Noorderbreedte besteedt in ieder nummer aandacht aan onderzoek van studenten landschapsgeschiedenis van de Rijksuniversiteit Groningen. Deze keer geen student, maar professor Yme Kuiper. Hij doet sinds 2012 als hoogleraar onderzoek naar historische buitenplaatsen en landgoederen.
Wat zijn de mogelijkheden voor de decentrale verwerking van organische reststromen? Levert het lokaal verwerken van materialen als gft, snoeiafval, horeca-afval en gewasresten in brede zin meer op dan afvoer naar grootschalige verwerkers? Die vraag staat centraal in het project RE-ORGANISE, geleid door de Hogeschool van Amsterdam in samenwerking met verschillende kennispartners en ondernemers. Twee Amsterdamse stadslandbouwlocaties fungeren hierbij als onderzoekscases: Tuinen van West (grenzend aan de wijken Geuzenveld en Osdorp) en NoordOogst (in Amsterdam Noord). Er is gekozen voor stadslandbouwlocaties omdat hier organische reststromen vrijkomen, en er tegelijk behoefte is aan de producten die uit deze reststromen gemaakt kunnen worden.In juli 2017 zijn drie deelproducten opgeleverd van het eerste jaar van onderzoek. Deze casusbeschrijving van Noordoogst is er daar een van; verder is er een casusbeschrijving van de Tuinen van West beschikbaar, en een rapport over de ontwikkeling van technologische concepten voor het hergebruik van organische reststromen. In de casusbeschrijvingen wordt de aanwezigheid en het gebruik van organische reststromen beschreven voor de betreffende locatie. Basis hiervoor vormen ruim 38 interviews met ondernemers en belanghebbenden in beide gebieden, en twee workshops waarin werd nagedacht over het verbeteren van het gebruik van deze reststromen.
"Koop lokaal-oproepen" die aan het begin van de coronacrisis overal gedaan werden, kunnen diverse voordelen hebben voor consumenten én producenten van lokaal voedsel. Op langere termijn kunnen deze ontwikkelingen een onverwacht positieve invloed hebben op de inrichting van het (agrarische) landschap in Nederland. Internationale Master studenten van Hogeschool Van Hall Larenstein onderzochten het effect van de coronacrisis bij de lokale producent rondom Arnhem.
MULTIFILE
Het project heeft ten doel te onderzoeken hoe bezoekers (zowel toeristen als bewoners) natuurgebieden en de gebouwde elementen daarin ervaren en wat voor emoties een bezoek te weeg brengt. Dat moet een beter begrip opleveren van de (emotionele) waarde van natuurbeleving, achtergrondkenmerken van de bezoekers, het effect op levenskwaliteit en elementen opleveren voor een verdere ontwikkeling van natuurgebieden. Onderzocht wordt ook of er een verschil zit tussen omwonenden en bezoekers van verder weg en of ze zich in meer milieubewust gedrag laten sturen. Societal issueAlgemeen wordt aangenomen dat verbinding met de natuur het individueel welzijn en de kwaliteit van leven positief beïnvloed. Het stimuleren van bezoek aan de natuur is dan ook een algemeen geaccepteerd beleidsdoel dat nog eens versterkt wordt door een veronderstelde bredere acceptatie van milieudoelstellingen door natuurbezoekers. Maar het bezoek aan natuurgebieden heeft ook een mogelijk verstorende invloed op die natuur. Met bepaalde gebouwde voorzieningen kan het bezoek niet alleen worden gestimuleerd maar ook ruimtelijk gestuurd. Daartoe is meer diepgaande kennis nodig van het gedrag van bezoekers.Collaborative partnersStaatsbosbeheer, Marketing Oost, NHLStenden, HZ University of Applied Sciences.