Ouderen die voor het eerst een instrument leren bespelen, blijken daar heel goed toe in staat te zijn. En muziek maken heeft ook nog eens een gunstig effect op het welzijn en de cognitieve vermogens van ouderen. De groeiende vergrijzing van onze samenleving en het gegeven dat ouderen langer gezond blijven maakt dat muziekles geven aan ouderen een vak in ontwikkeling is. Een vak dat kansen biedt voor de professionele muziekdocent. Hoe beïnvloeden muziek en de kunsten het proces van gezond ouder worden? Deze vraag wordt vanuit diverse invalshoeken onderzocht door het lectoraat Lifelong Learning in Music binnen de onderzoekslijn Healthy Ageing through Music & the Arts. De informatie die met Ouderen en Muziek werd verzameld is samengebracht in een Kennisbank die voor iedereen is te raadplegen op ww.hanze.nl/ouderenenmuziek Er bestaan nog vele vragen over het op een effectieve manier muziekles geven aan ouderen en over hoe je deze gevarieerde groep het beste kunt benaderen. In samenwerking met muziekdocenten uit de noordelijke regio is het lectoraat Lifelong Learning in Music met het onderzoeksproject Ouderen en Muziek op zoek gegaan naar mogelijke antwoorden op deze vragen. De resultaten zijn samengevat in deze brochure. De inhoudelijke lijn van het project wordt bewaakt door het Consortium Ouderen en Muziek.
DOCUMENT
In de loop van het leven wordt muziek voor de meeste mensen een drager van herinneringen en emoties. In de jeugd en vroege volwassenheid ontwikkelen we onze persoonlijke muzieksmaak. De muziek uit die tijd blijft ons het beste bij. Voor mensen met dementie, meestal 80 plussers, is dat ruim zestig jaar geleden. Daarom maakten de lectoraten Psychogeriatrie en Informatie, Technologie en Samenleving, in samenwerking met muziektherapeut Machgiel Bakker, een online muziekstation dat muziek uit die periode draait: Radio Remember. Een station om naar te luisteren, maar ook om in te zetten als psychosociale interventie om de kwaliteit van leven van mensen met dementie te verbeteren. In dit artikel wordt verslag gedaan van de eerste ervaringen en worden de volgende stappen van het project beschreven.
DOCUMENT
Hoe klonk het landschap van je jeugd? Welke geluiden zijn verbonden aan de plek waar je woont en leeft? Zijn er liedjes die herinneren aan belangrijke momenten? In dit deel van het onderzoeksproject Sound Soils onderzoeken we vanuit het lectoraat Music in Context van de Hanzehogeschool Groningen de samenhang tussen muziek en geluiden en de plekken waar mensen opgroeien, leven en een identiteit ontwikkelen. Het lectoraat Music in Context doet praktijkgericht onderzoek naar muziekpraktijken die zich nadrukkelijk verbinden aan maatschappelijke contexten en/of thematieken.Geluiden en muziek zijn op meerdere manieren verbonden met de leefomgeving en identiteit van mensen. Geluiden en liedjes die sterk verbonden zijn met de plek waar je opgroeit, kunnen eraan bijdragen dat een plek betekenis voor je krijgt en dat je je ergens ‘thuis’ voelt: ‘Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens,’ luidt niet voor niets een bekend spreekwoord.
DOCUMENT
As labour is becoming more and more knowledge controlled, it also getting closer to the individual person. We sometimes seem to forget this. To an increasing extent it is becoming a part of oneself and therefore of the personal identity. The increasing humanization of labour asks for an HRM-policy and an organizational context in which the individual is able to identify with the organization, colleagues, customers/clients and product. Heterononimous or abstract organizations, organizations in which the employees and civilians have been reduced to numbers and in which there is no real consideration for the individual differences, have to make way for organizational structures in which the individual feels (self) responsible again. The future lies with personal, tribally inspired organizations in which managers will be leaders and where employees and managers can show social commitment. Images like that of: the egocentric boss who by making swift career moves avoids responsibility for employee/co-worker and customer/client; of colleagues taking the day off without consultation or who are putting their phone through to someone else without saying so beforehand, meeting rooms which are not being cleaned up after use and the image of a Xerox machine not being refilled up with paper by anyone, are all too frequently dismissed as not being part of productivity.
DOCUMENT
Het proefschrift gaat in op de werkwijze, het belang en het gedrag van muziekuitgevers, de pioniers van de muziekindustrie. Sinds de uitvinding van de boekdrukkunst geven muziekuitgevers composities uit op bladmuziek of licenseren zij deze. Door het succes van de grammofoonplaat werden de uitgevers een eeuw geleden uit het centrum van de macht van de muziekindustrie verdreven door de platenmaatschappijen die de geluidsopnames van muziek gingen exploiteren. De verborgenheid van de muziekuitgeversbranche komt enerzijds voort uit de onduidelijke positie van de muziekuitgevers in de culturele waardeketen van de muziekindustrie en anderzijds door de historische wirwar aan rechten. Opvallend genoeg is er weinig wetenschappelijke aandacht geweest voor deze industrie zeker in tegenstelling tot de aandacht voor de platenmaatschappijen, dit onderzoek hoopt daar verandering in te brengen. Machtige positie door digitalisering van muziek Het proefschrift van Wierda is een longitudinale studie die een periode van honderd jaar omvat. Muziekuitgevers verwerven een deel van het auteursrecht van een liedje, indien de componist muziek wenst uit te geven. Door deze wijze komt de uitgever voor de componist op zodat ze beide inkomen uit het intellectueel eigendom vergaren als of het liedje op plaat verschijnt of live ten gehore wordt gebracht. Muziekuitgevers wensen mede ten behoeve van de componist, inkomen te vergaren. Waar ook maar muziek geconsumeerd wordt eisen zij het recht van gebruik op. Dit kan zijn bij live entertainment, televisie, internet en games. Het bijzondere volgens het proefschrift is dat door de digitalisering na honderd jaar dynamiek de uitgevers weer in belang toenemen, doordat de handel in de fysieke geluidsdragers van de platenmaatschappijen tanende is. De muziekindustrie neigt naar een ‘rights industry’ waarin qua werkwijze de uitgevers al eeuwen in gespecialiseerd zijn. De huidige uitgevers kenmerken zich dan ook als ondernemers die weer dichter tegen de componist aankruipen en zich op deze wijze dynamisch profileren in de nieuwe tijd.
DOCUMENT
Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE
Nederlanders zijn gewoon digitaal Jaarboek ICT en samenleving 2007: Gewoon digitaal. Gewoner en intensiever gebruik van nieuwe media Internetgebruik van hoogopgeleiden is veelzijdiger en productiever dan van laagopgeleiden. Meer ouderen online, maar achterstand blijft groot. Belang van internet als informatiebron groeit Meer overheidsinformatie online Gebruik online gezondheidsinformatie stijgt Nederland is koploper met telewerken. ICT leidt niet tot meer werkdruk, maakt het werk wel interessanter Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het vijfde Jaarboek ICT en samenleving: Gewoon dgitaal, dat op dinsdag 12 mei a.s. wordt aangeboden aan de Alexander Rinnooy Kan, voorzitter dan de SER. Het Jaarboek, dat verschijnt bij uitgeverij Boom, is een samenwerkingsproject van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), Fontys Hogescholen en het programma 'Maatschappij en de Elektronische Snelweg' van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO-MES). Onder redactie van prof. dr Jan Steyaert (Fontys Hogescholen) en prof. dr Jos de Haan (SCP) gaan vooraanstaande wetenschappelijke onderzoekers nader in op de gevolgen van internet voor de samenleving. Gewoner en intensiever gebruik van nieuwe Het aandeel van de Nederlandse bevolking met thuis toegang tot internet steeg van 16% in 1998 naar 78% in 2005. Naast toenemende toegang is er sprake van intensiever gebruik, met tussen 2000 en 2005 meer dan een verdubbeling van de tijdsbesteding aan internet (van gemiddeld 1.8 naar 3.8 uur per week). Bovendien worden burgers steeds meer informatieproducent (via weblogs e.d.) naast de meer traditionele rol van informatieconsument. Gevarieerd internetgebruik van hoogopgeleiden Hoogopgeleiden gebruiken meer verschillende internettoepassingen dan laag opgeleiden. Bovendien gebruiken zij meer informatieve en zakelijke toepassingen, zoals actualiteit en nieuws, informatie over werk en vacatures, internet-bankieren, het online kopen en verkopen van goederen en het gebruik van overheidssites, dan laagopgeleiden. Lager opgeleiden gebruiken meer vermaakstoepassingen van het internet in het algemeen, en spelletjes, muziekuitwisseling en chatten in het bijzonder dan hoger opgeleiden. Meer ouderen online In 2005 was 78% van de bevolking met internet verbonden. Het aantal aansluitingen in de groep 55-64 jarigen ligt iets lager op 72%, de 65-74 volgen op grotere afstand (44%) en 75-plussers nog weer minder online (17%). Ook onder deze groepen is de verspreiding langzaam maar zeker toegenomen. In 2000 was namelijk 44% van de bevolking op internet aangesloten (55-64 jarigen: 31%; 65-74 jarigen 12% en 75-plussers 4%. Veel ouderen vinden zichzelf 'te oud' om te leren omgaan met ict. Ook veel ouderen geven aan dat de computer en internet te moeilijk zijn, of ze zien het voordeel of nut er niet van in. Ook financiële of fysieke beperkingen zoals een slecht zicht vormen voor sommige ouderen een belemmering. De veelvuldige verwijzingen naar internet in het dagelijks leven zijn soms een stimulans om internet uit te proberen, maar bij anderen juist aanleiding om te volharden in niet-gebruik. Een positieve grondhouding is van belang om verbinding te maken met internet. Internet belangrijker als informatiebron Steeds meer Nederlanders gebruiken internet om zich te informeren over uiteenlopende onderwerpen. In 2005 gebruikte 38% van de Nederlanders internet voor 17 gespecificeerde onderwerpen. Vijf jaar eerder was dat nog 23%. In 2005 was de televisie nog steeds veruit favoriet (92%) en ook het dagblad blijft populair (77%). Internet is na radio (47%) al wel teletekst (23%) en de opiniebladen (15%) voorbij gestreefd als infomatiebron. Meer overheidsinformatie online Steeds meer gemeenten bieden informatie (bekendmakingen, vergunningen, verordeningen en plannen) on line aan. Zo ontsloot in 2003 26% van de gemeenten een bestuursinformatiesysteem op de website, in 2005 was dit 79%. Gebruik online gezondheidsinformatie stijgt Het aanbieden en zoeken van gezondheidsinformatie via internet neemt aan belang toe. Centraal daarin staat een verwachting dat de patiënt beter geinformeerd is en een betere gesprekspartner is voor (huis)artsen. Nu toegang tot internet 'gewoner' is geworden, worden informatievaardigheden belangrijker, zoals het kunnen beoordelen van informatie op kwaliteit en relevantie. Nederland is koploper met telewerken. Nederland is met ongeveer 20% van de beroepsbevolking die met enige regelmaat thuiswerkt internationaal koploper telethuiswerken. Hoewel telewerken mogelijkheden biedt om arbeid en zorg gemakkelijker te kunnen combineren, wordt het zelden gebruikt als bewuste en structurele strategie om dit ook te doen. Het wordt eerder gebruikt als crisis¬management om tijdnood in het werk het hoofd te bieden. Het werk wordt interessanter door ICT Over de huidige invloed van ICT zijn werkenden van oordeel dat het werk er interessanter door is geworden. Ook vinden zij dat het leven door ict minder ingewikkeld is geworden. Werkenden zijn niet van mening dat zij door ict meer vrije tijd hebben gekregen of dat het tot minder werkdruk heeft geleid. Werkenden hebben wel positieve toekomstverwachtingen van de inzet van ICT. In hun ogen zal ICT in de toekomst in lichte mate bijdragen aan een aangenamer en overzichtelijker leven. Inhoud Jaarboek ICT en samenleving 2007: Gewoon Digitaal 1 Gewoon digitaal Jan Steyaert en Jos de Haan 2 De e-surfende burger: is de digitale kloof gedicht? Jan A.G.M. van Dijk 3 Senioren en internet: aansluiting of kortsluiting? Marion Duimel 4 De digitalisering van media- en informatiegebruik Jos de Haan en Frank Huysmans 5 E-werkenden in netwerken Erik Andriessen en Lambert van der Laan 6 ICT en arbeid: over de verwachtingen van tijdwinst, tijdsoevereiniteit en leuker werk Jelle Attema, Koen Breedveld, Andries van den Broek, Pascale Peters 7 Van gemeenschap via webnetwerk naar datawolk Marianne van den Boomen 8 Op zoek naar de e-democratische burger Arthur Edwards 9 De e-lerende burger Peter Sloep en Wim Jochems 10 ICT en de gezondheidzorg. Samantha A. Adams en Cécile R.L .Boot
DOCUMENT
Communicatie en media veranderen van structuur en inhoud nu onze samenleving zich transformeert naar een gedigitaliseerde netwerksamenleving. Alle bestaande spelers (overheden, bedrijven, culturele instellingen, burgers, etc.) gaan zich op nieuwe manieren tot elkaar verhouden. Betekenis en identiteit zijn hierin kernbegrippen waar actief mee geëxperimenteerd moet worden. Laboratorium Waterwolf richt zich actief en praktijkgericht op de veranderende rol van cultuur in deze nieuwe samenleving. Bestaande spelers moeten zichzelf opnieuw uitvindenklassieke 'zenders', werkend vanuit inhoudelijke autoriteit, zullen steeds vaker niet alleen zelf reflecteren en kennis ontwikkelen, maar juist een centrale rol spelen in het organiseren en inspireren van kennisontwikkeling en leerprocessen in de samenleving zelf. Dit schetsboek presenteert laboratorium Waterwolf: initiatiefnemers, partners, uitgangspunten, denkbeelden en onderzoeksagenda.
DOCUMENT
Muziek kan een drager zijn van herinneringen en emoties. In onze jeugd en vroege volwassenheid ontwikkelen we onze persoonlijke muzieksmaak. Voor mensen met dementie, meestal 80-plussers, is dat ruim zestig jaar geleden. Voor hen is er nu een online muziekstation dat muziek uit die periode draait: Radio Remember.
DOCUMENT
Uit de onderzoeken van lectoraat Diversiteitsvraagstukken van Hogeschool Inholland blijkt dat het onderwijs voor veel jongeren een plek is waar ze voor de eerste keer in contact komen met leeftijdsgenoten die niet op ze lijken en met wie ze gedurende hun eerdere levensloop of schoolloopbaan vrijwel geen contact hebben gehad. Die onbekendheid met elkaar kan zorgen voor interesse en belangstelling in elkaars leef en denkwereld, maar ook voor wrijving, conflicten en het bevestigen van (voor)oordelen over elkaar. Dat betekent dat er een groot beroep wordt gedaan op de pedagogische, didactische en sociale kwaliteiten van docenten. Het betekent ook dat docenten zich voortdurend bewust zijn van de wijze waarop ze zich verhouden tot (de opvattingen en gedragingen van) deze jongeren om verbindingen tussen en met deze jongeren te ontwikkelen. Om inzicht te krijgen in de wijze waarop de docenten van Vocal Statements via het muziekonderwijs verbindingen met jongeren in het vmbo tot stand brengen, welke handvatten daarvoor nodig zijn en tegen welke vragen ze daarbij oplopen, is een verkennend onderzoek uitgevoerd in de periode september 2021 – mei 2022 door het lectoraat Diversiteitvraagstukken. Dit rapport weerspiegelt de ervaringen en belevingen van docenten van Vocal Statements en geeft inzicht in de betekenisvolheid van hun werk, maar ook de complexe dynamiek waarin dit werk zich afspeelt.
DOCUMENT