In dit artikel wordt antwoord gegeven op de vraag: wat mogen we verlangen van organisaties in het betaald voetbal als het gaat over MVO? Elke BVO hoort minimaal transactie-ethiek te hanteren. Er wordt ook verwacht dat ze in sommige situaties voor zichzelf morele plichten erkent in relatie tot rechten van stakeholders. Participatie-ethiek wordt niet gezien als een morele plicht voor een BVO, maar wel als prijzenwaardig. Veranderingsethiek mag in zijn algemeenheid niet verwacht worden van BVO’s, omdat dat teveel spanning genereert met de eigen hoofddoelstellingen. Het lijkt erop dat BVO´s in Nederland de ambitie hebben om participatie-ethiek aan te tikken. Tegelijkertijd zijn er praktijken waarbij meer basale niveaus van ethiek (transactie-ethiek en erkenningsethiek) niet of slechts voor een deel gerealiseerd worden. Zie bijvoorbeeld financieel wanbeleid en misleiding bij FC Twente in de afgelopen jaren. Maar denk ook aan structuren waarbij eigendom, bestuur en beheer van BVO’s steeds meer in één of enkele handen is. Dat raakt de democratische representatie van fans en andere stakeholders (zoals werknemers) in beleid en bestuur van de club. Dat basale niveaus van MVO soms niet gerealiseerd worden, raakt de geloofwaardigheid van maatschappelijke projecten van BVO’s.
MULTIFILE
Een volledig vernieuwde en geactualiseerde Bedrijfsethiek en MVO voor HBO. De methode is ontwikkeld om de ontwikkeling van morele competenties in het hoger beroepsonderwijs te ondersteunen. Dir boek is vooral gericht op de volgende onderwijstypes: hoger economisch onderwijs; hoger technisch onderwijs; hbo personeel en arbeid/HRM; hoger hotel onderwijs; hoger toerisme onderwijs; hoger educatief onderwijs, mens- en maatschappijwetenschappen. De methode begint met een inleidend hoofdstuk over ethiek. Vervolgens is er een algemene inleiding op bedrijfsethiek en MVO. Het vervolg omvat tien hoofdstukken met specifieke onderwerpen uit de bedrijfsethiek: bedrijfscultuur en bedrijfscodes; marktonderzoek en MVO; strategische marketing en MVO; tactische marketing en MVO; marketingcommunicatie en MVO; reclame en MVO; bedrijfsleven en mensenrechten; HRM en MVO; horeca en MVO; toerisme en MVO. Vervolgens is er een hoofdstuk over beroepsethiek. Het laatste hoofdstuk biedt een specifieke tool: een stappenplan ethiek. Elk hoofdstuk sluit af met een verwerkingsparagraaf met cases en debatstellingen. Op de website staat een instructie voor debatteren (hoofdstuk 15). Over de gehele methode verspreid zijn diverse cases opgenomen uit het bedrijfsleven. Speciaal met het oog op zelfstandig studeren is een uitgebreide index toegevoegd. Ook kan een notenapparaat worden geraadpleegd. De papieren uitgave wordt ondersteund door de website www.damon.nl/hbo (Bedrijfsethiek en MVO voor HBO). Daar vindt men aanvullende stoffen, oefentoetsen en nieuws.
DOCUMENT
Dit boek biedt een systematische introductie in de ethiek van sportorganisaties en de disciplines die daarin een belangrijke rol spelen zoals marketing, marketingcommunicatie en sponsoring. De methode is ontwikkeld met het oog op de competenties die samenhangen met de beroepsprofielen van bachelors en masters die opleiden voor functies binnen sportorganisaties: sportmarketeers, sportmanagers, sporteventmanagers, sportcommunicatiedeskundigen en sportbeleidsmedewerkers. Het boek begint met twee inleidende hoofdstukken over ethiek, MVO en sportbusiness. Vervolgens zijn er vier hoofdstukken waarbij ethiek en MVO worden betrokken op strategische sportmarketing, tactische sportmarketing, sportmarketingcommunicatie en sportsponsoring. Op de website is er een aanvullend hoofdstuk met een specifieke tool: een stappenplan voor ethische dilemma's in de sportbusiness. Ook vindt men daar aanvullende stoffen en opdrachten, begrippenlijst, oefentoets en nieuws over de methode. Surf naar www.damon.nl/hbo (sportbusiness en ethiek). Over het gehele boek verspreid zijn meer dan vijftig cases opgenomen uit de wereld van de sportbusiness. Speciaal met het oog op zelfstandig studeren is een uitgebreide index toegevoegd. Er is ook een notenapparaat.
DOCUMENT
Lectorenplatform Voedsel en Gezondheid Het Lectorenplatform Voedsel en Gezondheid heeft in de afgelopen twee jaar gewerkt aan een onderzoekagenda bestaande uit een inhoudelijke en een kwaliteitspijler met betrekking tot toegepast onderzoek. Inhoudelijk kent het Platform drie pijlers gelieerd aan de thematiek Voedsel en Gezondheid, waarvan de eerste meer individueel gezond gedrag is gedreven, de tweede meer voedsel technologisch is ingestoken en de derde meer sociaal-maatschappelijk is georiënteerd. Wat betreft kwaliteit richt het platform zich op het professionaliseren van toegepast onderzoek binnen het HBO met betrekking tot methodiek, ethiek en databeheer. In de voorgaande periode is er al veel gerealiseerd in zowel samenwerking als programmering. Desalniettemin was Platform I vooral gericht op interne verkenning en afstemming. Het huidige voorstel bouwt voort op de in Platform I uitgezette weg, maar wel met nadrukkelijk een breder georiënteerd karakter: het door vertalen van kennis en expertise ten aanzien van onderzoekskwaliteit naar het onderwijs, het vergroten en verbreden van de zichtbaarheid en het uitdragen van kennis; het betrekken van bedrijfsleven en maatschappelijke partners bij de inhoudelijke agenda; het ontwikkelen van meer gezamenlijke onderzoeksprojecten. Nieuw voor de komende jaren is de ambitie om onderzoekskwaliteit beter meetbaar te maken. Hoe meet je kwaliteit in praktijkonderzoek: impact op de samenleving is een ander doel dan hoge impactfactoren van wetenschappelijke publicaties. Kenmerkend hierbij is de specifieke aandacht voor participatief onderzoek. Op basis van de verbondenheid van de Lectoraten binnen het platform bieden we een landelijk netwerk voor maatschappelijk geëngageerd toegepast onderzoek, inzetbaar voor samenwerkingsverbanden met overheden en bedrijfsleven, alsmede met universiteiten en andere onderzoeksinstellingen.
Centre of Expertise, onderdeel van Fontys