De ingewikkelde problematiek van leerlingen op een cluster 4-school vereist dat school, ouders en jeugdzorg samenwerken. Het begeleidingsteam van de school ziet het als zijn taak om met alle betrokkenen één plan van aanpak te maken. Als ouders geen enkel vertrouwen meer hebben in welke begeleiding dan ook, is dat moeilijk te realiseren. Om het vertrouwen te winnen van deze ouders is een stappenplan ontwikkeld. Daarbij wordt in vier stappen de gezamenlijke hulpvraag met ouders als deskundigen geformuleerd, en vastgesteld hoe de jeugdzorg hierbij betrokken kan worden. Aan de orde komt welke leden van het begeleidingsteam de gesprekken met de ouders en de leerling kunnen voeren en de wijze waarop. Ook de grenzen van de mogelijkheden van een cluster 4-school zijn onderwerp van gesprek met alle betrokkenen.
De schuldenproblematiek in Nederland is nog steeds groeiende. De impact op de schuldenaar, maar ook op de samenleving, is groot. Financiële problemen zijn voor een groot deel een gedragsvraagstuk. In deze dissertatie staat het gedrag van de groep consumenten met een financiële achterstand centraal. Uit de analyses blijkt dat het niet één specifieke gedraging is die leidt tot financiële problemen, maar een combinatie van verschillende gedragingen die het risico op financiële problemen vergroten. Zo spelen niet bijhouden van de administratie, post en niet vooruit plannen een rol. Analyses naar de oorzaken van deze gedragingen laten bovendien zien dat er verschillende factoren en processen zijn die samenhang vertonen met het financiële gedrag. Onder meer de rol van self-efficacy, self-control en sociale steun, is onderzocht en blijken een samenhang te hebben. Financiële problemen kennen een eigen dynamiek. Eenmaal geconfronteerd met financiële problemen, verandert het gedrag van de consument. Deze verandering wordt deels veroorzaakt, doordat hij zich moet aanpassen en bijvoorbeeld meer gaat bezuinigen. Maar de verandering van gedrag is ook het gevolg van processen zoals schaarste en een veranderende houding ten opzichte van schulden.
In this chapter the autor explores the contours and possible effects of the WMO for the local government level. First she gives a short overview of the main features of the WMO (PAR. 2.5). Then she describes the challenges that local government is confronted with, especially the political decisions that have to be taken at the local level (PAR. 2.3). The question to be answered is whether or not the WMO means an impulse for local democracy in the Netherlands. To that purpose, two quick comparisons are made (PAR. 2.4): with other decentralisation operations in the Netherlands, and with the decentralisation of social care and welfare in Sweden. These comparisons make it possible to determine two main conditions for creating an impulse for local politics, which are presented in PAR. 2.5. The article ends by some concluding remarks on the effect of the WMO on the local democracy in the Netherlands.