Na curatieve behandeling voor niet-gemetastaseerde borstkanker krijgen patiënten nacontrole (detectie van mogelijke terugkeer van borstkanker in het borstgebied) en nazorg ondersteuning bij mogelijke gevolgen van de ziekte en/of behandeling). Tot nu toe kregen alle patiënten vijf jaar lang een jaarlijks mammogram ongeacht hun risico op een recidief. Binnen de NABOR-studie worden in gedeelde besluitvorming nacontroleplannen gepersonaliseerd met behulp van de Borstkanker Nacontrolekeuzehulp, waarbij het individuele risico op recidief wordt berekend met het gevalideerde INFLUENCE-voorspellingsmodel. Gepersonaliseerde nazorgplannen worden ondersteund door de Nazorgkeuzehulp. Het doel van de studie is het bepalen van de (kosten)effectiviteit van gepersonaliseerde nacontrole en nazorg op zorgen van terugkeer van kanker en kwaliteit van leven. Het design is een ‘multiple interrupted time series’, waarbij ziekenhuizen via een transitiefase overstappen op het gebruik van beide keuzehulpen. De studie beoogt in 10 ziekenhuizen 1.040 patiënten te includeren die twee jaar worden gevolgd. Met toestemming overgenomen van NED TIJDSCHR ONCOL 2025;22:138-42. Summary: After curative treatment for non-metastatic breast cancer, patients receive surveillance (detection of possible recurrence of breast cancer in the breast area) and aftercare (support for possible consequences of the disease and/or treatment). Until now, all patients received an annual mammogram for five years, regardless of their risk of recurrence. Within the NABOR study, surveillance plans are personalized in shared decision-making using Breast Cancer Surveillance decision aid, in which the individual risk of recurrence is calculated using the validated INFLUENCE prediction model. Personal aftercare plans are supported by the Breast Cancer Aftercare decision aid. The aim of the study is to determine the (cost-)effectiveness of personalized surveillance and aftercare on patient-reported concerns about cancer recurrence and quality of life. The design is a multiple interrupted time series, in which hospitals switch to using both decision aids via a transition phase. The study aims to include in 10 hospitals 1,040 patients who will be followed for two years.
DOCUMENT
De studenten van de opleiding Logistiek en Economie van Hogeschool Inholland Haarlem hebben op Schiphol onderzoek uitgevoerd naar eLink. Dit systeem is gericht op een vergroting van de efficiency binnen de luchtvrachtsector door een verdere digitalisering. Het project is uitgevoerd in samenwerking met de branchevereniging Air Cargo Netherlands (ACN) en onder begeleiding van het lectoraat Airport en Aviation van de Hogeschool Inholland.
DOCUMENT
Background: Follow‑up of curatively treated primary breast cancer patients consists of surveillance and aftercare and is currently mostly the same for all patients. A more personalized approach, based on patients’ individual risk of recurrence and personal needs and preferences, may reduce patient burden and reduce (healthcare) costs. The NABOR study will examine the (cost‑)effectiveness of personalized surveillance (PSP) and personalized aftercare plans (PAP) on patient‑reported cancer worry, self‑rated and overall quality of life and (cost‑)effectiveness. Methods: A prospective multicenter multiple interrupted time series (MITs) design is being used. In this design, 10 participating hospitals will be observed for a period of eighteen months, while they ‑stepwise‑ will transit from care as usual to PSPs and PAPs. The PSP contains decisions on the surveillance trajectory based on individual risks and needs, assessed with the ‘Breast Cancer Surveillance Decision Aid’ including the INFLUENCE prediction tool. The PAP contains decisions on the aftercare trajectory based on individual needs and preferences and available care resources, which decision‑making is supported by a patient decision aid. Patients are non‑metastasized female primary breast cancer patients (N= 1040) who are curatively treated and start follow‑up care. Patient reported outcomes will be measured at five points in time during two years of follow‑up care (starting about one year after treatment and every six months thereafter). In addition, data on diagnostics and hospital visits from patients’ Electronical Health Records (EHR) will be gathered. Primary outcomes are patient‑reported cancer worry (Cancer Worry Scale) and over‑all quality of life (as assessed with EQ‑VAS score). Secondary outcomes include health care costs and resource use, health‑related quality of life (as measured with EQ5D‑5L/SF‑12/EORTC‑QLQ‑C30), risk perception, shared decision‑making, patient satisfaction, societal participation, and cost‑effectiveness. Next, the uptake and appreciation of personalized plans and patients’ experiences of their decision‑making process will be evaluated. Discussion: This study will contribute to insight in the (cost‑)effectiveness of personalized follow‑up care and contributes to development of uniform evidence‑based guidelines, stimulating sustainable implementation of personalized surveillance and aftercare plans. Trial registration: Study sponsor: ZonMw. Retrospectively registered at ClinicalTrials.gov (2023), ID: NCT05975437.
MULTIFILE
Het aantal mensen in Nederland met en na de diagnose kanker neemt toe. Door de aanwezigheid van vroege en late gevolgen van kanker groeit ook de behoefte aan nazorg. In de fase na behandeling hebben patiënten minder intensief contact met oncologieprofessionals en staan consulten in het teken van nacontrole. Nazorg is in veel mindere mate onderwerp van gesprek; een structurele aanpak ontbreekt. Met het oog op de toekomst zal nazorg steeds meer plaats gaan vinden in de eerste lijn. Bij huisartsen en praktijkondersteuners is nog maar weinig kennis en ervaring aanwezig op dit gebied. Nazorg is maatwerk, behoeften verschillen van patiënt tot patiënt, kunnen betrekking hebben op verschillende klachten (lichamelijk, psychosociaal, leefstijl) en kunnen variëren over tijd. We willen in deze aanvraag verkennen welke informatie nodig is om patiëntprofielen te identificeren en hoe het gebruik van patiëntprofielen de verwijzing naar kankernazorg in de eerste en tweede lijn kan optimaliseren. Om tot patiëntprofielen te komen is een verkenning nodig van kenmerken die mogelijk een rol spelen en de manier waarop deze variabelen onderling samenhangen bij (combinaties van) klachten en voorkeuren voor nazorg. Hiervoor gaan we in gesprek met voormalige kankerpatiënten en zorgprofessionals (specialisten, huisartsen en verpleegkundigen), waarbij eveneens aandacht is voor behoeften en randvoorwaarden om het gebruik van patiëntprofielen duurzaam te implementeren in de zorgpraktijk. Daarnaast gaan we na of datamining technieken toegepast kunnen worden om inzicht te krijgen in de rol en samenhang van variabelen, hetgeen ons mogelijk in staat stelt om algoritmes te bouwen waarmee we (combinaties) van klachten en voorkeuren voor nazorg kunnen voorspellen. In deze aanvraag bundelen we de krachten en werken we nauw samen met professionals vanuit verschillende disciplines.