Stel je voor: de beste docenten in een opleiding die studenten zelf kunnen samenstellen, een mengvorm van hbo- en wo-onderwijs gericht op een duidelijk beroepsperspectief, zou dat kunnen? Op het gebied van praktijkvervlechting en multidisicplinering zijn - ondanks praktische bezwaren - al mooie voorbeelden te vinden.
De wereldwijde energievraag is enorm en blijft stijgen, maar fossiele energiebronnen, waarvan wij nog voor meer dan 80% afhankelijk zijn raken op, voorzieningszekerheid en onafhankelijkheid worden steeds moeilijker te garanderen, en de milieugevolgen van conventionele energieconversiesystemen zijn niet meer aanvaardbaar. Bijna 40% van de Nederlandse energieconsumptie komt voort uit energiegebruik om gebouwen en hun directe omgeving te voorzien van warmte, koude en elektriciteit1. De Europese Unie heeft aangegeven dat in 2020 nieuwbouw energieneutraal moet zijn. In 2050 zou de hele gebouwde omgeving energie neutraal moeten zijn en de CO2-uitstoot zou gereduceerd moeten zijn met 80-95% (t.o.v. 1990). Daarnaast heeft de Nederlandse overheid als doelstelling voor 2020 16% minder CO2-uitstoot, 20% energiebesparing en moet 14% van de energiebehoefte afkomstig zijn van hernieuwbare bronnen.
Een initiatief van de Hanzehogeschool, tot stand gekomen in samenwerking met het Noorderpoortcollege, Healthy Aeging Network Noord Nederland en het Zorg Innovatie Forum.De prognose is dat de bevolking en het aantal huishoudens in de noordelijke regio van Nederland af zal/zullen nemen. Door het wegtrekken van jongeren blijft er een sterk vergrijzende bevolking achter. De arbeidsmarkt in de zorg zal hierdoor krimpen. Door de techniek in te zetten hopen we dat we meer ruimte kunnen creëren voor de medewerkers in de zorg en dezelfde zorg kunnen bieden met minder inzet. Een impressie van de bijeenkomsten Zorg en Technologie Hanzehogeschool en Noorderpoort gehouden in december 2010.
Universiteiten en gemeenten vinden elkaar rond stedelijke opgaven en werken in de stad aan rijke leeromgevingen voor studenten, vakcoördinatoren en gemeenten. Zo hebben (coördinerende) docenten via de gemeente sneller toegang tot authentieke vraagstukken in het onderwijs, krijgen gemeenten toegang tot het kennisnetwerk van de universiteit en leren studenten door te werken aan reële en concrete vraagstukken die hen intrinsiek motiveren. Toch zijn stedelijke vraagstukken niet direct bruikbaar in een onderwijs context. Vanwege hun complexiteit, multidisciplinariteit of politieke sensitiviteit, zijn de vraagstukken soms moeilijk grijpbaar. Het is voor studenten, vakcoördinatoren en gemeenten moeilijk om met de onzekerheid in stedelijke vraagstukken om te gaan aan de start van een onderwijssamenwerking. In dit onderzoek gaan we op zoek naar een manier om houvast te bieden in dit proces vanuit drie perspectieven: dat van de student, de vakcoördinator en de gemeente. We analyseren daarbij het proces van vormgeving en afbakening van stedelijke vraagstukken in verschillende onderwijsvormen binnen twee samenwerkingsprogramma’s van de TU Delft: enerzijds de samenwerking tussen de TU Delft en de Gemeente Delft, onder andere naar aanleiding van de City Deal Kennis Maken, en anderzijds de samenwerking tussen AMS Institute, waar de TU Delft partner in is, en de Gemeente Amsterdam. Het doel is om aan de hand van diverse praktijkgerichte ervaringen uit deze twee samenwerkingen een routekaart op te bouwen die stakeholders inzicht en houvast geeft in het definiëren van vraagstukken.
Nederland staat voor een aantal grote crisissen, een acute energiecrisis, maar ook een klimaatcrisis en een biodiversiteitscrisis. Het aanpakken van deze energiecrisis gaat leiden tot een wezenlijke verandering van de landschappelijke structuur van Nederland. Deze verandering brengt kansen mee voor de aanpak van de klimaat- en biodiversiteitscrisis door op zoek te gaan naar slimme combinaties van ecologische diensten in het landschap. In dit voorstel onderzoeken we met een trans-disciplinair team vanuit de visie van een natuur-inclusief energie landschap voor natte PV-systemen waar barrières zitten in de realisatie. Hierbij staat co-design van PV-systemen met inrichting van natuur- klimaat en belevingsfuncties van water centraal. Het onderzoek werkt vanuit deze visie terug naar concrete lacunes in kennis over techniek, ecologische impact en maatschappelijk draagvlak. Om multidisciplinariteit te garanderen zetten we in op multi-disciplinaire werkpakketten waarbinnen ten minste twee componenten van het SETs (Sociaal-Ecologisch-Technisch-systeem) denken belichaamd wordt. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan PV-design op klimaatbufferzones voor waterberging, waarbij sun-tracking mogelijk wordt door drijvende constructies, klimaatmitigatie door het maximaliseren van opslag van koolstof in wateren waardoor ook meteen habitat aangelegd kan worden voor soorten of het gebruik van thin-film PV ontwerpen die minder zichtbaar zijn in het landschap en dus op minder weerstand stuiten. Om tot opschaling te komen gaan we met de verschillende zienswijzen kansenkaarten produceren waar vanuit technisch, ecologisch en maatschappelijk oogpunt de beste kansen liggen voor de aanleg van een nat energielandschap. Door maatschappelijke kosten en baten af te wegen wordt een integrale kansenkaart gemaakt die kan leiden tot een energielandschap met maximale baten voor mens, klimaat en natuur.