De zorg voor ouderen verandert en wordt steeds meer in de wijk georganiseerd. Mensen worden niet alleen ouder, ook de complexiteit van hun zorgbehoefte neemt toe. Dit geldt met name voor ouderen die meerdere chronische ziekten en aandoeningen hebben. Vaak zijn diverse disciplines tegelijkertijd betrokken bij deze doelgroep. Voor goede zorg en ondersteuning is interprofessionele samenwerking tussen professionals uit het medisch en sociaal domein in de wijk noodzakelijk. Om de samenwerking in de wijk te versterken, hebben de Hogeschool Utrecht, Universitair Medisch Centrum Utrecht en Stichting Volte, in cocreatie met het veld en de doelgroep (professionals in de wijk) een interprofessionele training ontwikkeld voor professionals in de wijk. De training wordt op wijkniveau aangeboden en omvat een mix tussen online, face-to-face en on the job leren. In dit artikel beschrijven we hoe de training in nauwe samenwerking met de praktijk en experts uit de verschillende domeinen is ontwikkeld.
LINK
De helft van de patiënten met een chronische ziekte die de huisarts be-zoekt heeft meer dan één aandoening. Dat zijn jaarlijks meer dan tweemiljoen mensen in de Nederlandse huisartsenpraktijk, zo blijkt uit hetNivel-rapport ‘Goede zorg voor mensen met multimorbiditeit’ (2021)
Het Nederlandse overheidsbeleid is erop gericht dat burgers met gezondheidsproblemen zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen thuissituatie blijven wonen. Volgens ouderenorganisatie ANBO kan dit beleid uitsluitend worden gerealiseerd wanneer er voldoende woningen zijn voor mensen met een beperking. Er is een behoefte aan levensloopbestendige woningen die geschikt zijn of eenvoudig geschikt te maken zijn om een persoon tot op hoge leeftijd, met of zonder beperkingen en al dan niet met zorg, te ondersteunen bij zelfstandig wonen. In Horst aan de Maas bundelden Zuyd Hogeschool en verschillende MKB-bedrijven hun krachten met de ergotherapeut en de gemeente om particuliere woningbezitters te stimuleren deze woning levensloopbestendig te maken.
Jongeren met chronische aandoeningen worden vaak geconfronteerd met problemen in het dagelijks functioneren, waarbij vermoeidheid wordt genoemd als het meest invaliderend. De prevalentie van vermoeidheid onder jongeren met chronische aandoeningen varieert tussen de 51-75%. Vermoeidheid kan onafhankelijk ontstaan van het onderliggende pathologisch mechanisme; uit literatuur blijkt dat ziekte-specifieke benaderingen weinig of nauwelijks effect hebben op vermoeidheid. Vermoeidheid wordt bovendien te laat opgemerkt of blijft onbehandeld. Inzicht in de ziekte-overstijgende mechanismen van vermoeidheid is van belang om vroegtijdig opsporen en de ontwikkeling van passende interventies te faciliteren. Dit postdoc onderzoek richt zich op het ontrafelen van ziekte-overstijgende mechanismen van vermoeidheid vanuit het perspectief van jongeren, het gezin en de fysieke en sociale leefomgeving. Binnen een longitudinale cohortstudie gedurende 12 maanden worden 208 jongeren met verschillende chronische aandoeningen gemonitord. Naast traditionele onderzoeksmethodieken zoals vragenlijsten en fysieke testen, wordt gebruik gemaakt van remote sensoring, linked data en context mapping (=kwalitatieve methode). Studenten die participeren in het onderzoek zullen de mogelijkheden en beperkingen van zulke methoden ervaren. Dit kan o.a. bijdragen aan het integreren van zorgtechnologie in het dagelijks (kinder)fysiotherapeutisch handelen. We ontwikkelen een theoretisch raamwerk dat de basis legt voor betere vroegdetectie (op afstand en non-invasief) van vermoeidheid en voor het identificeren van mogelijke aangrijpingspunten voor behandeling (doelstelling 1 en 2). Verder draagt het postdoc onderzoek bij aan een beter inzicht in de rol van de sociale en fysieke leefomgeving bij de maatschappelijke participatie van jongeren met chronische aandoeningen (doelstelling 3). Studenten zullen in veldwerk ter plaatse metingen doen, de leefsituatie verkennen en samen met zorgprofessionals en docenten hun klinische blik verrijken. Doordat zij daadwerkelijk in de leefomgeving van jongeren zelf aanwezig zijn kan dit bijdragen aan bewustzijn over de rol van verschillende sociale en fysieke factoren op vermoeidheid en op de maatschappelijke participatie van jongeren met uiteenlopende chronische aandoeningen.
Binnen de spoedzorg groeit het aandeel patiënten met meerdere complexe aandoeningen. De spoedzorg is primair ingericht op levensreddend handelen, maar dit kan leiden tot onbedoelde schade. Naast de focus op levensreddend handelen moet de spoedzorg afgestemd worden op specifieke en context-gebonden zorgbehoeften van patiënten met meerdere complexe aandoeningen.
Binnen de spoedzorg groeit het aandeel patiënten met meerdere complexe aandoeningen. De spoedzorg is primair ingericht op levensreddend handelen, maar dit kan leiden tot onbedoelde schade. Naast de focus op levensreddend handelen moet de spoedzorg afgestemd worden op specifieke en context-gebonden zorgbehoeften van patiënten met meerdere complexe aandoeningen.Doel Doel van dit project is het afstemmen van spoedzorg op behoeften en ervaringen van patiënten (en hun naasten) met meerdere complexe aandoeningen om onbedoelde schade door spoedzorg te minimaliseren of te voorkomen, zonder de essentiële focus op levensreddend handelen uit het oog te verliezen. Resultaten Inzicht in de aard en impact van onbedoelde schade door spoedzorg vanuit het perspectief van patiënten en hun naasten evenals de uitdagingen en barrières die betrokken zorgprofessionals hierin ervaren. Een duurzame wetenschappelijke en kennisinfrastructuur rond spoedzorg voor patiënten met meerdere complexe aandoeningen waar praktijk, onderwijs en wetenschap nauw samenwerken om maximale impact op dit onderwerp te krijgen. Looptijd 01 januari 2022 - 31 december 2025 Aanpak Door het toepassen van kwalitatieve onderzoeksmethoden krijgen we inzicht in de aard en impact van onbedoelde schade door spoedzorg bij ‘kwetsbare ouderen’ en ‘psychisch ontregelde patiënten’. Om de onderzoeksresultaten te kunnen vertalen naar praktijk en onderwijs, wordt een wetenschappelijk netwerk opgebouwd waarin zowel praktijk, onderwijs en onderzoek vertegenwoordigd zijn. Het perspectief van patiënten (en hun naasten) speelt een centrale rol in het onderzoek zelf, maar ook binnen het wetenschappelijke netwerk. Financiering Het opzetten van deze onderzoekslijn wordt gefinancierd met een ZonMw Fellowship voor talentvolle onderzoekers, registratienummer 10040022110004.