Muziek kan een drager zijn van herinneringen en emoties. In onze jeugd en vroege volwassenheid ontwikkelen we onze persoonlijke muzieksmaak. Voor mensen met dementie, meestal 80-plussers, is dat ruim zestig jaar geleden. Voor hen is er nu een online muziekstation dat muziek uit die periode draait: Radio Remember.
Nederlanders zijn gewoon digitaal Jaarboek ICT en samenleving 2007: Gewoon digitaal. Gewoner en intensiever gebruik van nieuwe media Internetgebruik van hoogopgeleiden is veelzijdiger en productiever dan van laagopgeleiden. Meer ouderen online, maar achterstand blijft groot. Belang van internet als informatiebron groeit Meer overheidsinformatie online Gebruik online gezondheidsinformatie stijgt Nederland is koploper met telewerken. ICT leidt niet tot meer werkdruk, maakt het werk wel interessanter Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het vijfde Jaarboek ICT en samenleving: Gewoon dgitaal, dat op dinsdag 12 mei a.s. wordt aangeboden aan de Alexander Rinnooy Kan, voorzitter dan de SER. Het Jaarboek, dat verschijnt bij uitgeverij Boom, is een samenwerkingsproject van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), Fontys Hogescholen en het programma 'Maatschappij en de Elektronische Snelweg' van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO-MES). Onder redactie van prof. dr Jan Steyaert (Fontys Hogescholen) en prof. dr Jos de Haan (SCP) gaan vooraanstaande wetenschappelijke onderzoekers nader in op de gevolgen van internet voor de samenleving. Gewoner en intensiever gebruik van nieuwe Het aandeel van de Nederlandse bevolking met thuis toegang tot internet steeg van 16% in 1998 naar 78% in 2005. Naast toenemende toegang is er sprake van intensiever gebruik, met tussen 2000 en 2005 meer dan een verdubbeling van de tijdsbesteding aan internet (van gemiddeld 1.8 naar 3.8 uur per week). Bovendien worden burgers steeds meer informatieproducent (via weblogs e.d.) naast de meer traditionele rol van informatieconsument. Gevarieerd internetgebruik van hoogopgeleiden Hoogopgeleiden gebruiken meer verschillende internettoepassingen dan laag opgeleiden. Bovendien gebruiken zij meer informatieve en zakelijke toepassingen, zoals actualiteit en nieuws, informatie over werk en vacatures, internet-bankieren, het online kopen en verkopen van goederen en het gebruik van overheidssites, dan laagopgeleiden. Lager opgeleiden gebruiken meer vermaakstoepassingen van het internet in het algemeen, en spelletjes, muziekuitwisseling en chatten in het bijzonder dan hoger opgeleiden. Meer ouderen online In 2005 was 78% van de bevolking met internet verbonden. Het aantal aansluitingen in de groep 55-64 jarigen ligt iets lager op 72%, de 65-74 volgen op grotere afstand (44%) en 75-plussers nog weer minder online (17%). Ook onder deze groepen is de verspreiding langzaam maar zeker toegenomen. In 2000 was namelijk 44% van de bevolking op internet aangesloten (55-64 jarigen: 31%; 65-74 jarigen 12% en 75-plussers 4%. Veel ouderen vinden zichzelf 'te oud' om te leren omgaan met ict. Ook veel ouderen geven aan dat de computer en internet te moeilijk zijn, of ze zien het voordeel of nut er niet van in. Ook financiële of fysieke beperkingen zoals een slecht zicht vormen voor sommige ouderen een belemmering. De veelvuldige verwijzingen naar internet in het dagelijks leven zijn soms een stimulans om internet uit te proberen, maar bij anderen juist aanleiding om te volharden in niet-gebruik. Een positieve grondhouding is van belang om verbinding te maken met internet. Internet belangrijker als informatiebron Steeds meer Nederlanders gebruiken internet om zich te informeren over uiteenlopende onderwerpen. In 2005 gebruikte 38% van de Nederlanders internet voor 17 gespecificeerde onderwerpen. Vijf jaar eerder was dat nog 23%. In 2005 was de televisie nog steeds veruit favoriet (92%) en ook het dagblad blijft populair (77%). Internet is na radio (47%) al wel teletekst (23%) en de opiniebladen (15%) voorbij gestreefd als infomatiebron. Meer overheidsinformatie online Steeds meer gemeenten bieden informatie (bekendmakingen, vergunningen, verordeningen en plannen) on line aan. Zo ontsloot in 2003 26% van de gemeenten een bestuursinformatiesysteem op de website, in 2005 was dit 79%. Gebruik online gezondheidsinformatie stijgt Het aanbieden en zoeken van gezondheidsinformatie via internet neemt aan belang toe. Centraal daarin staat een verwachting dat de patiënt beter geinformeerd is en een betere gesprekspartner is voor (huis)artsen. Nu toegang tot internet 'gewoner' is geworden, worden informatievaardigheden belangrijker, zoals het kunnen beoordelen van informatie op kwaliteit en relevantie. Nederland is koploper met telewerken. Nederland is met ongeveer 20% van de beroepsbevolking die met enige regelmaat thuiswerkt internationaal koploper telethuiswerken. Hoewel telewerken mogelijkheden biedt om arbeid en zorg gemakkelijker te kunnen combineren, wordt het zelden gebruikt als bewuste en structurele strategie om dit ook te doen. Het wordt eerder gebruikt als crisis¬management om tijdnood in het werk het hoofd te bieden. Het werk wordt interessanter door ICT Over de huidige invloed van ICT zijn werkenden van oordeel dat het werk er interessanter door is geworden. Ook vinden zij dat het leven door ict minder ingewikkeld is geworden. Werkenden zijn niet van mening dat zij door ict meer vrije tijd hebben gekregen of dat het tot minder werkdruk heeft geleid. Werkenden hebben wel positieve toekomstverwachtingen van de inzet van ICT. In hun ogen zal ICT in de toekomst in lichte mate bijdragen aan een aangenamer en overzichtelijker leven. Inhoud Jaarboek ICT en samenleving 2007: Gewoon Digitaal 1 Gewoon digitaal Jan Steyaert en Jos de Haan 2 De e-surfende burger: is de digitale kloof gedicht? Jan A.G.M. van Dijk 3 Senioren en internet: aansluiting of kortsluiting? Marion Duimel 4 De digitalisering van media- en informatiegebruik Jos de Haan en Frank Huysmans 5 E-werkenden in netwerken Erik Andriessen en Lambert van der Laan 6 ICT en arbeid: over de verwachtingen van tijdwinst, tijdsoevereiniteit en leuker werk Jelle Attema, Koen Breedveld, Andries van den Broek, Pascale Peters 7 Van gemeenschap via webnetwerk naar datawolk Marianne van den Boomen 8 Op zoek naar de e-democratische burger Arthur Edwards 9 De e-lerende burger Peter Sloep en Wim Jochems 10 ICT en de gezondheidzorg. Samantha A. Adams en Cécile R.L .Boot
Hoe klonk het landschap van je jeugd? Welke geluiden zijn verbonden aan de plek waar je woont en leeft? Zijn er liedjes die herinneren aan belangrijke momenten? In dit deel van het onderzoeksproject Sound Soils onderzoeken we vanuit het lectoraat Music in Context van de Hanzehogeschool Groningen de samenhang tussen muziek en geluiden en de plekken waar mensen opgroeien, leven en een identiteit ontwikkelen. Het lectoraat Music in Context doet praktijkgericht onderzoek naar muziekpraktijken die zich nadrukkelijk verbinden aan maatschappelijke contexten en/of thematieken.Geluiden en muziek zijn op meerdere manieren verbonden met de leefomgeving en identiteit van mensen. Geluiden en liedjes die sterk verbonden zijn met de plek waar je opgroeit, kunnen eraan bijdragen dat een plek betekenis voor je krijgt en dat je je ergens ‘thuis’ voelt: ‘Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens,’ luidt niet voor niets een bekend spreekwoord.
In onze digitale samenleving neemt het aantal informatiebronnen voortdurend toe. Door deze grote diversiteit wordt het voor burgers, maatschappelijke organisaties en andere belanghebbenden steeds moeilijker om de relevantie en betrouwbaarheid van bronnen te beoordelen. Journalistiek speelt hierin een cruciale rol als ‘bemiddelaar’ van informatie. Dit promotieonderzoek richt zich op de rol van digitale erfgoedcollecties binnen journalistiek werk.
Meespelen! is een verkennend ontwerponderzoek naar de didactiek voor innovatieve muziekinstrumenten die muziekbeoefening mogelijk maken voor leerlingen met een beperking. Creatieve changemaker My Breath My Music, die aangepaste muziekinstrumenten ontwikkelt voor mensen met een beperking, en maatschappelijke changemaker Het Leerorkest, die zich inzet voor kansengelijkheid in muziekeducatie, hebben het lectoraat Kunsteducatie (AHK) en het lectoraat Performing Arts Medicine (Codarts) gevraagd om onderzoek te doen naar een passende didactiek voor drie aangepaste muziekinstrumenten van My Breath My Music: Magic Flute, Adaptive Travel Sax en de aangepaste akoestische gitaar voor één hand. Voor elk van deze drie instrumenten wordt, op basis van de praktijkkennis van een kleine groep pionier-muziekdocenten uit het speciaal onderwijs die lesgeven op deze innovatieve instrumenten, een specifieke didactische handleiding ontwikkeld en getest door andere muziekdocenten uit het speciaal onderwijs. Dit gebeurt in een serie Muziekeducatieve Labs; fysieke experimenteeromgevingen die voor dit onderzoek worden ingericht in samenwerking met Méér Muziek in de Klas. De onderzoekers verwerken de bevindingen uit de Labs en ontwikkelen de handleidingen iteratief door. De definitieve didactische handleidingen worden, met bijbehorende instructiefilmpjes online gepubliceerd op de website https://www.orkestindeklas.nl/ (beheer: Het Leerorkest). Meespelen! zorgt ervoor dat meer mensen met een beperking kunnen meedoen in de samenleving; het zet muziekdocenten uit het speciaal onderwijs in hun kracht, draagt bij aan het vergroten van het draagvlak en de inzetbaarheid van aangepaste instrumenten, aan het verrijken van het muzikale aanbod in het speciaal onderwijs en daarmee op lange termijn aan inclusieve muziekeducatie, meer kansengelijkheid in het onderwijs, cultuurparticipatie en welzijn van leerlingen met een beperking. Het project wordt vanuit de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten gecoördineerd door Centre for Arts & Sciences Education en inhoudelijk geleid door Lectoraat Kunsteducatie.
De Hogeschool der Kunsten Den Haag wenst Impuls 2020 aan te wenden voor de oprichting en implementatie van een Research School die de reeds bestaande samenwerking met de Universiteit Leiden verdiept, het onderzoeksbeleid aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten en het Koninklijk Conservatorium (de twee faculteiten van de hogeschool) beter op elkaar afstemt en partners in het professionele veld nauw betrekt bij het opzetten van een strategisch en toekomstgericht onderzoeksbeleid. Onder de vleugels van de nieuwe Research School lanceren we tevens een interdisciplinaire onderzoeksgroep die de samenwerking tussen de verschillende partners concretiseert in de onderzoekspraktijk. De Research School zal een impuls geven aan ons streven om het onderzoek aan de hogeschool verder te professionaliseren, sterker te verbinden met het onderwijs en zal onze rol als kennisinstelling in de regio, nationaal en internationaal versterken. De Research School zal ook de samenwerking belichamen met tal van culturele, sociale en academische partners en op die manier directere lijnen creëren tussen het onderzoek in en met de kunsten, het hoger kunstonderwijs en het professionele veld. De betrokkenheid van culturele en sociale partners bij de Research School zal een belangrijke impact hebben op de motivaties en thema’s voor onderzoek aan de hogeschool. Tot slot wensen we te benadrukken dat het onderzoek in en met de kunsten maatschappelijke impact heeft die ver voorbij het kunstenveld reikt. De samenwerking met Universiteit Leiden en onderzoeksdomeinen zoals de geesteswetenschappen, computerwetenschappen, psychologie en pedagogische wetenschappen, zal de Research School tot een kennisplatform maken dat uniek gepositioneerd is om in te spelen op de drie gamechangers die vernoemd zijn in de landelijke Route Kunst van de Nationale Wetenschapsagenda: Kunsten als motor voor innovatie en reflectie in een hightechsamenleving, Kunsten als alternatieve vorm van kennisproductie en Kunsten als inspiratiebron voor educatie en een leven lang leren.