde profiel en maatschappelijke betrokkenheid, vooral met de allerarmsten in de wereld, snel en ingrijpend vorm te geven.
DOCUMENT