Het sectoraal adviescollege Hogere Sociale Studies (SAC-HSS) van de Vereniging Hogescholen (VH) heeft in het voorjaar van 2015 een project geïnitieerd met als doel de gemeenschappelijke kennisbasis van de bachelor opleidingen voor het sociaal werk vast te stellen. De kennisbasis zal voor een substantieel deel de inhoud van deze opleidingen gaan bepalen, waarbij opleidingen en studenten ruimte houden voor profilerende invullingen en aanvullingen. Het SAC-HSS beoogt met het project een bijdrage te leveren aan het versterken van de kwaliteit van de opleidingen. Aanleiding voor het project zijn de rapporten ‘Meer van Waarde’ van de Commissie Boutellier en ‘Sociaal werk op solide basis’ van de Gezondheidsraad waarin geconstateerd is dat de kwaliteit van de beroepsuitoefening van sociaal werkers in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning achterblijft bij de verwachtingen. Voor een duurzame kwaliteitsverbetering is een goed functionerend kennissysteem nodig. Kennis afkomstig uit wetenschappelijk onderzoek en uit de beroepspraktijk, van professionals en van ervaringsdeskundige burgers. Kennis die samen met beroepsvaardigheden en houdingen het curriculum van sociaal werk opleidingen uitmaken en studenten helpen zich te ontwikkelen tot start bekwame sociale professionals. Het onderhavige rapport heeft als doel een overzicht te bieden van het wetenschappelijk deel van de kennisbasis.
The angiotensin receptor blocker telmisartan slows progression of kidney disease in patients with type 2 diabetes (T2D), yet many patients remain at high risk for progressive kidney function loss. The underlying mechanisms for this response variation might be attributed to differences in angiotensin-1 receptor occupancy (RO), resulting from individual variation in plasma drug exposure, tissue drug exposure, and receptor availability. Therefore, we first assessed the relationship between plasma telmisartan exposure and urinary-albumin-to-creatinine-ratio (UACR) in 10 patients with T2D and albuminuria (mean age 66 years, median UACR 297 mg/g) after 4 weeks treatment with 80 mg telmisartan once daily. Increasing telmisartan exposure associated with a larger reduction in UACR (Pearson correlation coefficient (PCC) = −0.64, P = 0.046, median change UACR: −40.1%, 95% confidence interval (CI): −22.9 to −77.4%, mean telmisartan area under the curve (AUC) = 2927.1 ng·hour/mL, 95% CI: 723.0 to 6501.6 ng·hour/mL). Subsequently, we assessed the relation among plasma telmisartan exposure, kidney distribution, and angiotensin-1 RO in five patients with T2D (mean age 60 years, median UACR 72 mg/g) in a separate positron emission tomography imaging study with [11C]Telmisartan. Individual plasma telmisartan exposure correlated with telmisartan distribution to the kidneys (PCC = 0.976, P = 0.024). A meaningful RO could be calculated in three patients receiving 120 mg oral telmisartan, and although high exposure seems related to higher RO, with AUC0–last of 31, 840, and 274 ng·hour/mL and corresponding RO values 5.5%, 44%, and 59%, this was not significant (P = 0.64). Together these results indicate, for the first time, a relationship among interindividual differences in plasma exposure, kidney tissue distribution, RO, and ultimately UACR response after telmisartan administration.