In the fall of 2015 the Research Group Open Educational Resources of Fontys University of Applied Sciences - School of ICT has conducted a survey into the production and/or reuse of OER and MOOCs by Dutch publicly financed Higher Education (HE) institutions: 15 research universities, 38 university of applied sciences and 8 university medical centres. The goal of the survey was to provide an overview of the current situation regarding the creation, sharing and reuse of OER and MOOCs. Until then information was anecdotal, mainly about individual projects and programs. In this paper data are presented on the following three main issues: production and publication of open educational resources (OER) and Massive Open Online Courses (MOOCs), re-use of OER and/or MOOCs (motives, forms and target audiences) and the presence or absence of an institutional vision and policy. Some of the outcomes of the survey are compared with the results of two other surveys: the survey of the OER Research Hub and a survey on policy for OER in the Netherlands in 2012. The results of the current survey indicate that on many places in universities (including university medical centres) and universities of applied sciences OER and/or MOOCs are being published and reused, but also that many institutions still lack a coherent vision or policy on this subject. The data of the survey, however, do no yet provide an overview on which conclusions may be drawn for individual institutions. Further research must enhance the current picture.
Het AMUSE project streeft naar actieve samenwerking tussen Oekraïense en Europese instellingen voor hoger onderwijs (HEI) op het gebied van inclusief en speciaal onderwijs. Het voorziet leraren van augmentatieve en alternatieve communicatiemethoden (AAC) om kinderen met spraakproblemen te ondersteunen. Dit zal resulteren in een op AAC gebaseerd kleuterboek, een enorm open online course (MOOC) voor werkende leraren, en verbeterde curricula die inclusiviteit en toegankelijkheid in het Oekraïense onderwijssysteem bevorderen.
Aanleiding De geestelijke gezondheidszorg (GGZ) staat voor een grote opgave: er moet fors bezuinigd worden terwijl de kwaliteit van de zorg gehandhaafd moet blijven. Inzet van beeldcommunicatie kan hieraan een bijdrage leveren. Zorgverleners zijn echter niet of nauwelijks getraind op beeldcommunicatie. Ze zijn juist geoefend om subtiele signalen te interpreteren die via beeldcommunicatie niet of veel moeilijker waarneembaar zijn. Doelstelling De ambitie van het project is om GGZ-zorgverleners te ondersteunen bij het effectief inpassen van beeldbellen in de eigen zorgverlening. Daarvoor moeten de volgende drie doelen bereikt worden. 1. het verkrijgen van kennis en inzichten over de vraag waarom het (intensiever) inzetten van beeldbellen voor de GGZ-zorgverleners nu zo moeilijk is; 2. het omzetten van deze kennis en inzichten in producten die recht doen aan de complexiteit van de GGZ-problematiek en daarnaast praktisch toepasbaar zijn voor de drukbezette professional; 3. het verrijken van de opleidingen Verpleegkunde van deelnemende hogescholen Windesheim en Hanzehogeschool Groningen met modules en minoren waarin de verworven kennis en producten zijn geïntegreerd. De onderzoekers verzamelen data via diepte-interviews. Zij analyseren deze data met behulp van de affinity-diagrammingmethode. De resultaten van de analyses worden in workshops gedeeld met de GGZ-medewerkers en getoetst, om kennisuitwisseling en nadere vraagarticulatie te bevorderen. Beoogde resultaten De zorgverleners hebben behoefte aan praktische informatie en handvatten. De beoogde resultaten van het project zijn in eerste instantie een praktijkverhalenboek, video testimonials en checklists. Vervolgens kan daarop een e-learningmodule of MOOC en een serious game worden gebaseerd. Deze hulpmiddelen krijgen ook een plaats in het onderwijs van de verpleegkundeopleidingen van de deelnemende hogescholen.
Stadslabs zijn een veel gebruikte werkvorm voor het opbouwen en verdiepen van coalities tussen gemeenten, burgers, onderzoekers en lokale ondernemers om te werken aan innovatieve lokale (wijkgerichte) oplossingen. Deze oplossingen kunnen worden vastgelegd in strategisch en/of frontline beleid en kunnen, idealiter, ook opgeschaald worden naar andere wijken.Doel De centrale onderzoeksvraag is: op welke manier kunnen stadslabwerkwijzen worden vormgegeven en ingezet zodat deze bijdragen aan een betere omgang met complexe stedelijke opgaven? Hierbij wordt gekeken hoe samenwerking tussen verschillende partijen gestalte krijgt en hoe wordt omgegaan met de spanning tussen gelijkwaardige samenwerkingsrelaties in de stad tegen de achtergrond van meer traditionele vormen van bestuur en beleid. Resultaten In de praktijk brengt deze werkvorm echter ook veel vragen en dilemma’s met zich mee. De uitkomsten van een stadslab zijn minder makkelijk te meten, net als de meerwaarde voor burger en gemeente. Ook blijkt het lastig burgers geëngageerd te houden in het proces en zijn er vragen omtrent de rol van de burger in publieke besluitvormingsprocessen (bijvoorbeeld in hoeverre mogen burgers daadwerkelijk participatief meewerken aan beleidsvorming). Impact van stadslabs Stadslabs zetten zich in voor verbinding en saamhorigheid in de stad en proberen de buurt te verrijken. Wat is de impact van deze stadslabs? En welke lessen geven de onderzoekers die betrokken zijn bij deze stadslabs mee? In onderstaande video delen onderzoekers Anke Hamers en Maaike van Ooijen de successen en uitdagingen van de stadslabs Utrecht900 en de Sint Maarten Parade. Bekijk alle MOOCs over de stad als lab. Looptijd 01 september 2020 - 31 augustus 2022 Aanpak Het project zal in 3 fases worden uitgevoerd: Fase 1: Regionale inventarisatie van living labs, duur: 6 maanden; Fase 2: Verdiepend actie-onderzoek in 8 stadslabs in de randstad, duur: 12 maanden; Fase 3: het delen en verspreiden van bevindingen, duur: 6 maanden. Samenwerking met kennispartners Met de type vragen en dilemma’s beschreven in bij Resultaten gaat Hogeschool Utrecht, samen met De Haagse Hogeschool, Hogeschool van Amsterdam, en InHolland aan de slag. Dit tweejarige onderzoeksproject Stadslab RAAK wordt gesubsidieerd door NWO-SIA. Daarnaast werken we samen met de volgende partners: De Haagse Hogeschool Hogeschool van Amsterdam Hogeschool InHolland Universiteit van Amsterdam Wageningen Universiteit & Research Public Cincema SIA Platform Stad & Wijk Gemeente Amsterdam Gemeente Den Haag Gemeente Delft Gemeente Utrecht Gemeente Rotterdam Gemeente Zoetermeer ZIMHIC - Utrecht