Elke van Buggenhout (muzikant; piano-improvisatie & muziektherapeut) en Bert van den Bergh (filosoof & psycholoog) vatten in het voetspoor van fenomenologische benaderingen depressie op als een verstoring van de elementaire afstemming tussen (in)dividu, wereld en ander. Het fenomeen depressie voert in die opvatting naar de bodem van de menselijke existentie en zodoende naar het hart van onze hedendaagse cultuur. In dit licht verbinden zij een oneigentijds muziektheoretisch perspectief met kritische muziekfilosofische duidingen van onze westerse muziekcultuur. Voorts slaan zij een brug naar cultuurtheoretische interpretaties van onze laatmoderne cultuur als geheel, die op verschillende wijzen en in diverse sferen grondig ‘ont-stemd’ kan heten. Zij doen dit alles uitgebreid in een binnenkort te verschijnen essay, waarvan in dit artikel de hoofdgedachten zijn gevat.
MULTIFILE
Deze rapportage is het resultaat van een praktijkgericht onderzoek naar een bijzonder project De Kunst van Delen. In samenwerking met het Grijze Koppen Orkest, hebben diverse organisaties uit Utrecht door middel van het project De Kunst van Delen een bijdrage geleverd aan Utrecht als Age Friendly Cultural City (AFCC). Deze onderzoeksrapportage is als volgt opgebouwd: In het eerste hoofdstuk schetsen we de achtergrond en context van het project De Kunst van Delen en het onderzoeksdoel en de onderzoeksvraag worden gepresenteerd. In hoofdstuk 2 staan de eerste onderzoeksstap, de participerende observaties, en de tussenresultaten daarvan beschreven. Hoofdstuk 3 behandelt de tweede onderzoeksstap: de individuele interviews en de tussenresultaten ervan, in de vorm van de belangrijkste voorwaarden van het project De Kunst van Delen voor de ontwikkeling van stad Utrecht als Age Friendly Cultural City. In hoofdstuk 4 is te lezen hoe de validering van die voorwaarden heeft plaatsgevonden en wat deze validering heeft opgeleverd. Dat is de derde stap in het onderzoek. Als vierde en laatste stap in het onderzoeksproces, is op basis van die gevalideerde voorwaarden een verkennend literatuur-onderzoek uitgevoerd. Dit literatuuronderzoek is te lezen in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 zijn tot slot de conclusie en aanbevelingen van dit verkennend praktijkgericht onderzoek te vinden.
DOCUMENT
Digitale architectuur wordt beoefend door digitale architecten. Deze digitale architecten spelen een cruciale rol in het tijdig en betrouwbaar realiseren van IT-oplossingen. De Nederlandse godfather van IT Edsger Dijkstra zei in 1962 bij zijn inaugurele rede (Dijkstra, 1962): “Wij hebben geen betere machines omdat wij geen betere machines verdienen.” De achterliggende oorzaak, betoogde hij, was dat fabrikanten precies bouwden wat de kopers vroegen zonder dat de kopers in enige mate geremd werden door de beperkingen van de technologie. Dit gebeurde onder het motto “In order to live we must sell. And we must sell to perfect idiots". Het onderliggende probleem is dat de vertaling van de wensen van de klant in een werkend compromis niet is geslaagd. Dit is exact het pijnpunt, waar de digitale architect een cruciale rol. speelt. Een kundig architect is in staat met zijn omgeving tot een compromis te komen dat voor alle belanghebbenden acceptabel is. Alternatief is dat niet tot bouw besloten wordt. De vastlegging van het ontwerp van dat compromis gebeurt in de digitale architectuur en ontwerpdocumentatie van de oplossing.
DOCUMENT
Dit tweeluik is de uitkomst van het eerste deelproject van de studie ‘Sturen met Ruimte’ naar regionale sturingsnetwerken in het onderwijs. In het eerste deelproject van deze studie zijn we nagegaan wat zoal wordt verstaan onder ‘de regio’, hoe de regio conceptueel kan worden afgebakend, wat ‘de regio’ betekent als bestuurlijk schaalniveau en hoe de overheid ermee kan sturen. Hiervoor hebben we twee dingen gedaan: ten eerste het uitvoeren van een systematische internationale literatuurstudie en ten tweede het analyseren van het beleidsdiscours van de overheid over ‘de regio in het Nederlandse onderwijs’. Bij zowel de literatuurstudie als de beleidsanalyse zijn we open en inductief te werk gegaan door de bronnen – respectievelijk wetenschappelijke (onderzoeks-)literatuur en beleidsdocumenten – zoveel mogelijk zelf te laten ‘spreken’. We deden dat door op een systematische manier de bronnen te zoeken en te selecteren, de inhoud ervan in kaart te brengen, die te ordenen om vervolgens tot bevindingen te komen.
DOCUMENT
Steden en wijken staan ook de komende jaren voor belangrijke opgaven op onder andere het gebied van armoede, duurzaamheid, veiligheid, welzijn en zorg. Deze complexe en taaie vraagstukken kunnen veelal niet door één of twee partijen van bovenaf worden opgelost. Ze vragen om een nieuwe aanpak met een grotere rol van de direct betrokkenen. Op steeds meer plekken in Nederland zien we dan ook dat groepen van diverse personen en organisaties met elkaar werken aan creatieve oplossingen voor vraagstukken op individueel, buurt- of wijkniveau. Zij bundelen hun krachten in nieuwe samenwerkingsverbanden om zo lokaal het verschil te maken. Deze samenwerkingsverbanden zorgen ten opzichte van het verleden voor verschuivende rollen, taken en (machts)verhoudingen. Er ontstaat een nieuw speelveld met deels nieuwe spelers en spelregels. Hoe je dit samenspel tussen burgers, ondernemers, maatschappelijke instellingen en gemeenten precies vorm moet geven, wordt nu uitgeprobeerd en ontdekt. Hoe verhouden bijvoorbeeld de burger en de professional zich tot elkaar? Welke complexe afhankelijkheden zijn er tussen de andere partijen? Heeft iedereen een gelijkwaardige stem? Tegen welke knelpunten lopen deze samenwerkingen op? Wat zijn belangrijke leerpunten en hoe kunnen we het leren over en binnen deze plekken optimaliseren? In dit boek gaan we aan de hand van tien casestudies en vijf interviews op zoek naar de antwoorden op deze vragen. Naast de grote verscheidenheid laten de voorbeelden ook zien dat de partijen op deze plekken in volle overtuiging gezamenlijk aan iets ‘nieuws’ bouwen ondanks hun verschillende achtergronden, belangen, denk- en werkwijzen. Daarmee zijn het voor ons plekken van hoop en verandering.
LINK