Dit trainingsboek helpt studenten van verpleegkundige opleidingen om effectieve strategieën voor motiverendegespreksvoering te ontwikkelen. Het combineert basiskennis met nieuwe inzichten en oefeningen op verschillende niveaus. Daardoor is het geschikt voor studenten die een hbo- of masteropleiding volgen, en voor deelnemers aan specialistische verpleegkunde-opleidingen of trainingen motiverende gespreksvoering.Motiverende gespreksvoering voor verpleegkundigen - Nieuwe inzichten in gespreksstrategieën is opgebouwduit twee delen. Het eerste deel behandelt de basis: wat is motiverende gespreksvoering, wanneer is het goed om het te gebruiken, en wanneer niet? Dit deel gaat ook in op de basishouding, -processen en -vaardigheden. Het tweede deel richt zich op gevorderde studenten, en behandelt onder meer die onderdelen van motiverende gespreksvoering die het effect van het gesprek kunnen bepalen (actieve ingrediënten), de verandermechanismen en de manier waarop dit in een gespreksstrategie kan worden verwerkt. Beide delen bevatten oefeningen en audiofragmenten van motiverende gesprekken.Jannet de Jonge is GZ psycholoog, trainer motiverende gespreksvoering, lid van het Motivational Interviewing Network of Trainers en onderzoeker aan het Center of Expertise Urban Vitality, Hogeschool van Amsterdam.Jos Dobber is hoofddocent aan de HBOV van de Hogeschool van Amsterdam en onderzoeker aan het Center of Expertise Urban Vitality.Beiden zijn gepromoveerd op het onderwerp motiverende gespreksvoering
DOCUMENT
Hoewel motiverende gespreksvoering (MGv) veel gebruikt wordt om intrinsieke motivatie voor gedragsverandering te bevorderen, is het onduidelijk hoe MGv werkt. De vraag is dus welke ingrediënten verantwoordelijk zijn voor succes: wat zijn de actieve ingrediënten en verandermechanismen van MGv? Na een literatuurstudie naar potentiële actieve ingrediënten en verandermechanismen van MGv, werden twee multiple casestudies uitgevoerd. De eerste naar MGv ter bevordering van langdurig medicatiegebruik bij cliënten met schizofrenie, de tweede naar MGv om stoppen met roken te ondersteunen bij cliënten met een hartaandoening. In de literatuurstudie werden negen cliëntfactoren en negen therapeutfactoren als potentiele actieve ingrediënten, en vier potentiële verandermechanismen van MGv gevonden. In beide multiple casestudies bleken deze potentiële actieve ingrediënten geen enkelvoudige factoren of korte combinaties tussen een therapeutfactor en een cliëntfactor te zijn, maar te ontstaan over een langere gespreksperiode waarin verschillende therapeutfactoren en cliëntfactoren betrokken waren. De actieve ingrediënten en de daardoor geactiveerde verandermechanismen bleken cliënt- en context-specifiek te zijn.
MULTIFILE
AIM: To contribute to the knowledge and understanding of the active ingredients and mechanisms of change in Motivational Interviewing (MI), to enable MI-counsellors to optimise their MI-strategies in daily practice.METHOD: The body of this dissertation are two multiple case studies, one in 14 patients with schizophrenia receiving MI for medication adherence; another in 24 patients with a coronary artery disease receiving MI for smoking cessation.FINDINGS: We found that the active ingredients of MI consist of combinations of clinician factors and patient factors, mostly built up during longer interactions. ‘Arguing oneself into change’ was the most frequently observed mechanism of change.DISCUSSION AND CONCLUSION: Active ingredients in MI consist off combinations of factors contributed by the clinician and factors contributed by the patient. These factors can be employed in a person-centred MI-strategy to trigger a mechanism of change in the patient.This dissertation adds to the understanding of MI since it provides an explanation of how MI may work. It offers a general idea how counsellors can effectively execute MI. This ‘how-possibly’ explanation may be a building block in the development of a ‘how-actually’ explanation of the interactions leading to the active ingredients and mechanisms of change in MI.--De vraagstelling van het proefschrift is hoe MGv werkt: wat zijn de actieve ingrediënten en de verandermechanismen van motiverende gespreksvoering? De twee patiëntengroepen laten zien dat de actieve ingrediënten van MGv bestaan uit een wisselende combinatie van zorgverlener- en patiëntfactoren. Actieve ingrediënten ontstaan gedurende een langer lopende interactie tussen patiënt en professional.
DOCUMENT
De PLG (Professionele Leergemeenschap) bestaat uit academische leerkrachten die naast hun werk in de klas graag worden uitgedaagd door het doen van onderzoek. De afgelopen anderhalf jaar hebben zij onderzoek gedaan naar motiverende factoren die helpen om Utrechtse onderwijsprofessionals te behouden voor het basisonderwijs. Uit het onderzoek komen vier thema’s naar voren die bijdragen aan de motivatie van leerkrachten én schoolleiders. De groep doet enkele duidelijke aanbevelingen richting schoolleiders en bestuurders
DOCUMENT
Werkwijzer in het kader van het project ‘ Schoenmaker blijf niet bij je leest!’ Soms blijken de mensen die zich met een probleem tot u als professional wenden, ook schulden te hebben. Het kan zinvol en relevant zijn om schulden bespreekbaar te maken. Maar hoe doet u dat? En wat wilt u daar dan mee bereiken? Bijvoorbeeld: • U wilt schulden bespreekbaar maken om na te gaan of en hoe ze de situatie beïnvloeden. • U merkt dat schulden belemmerend werken en wilt iemand motiveren om actie te ondernemen, bijvoorbeeld door hulp te zoeken bij de schuldhulpverlening. • U wilt iemand begeleiden in het oplossen van zijn schulden. Uw invalshoek bepaalt de reikwijdte en de agenda van het gesprek. Deze werkwijzer geeft algemene tips voor het in gesprek gaan over schulden. De werkwijzer is voor professionals voor wie de schuldenproblematiek niet het primaire aandachtspunt is, maar die er in contact met cliënten wel mee te maken krijgen. Eerst wordt aandacht besteed aan uw basishouding en daarna volgen handige vragen en gesprekstechnieken die u in kunt zetten. Via de link vind je info hoe de werkwijzer te gebruiken.
MULTIFILE
De Professionele Leergemeenschap (PLG) van Utrecht Leert heeft een gesprekstool ontwikkeld voor leidinggevenden, waarmee zij in gesprek kunnen gaan met hun teamleden. Deze tool is gebaseerd op onderzoek naar het behouden van onderwijsprofessionals in het primair onderwijs. Je kunt deze tool gebruiken om op je school of in je schoolbestuur met elkaar in gesprek te gaan over motiverende factoren die maken dat je wil blijven werken op jouw school en bij jouw schoolbestuur. Deze motiverende factoren zijn gebaseerd op vier thema’s die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen.
DOCUMENT
Werken met doelgroepen in de Sociaal Juridische Dienstverlening biedt een unieke mogelijkheid om de specifieke doelgroepen van de SJD’er te leren kennen en met hen te leren omgaan in de praktijk. De doelgroepen worden beschreven aan de hand van wetenschappelijke theorie en de student leert vaardigheden op het gebied van motiverende gespreksvoering om zo goed mogelijk voorbereid te zijn op veelvoorkomende situaties in het SJD-werkveld. Aan de hand van casuïstiek worden de theorie en de vaardigheden op een levendige manier toegepast, op de wijze waarop de SJD’er deze in de werksituatie kan tegenkomen. De student wordt door middel van vragen gestimuleerd om na te denken over de stof en zich een SJD beroepshouding eigen te maken.
LINK
Onderzoek wijst uit dat veel mensen met een ernstige psychische aandoening (EPA) een ongezonde leefstijl hebben (waaronder ongezonde voeding, inactiviteit en roken). Zij hebben ook vaak één of meerdere lichamelijke aandoeningen (comorbiditeit of multimorbiditeit). Vaak speelt ook langdurige medicatiegebruik dat initiatieven tot gezonder gedrag belemmert. De zorg voor deze patiëntengroep is minder toegankelijk. Hulpverleners kunnen pessimistisch zijn over de effecten van een leefstijlbevorderde aanpak. Hierdoor blijft de aandacht voor een gezonde leefstijl bij mensen met EPA achter bij wat wenselijk en mogelijk is. Gerichte leefstijlinterventies kunnen de risicofactoren voor veel voorkomende lichamelijke aandoeningen gunstig beïnvloeden. Vanuit de principes van shared-decision-making in samenwerking met de patiënt kunnen professionals in de ggz (huisartsenzorg inclusief POH-ggz, generalistische basis-ggz en gespecialiseerde ggz) lichamelijke aandoeningen herkennen en een gezonde leefstijl bevorderen. Deze richtlijn beoogt ggz-professionals - in het bijzonder verpleegkundigen - te ondersteunen bij het bevorderen van een gezonde leefstijl en het uitvoeren van leefstijlinterventies bij mensen met een ernstige psychische aandoening. Mede auteurs: Ronald van Gool, Sonja van Hamersveld, Merlijn Bakkenes, Anneriek Risseeuw, Titia Feldmann, Anneke Wijtsma-van der Kolk, Matthijs Rümke, Evelyn SlootsJongen, Ingrid van Vuuren, Maarten Bak, Katie Dermout, Marieke van Piere, Digna van der Kellen, Paul de Heij, ichard Starmans, Cilia Daatselaar, Christine van Veen en Marleen Hermens (Werkgroep Richtlijnontwikkeling Algemene somatische screening & Leefstijl).
MULTIFILE