Het project ‘Bijzondere Begeleiding’ speelde zich af van begin 2017 tot medio 2018 in de gemeente Wijk bij Duurstede. Onderdeel van dit project was de pilot VAK werk(t). Doel van deze pilot was om lokaal een gezamenlijke integrale werkwijze te ontwikkelen voor de dienstverlening aan inwoners met een gespecialiseerde begeleidingsbehoefte en daarmee o.a. ook de indicatiestelling te vereenvoudigen en de administratieve belasting te verminderen en beter gebruik te kunnen maken van het lokale netwerk.
DOCUMENT
Medewerkers van de Buurtteamorganisatie Sociaal (BTO) in Utrecht beschikken over de professionele ruimte om zelf de keus te maken hoe ze een hulpvraag oppakken. Het maken van deze afweging behoort tot het vakmanschap van de sociaal professional. Het was leidinggevenden opgevallen dat het aantal casussen met langdurige begeleiding toenam in de caseload van de buurtteams. Ruim drie jaar na de start van de buurtteams steeg het percentage langdurige begeleiding tot boven de 35%. Het gaat hier om inwoners die langer dan één jaar door een medewerker worden begeleid. Dat is op zichzelf geen probleem; het buurtteam doet wat nodig is. Maar hoe bepaal je nu met elkaar welke begeleiding passend is qua duur en vorm? Een gemeenschappelijk afwegingskader kan medewerkers helpen bij een meer eenduidige inschatting van de hulpvraag, alsmede bij de afronding van de casus. Daarnaast is er bij BTO behoefte om gericht te kunnen leren van casuïstiekbespreking, zodat het professionele vakmanschap wordt aangescherpt en dit ook bijdraagt aan het gezamenlijke afwegingskader.
DOCUMENT
Reflectie op de vraag hoe professioneel, of methodisch het handelen in de praktijk van professionele begeleiding in feite is. In dit artikel verkennen we drie voorbeelden uit onze begeleidingspraktijk waarin we ons verbazen over de wending die het gesprek krijgt, of kan krijgen. We onderzoeken daarbij zowel het methodische als het magische. Ook al is het niet goed (be) grijpbaar wat een begeleider daarin doet, we doen toch een poging om te expliciteren wat er gebeurt. En wel hoe we als begeleider ervaren, dat in de begeleiding inderdaad iets magisch lijkt te gebeuren.
DOCUMENT
Door de corona-maatregelen lopen 1. de afronding van het lectoraat Narratieve Professionele Identiteit (juni 2021) en 2. de ontwikkeling van onderzoeksscholen binnen partnerschappen van Hogeschool KPZ, vertraging op. Beide projecten dragen bij aan de versterking van de kennisinfrastructuur van praktijkgericht onderzoek. 1. Afronding lectoraat. Extra onderzoekscapaciteit is nodig om de verzamelde data te analyseren en nieuwe data in 2020 te verzamelen en te analyseren gericht op het longitudinale onderzoek. Aangezien het wellicht niet mogelijk is om een grote afrondende conferentie te organiseren, wordt een uitgebreide conferentiebundel gemaakt, die open access beschikbaar komt op de digitale infrastructuur van Hogeschool KPZ. De lectoraatskennis over de fasering van de professionele identiteit van aankomende leraren en de begeleiding daarvan door lerarenopleiders met een doorwerking naar de curricula in de opleidingen komt breed beschikbaar. Zo krijgen de partnerschappen in de regio en binnen Radianthandvatten om (aanstaande) leraren op te leiden en in de praktijk te professionaliseren tot onderwijsprofessionals met een sterke professionele identiteit. 2. Ontwikkeling onderzoeksscholen. Hogeschool KPZ werkt aan de transitie van academische opleidingsscholen en opleidingsscholen naar onderzoeksscholen. De invoering van dit nieuwe concept van onderzoeksschool vraagt extra capaciteit in de vorm van een projectleider die met de partnerschappen Samen Opleiden & Professionaliseren het concept verder uitwerkt op minimaal vijf regionale scholen, de onderzoekscultuur in beeld brengt, samen met de scholen onderzoekt welke professionalisering op het gebied van evidence-informed werken wenselijk is en verkent wat de toegevoegde waarde van een onderzoeksschool is. Daarnaast wordt binnen de scholen van de partnerschappen een professionele leergemeenschap van gecertificeerde onderzoekscoördinatoren opgericht, in de vorm van een kenniskring werkveld onderzoek. Hierin worden kennisproducten ontwikkeld op het gebied van praktijkgericht ontwerponderzoek voor onderzoeksscholen. De onderzoeksscholen maken deel uit van een stevige kennisinfrastructuur in de regio, waarin evidence-informed kennisproducten ontwikkeld worden, met doorwerking naar andere (partner)opleidingsscholen.