Patiënten met schizofrenie of een schizo-affectieve stoornis hebben een verhoogde kans op diverse somatische ziektes, zoals cardiovasculaire aandoeningen, virale ziektes, diabetes, respiratoire aandoeningen en seksuele stoornissen. Deze ziektes dragen ertoe bij dat de levensverwachting van deze patiëntengroep naar schatting 20 jaar lager ligt dan die van de normale bevolking. Verschillende factoren dragen bij aan deze hoge morbiditeit en mortaliteit, waaronder genetische kwetsbaarheid, de ongezonde leefstijl van deze patiënten en de bijwerkingen van de anti psychotische medicatie.
DOCUMENT
Kinderen met een lage sociaaleconomische status (SES) hebben een verhoogd risico op een suboptimale start in het leven met hogere kosten voor de gezondheidszorg. Deze studie onderzoekt de effecten van SES op individueel (maandelijks huishoudinkomen) en contextuele SES (huishoudinkomen en buurtdeprivatie), en perinatale morbiditeit op de zorgkosten in het vroege leven (0-3 jaar). Conclusie: Meer buurtdeprivatie was direct gerelateerd aan hogere zorgkosten bij jonge kinderen. Bovendien was een lager huishoudinkomen consistent en onafhankelijk gerelateerd aan hogere zorgkosten. Door de omstandigheden voor lage SES-populaties te optimaliseren, kan de impact van lage SES-omstandigheden op hun zorgkosten positief worden beïnvloed.
MULTIFILE
Geen samenvatting beschikbaar
DOCUMENT
Een verwijsindicatie voor de bevalling bij een multipara enkel op indicatie van obesitas klasse II-III lijkt niet noodzakelijk en dus niet de juiste zorg voor deze groep vrouwen. Dit concluderen de auteurs op grond van twee onderzoeken over de perinatale uitkomsten van laagrisicovrouwen in relatie tot hun BMI en pariteit.
DOCUMENT
In Nederland gebruiken 65 plussers drie keer zoveel medicijnen als de gemiddelde Nederlander. Voor 75 plussers geldt dat zij vijf keer zoveel medicijnen gebruiken. In combinatie met leeftijdsgerelateerde natuurlijke veranderingen in het metabolisme, verminderde cognitie, multi-morbiditeit, verminderde nierfunctie, polyfarmacie en verminderde capaciteit tot herstel, zijn ouderen kwetsbaar voor medicatiegerelateerde problemen. Thuiszorg cliënten zijn doorgaans ouder dan 65 jaar, waardoor er vaker sprake is van polyfarmacie en verminderde cognitie. Daarom bevinden zich vooral in deze populatie cliënten, die kwetsbaar zijn voor medicatiegerelateerde problemen. Verschillende studies hebben aangetoond dat huisartsen en apothekers een bijdrage kunnen leveren aan het herkennen van medicatiegerelateerde problemen bij hun patiënten. Er is echter weinig aandacht besteed aan het vroegsignaleren van observaties die kunnen duiden op een medicatie gerelateerd probleem door thuiszorgmedewerkers. In aanvulling op de huisarts en apotheker zouden thuiszorgmedewerkers, die hun patiënten op regelmatige basis thuis bezoeken, een bijdrage kunnen leveren aan het vroegsignaleren van potentiële medicatiegerelateerde problemen. Het doel van dit proefschrift is het: 1. verkennen van de opvattingen van ouderen ten aanzien van hun medicatie en hun medicatie management capaciteit gerelateerd aan zelfmanagement vaardigheden en cognitie; 2. beschrijven van de kennis, houding en medicatie management praktijk van thuiszorgmedewerkers; 3. vaststellen of een gestandaardiseerde observatielijst leidt tot vroegsignalering van potentiële medicatiegerelateerde problemen in de thuiszorg
DOCUMENT
BACKGROUND: People with severe or profound intellectual and motor disabilities (SPIMD) experience multimorbidity and have complex health needs. Multimorbidity increases mortality, decreases functioning, and negatively influences quality of life. Information regarding patterns of multimorbidity in people with SPIMD may lead to proactive prevention, specifically detection and treatment of physical health problems at an early stage and prevention of secondary complications.AIM: The aim of this study was to explore patterns of multimorbidity in individuals with SPIMD.METHODS AND PROCEDURES: Data from medical records and care plans on reported physical health problems of 99 adults with SPIMD were analysed. To explore the co-occurrence of physical health problems, cross tabulations and a 5-set Venn Diagram were used.OUTCOMES AND RESULTS: The most common combination of two physical health problems comprise the most prevalent physical health problems, which included visual impairment, constipation, epilepsy, spasticity, and scoliosis. These five issues occurred as a multimorbidity combination in 37% of the participants. In 56% of the participants a multimorbidity combination of four health problems emerged, namely constipation, visual impairment, epilepsy, and spasticity.CONCLUSIONS AND IMPLICATIONS: People experiencing SPIMD have interrelated health problems. As a consequence, a broad variety of potential interactions between physical health problems and their treatments may occur. Identifying multimorbidity patterns can provide guidance for accurate monitoring of persistent health problems and, early detection of secondary complications. However, the results require confirmation with larger samples in further studies.
DOCUMENT
Er lijkt een duidelijke mate van evidentie te bestaan betreffende de relatie fysieke activiteit, respectievelijk fitheid en gezondheid in de algemene populatie en bij bepaalde pathologieën. Er is evenwel nog behoefte aan verder wetenschappelijk onderzoek naar mogelijke determinanten en onderliggende mechanismen, als ook naar evidentie bij bepaalde, specifieke aandoeningen. Tevens mag duidelijk zijn dat ondanks de bestaande evidentie fysieke activiteit/oefening te weinig toegepast wordt in de gezondheidszorg. Het onderzoek naar de effectiviteit van gezondheidskundige interventies is dan ook uitermate belangrijk. Dit lectoraat hoopt dan ook een bescheiden bijdrage hieraan te kunnen leveren. Hiervoor heeft zij reeds afspraken tot samenwerking met de academische en medische wereld (in Utrecht, Amsterdam, Maastricht en Leuven), met de gezondheidszorg (RIVM Bilthoven en GG&GD Utrecht) en met de beroepen- of bedrijfswereld (Politie regio Utrecht; Enraf Nonius, Delft). De beoogde doelstellingen zullen echter naar alle waarschijnlijkheid beduidend meer tijd in beslag nemen dan de periode van 4 jaar die de Stichting Kennis Ontwikkeling voorzien heeft met betrekking tot het oprichten en financieren van de lectoraten.
DOCUMENT
Het afschieten door de rechter van de avondklok kon ook opgevat worden als een belangrijk signaal, betoogt Jean- Pierre Wilken. Een keerpunt om eens goed na te denken over de consequenties voor ons sociaal verkeer.
LINK
BACKGROUND: Depression in later life is a common mental disorder with a prevalence rate of between 3% and 35% for minor depression and approximately 2% for Major Depressive Disorder (MDD). The most common treatment modalities for MDD are antidepressant medication and psychological interventions. Recently, Behavioral Activation (BA) has gained renewed attention as an effective treatment modality in MDD. Although BA is considered an easy accessible intervention for both patients and health care workers (such as nurses), there is no research on the effectiveness of the intervention in inpatient depressed elderly.The aim of study, described in the present proposal, is to examine the effects of BA when executed by nurses in an inpatient population of elderly persons with MDD. METHODS/DESIGN: The study is designed as a multi-center cluster randomized controlled trial. BA, described as The Systematic Activation Method (SAM) will be compared with Treatment as Usual (TAU). We aim to include ten mental health care units in the Netherlands that will each participate as a control unit or an experimental unit. The patients will meet the following criteria: (1) a primary diagnosis of Major Depressive Disorder (MDD) according to the DSM-IV criteria; (2) 60 years or older; (3) able to read and write in Dutch; (4) have consented to participate via the informed consent procedure. Based on an effect size d = 0.7, we intend to include 51 participants per condition (n = 102). The SAM will be implemented within the experimental units as an adjunctive therapy to Treatment As Usual (TAU). All patients will be assessed at baseline, after eight weeks, and after six months. The primary outcome will be the level of depression measured by means of the Beck Depression Inventory (Dutch version). Other assessments will be activity level, mastery, costs, anxiety and quality of life. DISCUSSION: To our knowledge this is the first study to test the effect of Behavioral Activation as a nursing intervention in an inpatient elderly population. This research has been approved by the medical research ethics committee for health-care settings in the Netherlands (No. NL26878.029.09) and is listed in the Dutch Trial Register (NTR No.1809).
DOCUMENT
Intreerede met als onderwerp de leefstijlverandering bij jongeren.
DOCUMENT